Update
Positieve resultaten voor tuinbouw, uitdagingen voor de toekomst
De resultaten van de tuinbouw zijn opnieuw goed: zo hebben bijna alle subsectoren goede resultaten geboekt, gaat de schaalvergroting van tomaten onder glas door en is het perspectief voor de broei van bollen ruim voldoende. Dat geeft tuinders ruimte om zich met arbeid, gewasbescherming, water en energie bezig te houden. Hoe dat zit, lees je in deze update.

In het kort:
Financiële resultaten in de tuinbouw blijven goed
De Rabo-barometer laat in het eerste kwartaal van 2025 een goed niveau zien, namelijk een 7,5. Bijna alle subsectoren van de tuinbouw boeken goede resultaten. Alleen groene kamerplanten en de champignonteelt voor de verwerkende industrie doen het minder goed. Bekijk in figuur 1 het verloop van de Rabo-tuinbouwbarometer van 2020 tot nu.
Figuur 1: Rabo-tuinbouwbarometer (2020-2025)
In de glasgroenteteelt zijn de prijzen tot het einde van 2024 op een goed niveau gebleven. Niet elk segment presteert hetzelfde, maar over het algemeen is de score ruim voldoende. De eerste positieve resultaten van de belichte teelt van tomaat en komkommer deze winter geven ook voldoende comfort. Daarnaast lijkt de virusdruk iets minder door het gebruik van weerbare rassen. Toch is het nog steeds de hoofdoorzaak voor problemen in de glasgroenteteelt. Een goed hygiëneprotocol en gebruik van resistente rassen blijven noodzakelijk.
Snijbloemen en potplanten
Snijbloemenprijzen vielen iets terug in november en december. Toch is nog steeds sprake van een goed niveau. De contractprijzen voor tulpen in het voorjaar van 2025 zijn door het lage aanbod zelfs historisch hoog. Daardoor kan de prijs van andere bloemen ook stijgen. De bloeiende potplanten laten een normaal prijsbeeld zien. De zorgen zijn er vooral over de groene kamerplanten. Daar lijkt het sentiment na een aantal goede jaren af te vlakken. Het kan zijn dat het productieareaal wat moet worden teruggeschroefd, om hogere prijzen te realiseren.
Fruit
Afgelopen najaar waren de aardbeien goed geprijsd en de productievolumes op een redelijk niveau. Ook bij het hardfruit zijn de prijzen voor de oogst van 2024 bovengemiddeld. Naar verwachting zullen deze tot het einde van de oogst van 2024 goed blijven. De door Wageningen Economic Research geschatte rentabiliteit voor hardfruit in 2024 is echter niet erg rooskleurig. Dat komt vooral door hoge kostenstijgingen.
Najaarsproducten
De seizoenmatige oogst van najaarsproducten als leliebollen, calla’s of haagbeuk verliep vaak moeilijk. Dat kwam door wateroverlast op de percelen. Toch vallen de technische producties uiteindelijk niet tegen: ook hier is sprake van een redelijk gezonde marktsituatie.
Champignons
Er zijn wel problemen in de champignonmarkt. De afzet van conservenchampignons loopt terug in Europa en de Verenigde Staten (VS). Mogelijke importheffingen in de VS maken de Europese positie er niet beter op. De bedrijven die produceren voor de verwerkende industrie kunnen daarom niet hun volledige productiecapaciteit inzetten.
Schaalvergroting bij de glastomaten in Nederland blijft doorgaan
Eerder kwam schaalvergroting in de Nederlandse glastuinbouw vooral tot stand doordat grote bedrijven nieuwe kassen bouwden, terwijl kleinere bedrijven stopten met hun productie. De afgelopen tien jaar komt schaalvergroting steeds vaker tot stand door fusies. Vooral grotere bedrijven lijken hiervoor te kiezen. Dat gebeurt bij tomaten-, paprika- en auberginetelers. Tot nu toe vinden fusies nog niet zo vaak plaats bij komkommer- en aardbeitelers.
“50% van het tomatenareaal staat bij de tien grootste bedrijven.”
Het voorbeeld van tomaat laat deze beweging goed zien (zie figuur 2). Het areaal tomaten onder glas bleef de afgelopen tien jaar schommelen rond 1.700 hectare. Tien jaar geleden was het aandeel van de tien grootste bedrijven ongeveer 500 hectare (~30%). Nu is de (Nederlandse) oppervlakte van de tien grootste bedrijven gestegen naar circa 850 hectare, waarmee ongeveer 50% van het areaal bij de tien grootste bedrijven staat. De overige 200 bedrijven hebben ook zo’n 850 hectare. Het gemiddelde areaal laat daarom vooral de schaalvergroting zien van de grootste tien bedrijven. De trend van samenvoeging van bedrijven door fusies of overnames is ook in 2024 onverminderd doorgegaan.
Figuur 2: Totale oppervlakte tomaten onder glas en de oppervlakte van de tien grootste bedrijven
Marktperspectief broei is goed, verduurzaming van de teelt noodzakelijk
Door productieproblemen in het natte voorjaar van 2024 zijn er in het voorjaar van 2025 naar schatting slechts 3,4 miljard tulpen voor de binnen- en buitenlandse broeimarkt beschikbaar. De (hogere) prijsverwachting daarvan zie je terug in de contracten die voor het voorjaar van 2025 zijn afgesloten. Tegelijkertijd leidt deze lagere productie in 2024 ook tot een tekort aan plantgoed. Dat kan ervoor zorgen dat er in seizoen 2024-2025 minder tulpen worden geplant of dat tulpen verder uit elkaar worden geplant (lagere plantdichtheid).
Het plantgoed dat afgelopen najaar is gebruikt, is lichter van gewicht. Daardoor zal de productie in juni 2025 naar verwachting ook niet erg hoog zijn en zullen er ook in het voorjaar van 2026 niet zoveel tulpen op de markt zijn. Alleen als de groeicondities van voorjaar 2025 echt goed zijn, is er in 2026 marktverzadiging mogelijk. Het marktperspectief voor de tulpenteelt en tulpenbroei in 2025 is dus goed en voor 2026 redelijk goed tot goed. Door grotere problemen in de gewasbescherming, zoals het wegvallen van toelatingen voor bestaande middelen, kan de productie toch problemen blijven geven. Als de productie dan lager uitvalt, treedt marktverzadiging niet op en kan de prijsvorming wel redelijk goed blijven.
Lelie
Bij de lelie wordt ongeveer 15% van de bollenproductie geleverd voor de droogverkoop en zo’n 85% voor de broei. Driekwart van de lelies voor de broei gaat naar het buitenland, een kwart blijft in Nederland. De producties van leliebollen per hectare in 2024 zijn matig. Dat komt door de natte groeiomstandigheden. De schaarste kan zorgen voor redelijk goede prijzen voor de totale leliebollenproductie. Dat laten de eerste signalen uit de voorverkoop al zien.
“Duurzame lelieteelt is de beste strategie voor een goede exportpositie.”
Voor 2025 lijkt een normaal beeld te ontstaan. Op lange termijn is aan de ene kant het marktperspectief voor lelie redelijk tot goed. Aan de andere kant is er de vraag of productiebelemmeringen (zoals chemische gewasbescherming, waterproblematiek en spuitvrije zonering bij de teelt) bedrijven hinderen in hun operaties en het vinden van percelen. Hoe dat verloopt, wisselt per individuele tuinder en per regio. Het blijft de vraag of de lelieteelt in Nederland in staat is haar bedrijfsvoering sterk te verduurzamen, zonder de exportpositie te verliezen.
Overige broeigewassen
Bij overige bol- en knolgewassen, zoals de hyacint, narcis en zantedeschia, blijft het areaal en het perspectief gelijk. Bij de narcis en hyacint wordt een deel van de productie gebruikt voor de broei van bloembollen in pot. Het jaarlijks rendement daarvan wisselt, maar is niet per se positief of negatief. De stijging van het zantedeschia-areaal is de laatste vijf jaar tot stilstand gekomen. Dat komt onder andere door de lastige teelt.
De hoeveelheid gladiolen, irissen en krokussen neemt af. De teelt van gladiool heeft door de benodigde vruchtwisseling steeds nieuwe percelen nodig. Daardoor is het niet erg aantrekkelijk om gladiolen op te nemen in een bouwplan. Verder is de gladiool minder goed bruikbaar in gemengde boeketten en is het een seizoenproduct (juli). De krokus is vooral een product voor de droogverkoop. Bij iris is de afzetmarkt weliswaar gemengd (droge en natte verkoop), toch zijn er vanwege de kleine markt maar een paar specialisten die deze bloem broeien.
Kleine vooruitgang in de energietransitie van de glastuinbouw
De eerste gegevens over het energieverbruik in 2024 van de glastuinbouw zijn binnen (zie figuur 3). Op basis daarvan verwachten we dat het aardgasverbruik ongeveer 4% is teruggegaan. In de Energiemonitor 2024 van Wageningen Economic Research wordt het definitieve cijfer gepubliceerd.
Figuur 3: CO2-emissies van verbruik fossiele brandstoffen in de glastuinbouw
Als er 4% minder aardgas wordt gebruikt, betekent het dat de CO2-emissie van fossiele brandstoffen in de glastuinbouw in 2024 ongeveer 4,9 megaton is. Daarboven komen nog overige emissies in de glastuinbouw voor onder andere groeimedia en meststoffen. Voor 2025 verwachten we dat de uitstoot weer met 3 tot 5% daalt, op basis van de volgende ontwikkelingen:
Aardbeien in Nederland, België en Duitsland steeds meer een bedekte teelt
Het areaal aardbei onder bedekking (zoals onder een glazen kas of plastic tunnel) groeit in Nederland. Daarin is de aardbeiteelt in Nederland niet uniek. Ook in omliggende landen is de bedekte teelt van aardbei steeds belangrijker. De totale productie van aardbeien van deze drie landen is de afgelopen tien jaar niet veel veranderd en ligt rond de 250 miljoen kilogram.
Figuur 4: Productie en areaalsontwikkeling van aardbei in Duitsland, Nederland en België
De productwijze verandert wel. Ondertussen is bijna 55% van de gecombineerde productie van deze drie landen afkomstig uit bedekte teelt en 45% van de teelt in de vollegrond (zie figuur 4). Daarnaast is vooral de productie uit bedekte teelt in Nederland sterk gegroeid. De vollegrondsteelt in Duitsland is sterk verminderd en de vollegrondsteelten in Nederland en België zijn steeds meer overgeschakeld van de productie van aardbei naar de teelt van plantmateriaal.
Hoe ga jij om met energie, arbeid en gewasbescherming?
Voorbereiden op positieve toekomst in tuinbouw
Samengevat presteert de tuinbouwsector opnieuw goed: de prijzen waren meestal voldoende om de kosten te dekken en de bollenbroei heeft een positief vooruitzicht. Toch stoppen er bedrijven en gaat schaalvergroting door. Dat is te zien aan hoe tien ondernemingen in Nederland ondertussen de helft van de tomatenproductie voor hun rekening nemen. Arbeid, gewasbescherming, water en energie zijn belangrijke thema’s. Tuinders die zich willen voorbereiden op een positieve toekomst, doen er goed aan zich in deze onderwerpen te verdiepen.
Wil je sparren over de toekomst van jouw onderneming? Neem dan contact op met je accountmanager.