Opinie

De energierekening verandert vanaf 2027; wat betekent dat voor jou?

7 augustus 2025 14:00 RaboResearch
Downloaden

Vanaf 2027 verandert de energierekening. Zo verdwijnt de salderingsregeling, moeten energieleveranciers groen gas gaan bijmengen in het aardgasnet, komt er een emissieheffing en veranderen de tarieven van netbeheerders. Als huishoudens en kleine bedrijven zich niet voorbereiden op deze wijzigingen, kan hun energierekening hierdoor significant hoger uitvallen.

Man met gele muts en gele deken omgeslagen bekijkt een rekening

Einde salderingsregeling

Het kabinet Schoof heeft besloten dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 volledig stopt. Dit betekent dat kleinverbruikers[1] vanaf dat moment de elektriciteit die ze afnemen van het elektriciteitsnet niet meer kunnen wegstrepen tegen de zonnestroom die ze op een ander moment zelf leveren aan het net. Ze gaan dus het volle pond (kale leveringskosten energieleverancier, energiebelasting en btw) betalen over alle afgenomen elektriciteit, net zoals consumenten die geen zonnepanelen hebben. Daarnaast ontvangen ze een terugleververgoeding voor de aan het net geleverde zonnestroom, maar daar kunnen ook terugleverkosten tegenover staan, waardoor de netto opbrengst van aan het net geleverde zonnestroom waarschijnlijk minimaal zal zijn. Voor een huishouden dat in totaal (afname via net + eigen verbruik zonnepanelen) 3.000 kWh elektriciteit verbruikt en zelf zes zonnepanelen heeft van 400 Wp[2], kan dit ruim 250 euro per jaar[3] aan extra kosten opleveren ten opzichte van de huidige situatie.[4]

Oplossing 1: elektriciteitsvraag schuiven in de tijd

Er zijn grofweg twee manieren om hier iets aan te doen. De eerste is om een deel van de vraag naar elektriciteit te verschuiven naar de momenten waarop de zonnepanelen stroom opwekken, zodat de consument meer zonnestroom rechtstreeks zelf verbruikt en dus minder teruglevert en minder afneemt van het net. Concreet betekent dit dat een deel van het elektriciteitsverbruik van de ochtend en de avond richting de middag moet worden geschoven, zodat opwek en verbruik beter met elkaar overlappen (zie figuur 1). Dit kan bijvoorbeeld door wasmachines, drogers en vaatwassers aan te zetten op momenten dat de zon schijnt. Het kan ook door elektrische auto’s op te laden via thuislaadpalen, water te verwarmen in een buffervat waarmee je later kunt douchen en een thuisbatterij op te laden op zonnige momenten, zodat deze stroom later op de dag kan worden gebruikt. Dit kan handmatig, via instellingen van de desbetreffende apparaten, met slimme stekkers, met een zogenaamd Home Energy Management Systeem (HEMS) of via aansturing door een derde partij zoals een energieleverancier.[5] Elke toename van het zelfverbruik van de eigen zonnestroom met 5 procentpunt levert in ons rekenvoorbeeld per jaar ongeveer 35 euro minder extra kosten op ten opzichte van het eerder genoemde bedrag van 250 euro per jaar.

[1] Consumenten met een elektriciteitsaansluiting van maximaal 3x80 ampère. Hieronder vallen alle huishoudens en veel kleine bedrijven. Grootverbruikers, zoals grootschalige zonneparken, kunnen geen gebruik maken van de salderingsregeling.

[2] Wattpiek (Wp) is de eenheid waarin het maximale vermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt. Het geeft aan hoeveel elektrische energie een zonnepaneel kan produceren onder ideale omstandigheden.

[3] Als het huishouden op dit moment nog geen terugleverkosten betaalt, is het verschil ongeveer 485 euro per jaar.

[4] Uitgaande van: 900 vollasturen per jaar; 30% eigen verbruik van de zonnestroom; 0,27 euro/kWh kosten afname elektriciteit via leverancier; 0,15 euro/kWh terugleverkosten tot 2027; 0,05 euro/kWh terugleverkosten vanaf 2027 en 0,05 euro/kWh terugleververgoeding zonnestroom vanaf 2027.

[5] Niet alle apparaten kunnen via derde partijen worden aangestuurd en niet alle energieleveranciers bieden deze optie aan.

Figuur 1: Indicatief profiel elektriciteitsverbruik huishouden en elektriciteitsproductie zonnepanelen

Indicatief profiel elektriciteitsverbruik huishouden en elektriciteitsproductie zonnepanelen
Bron: RaboResearch 2025

Oplossing 2: dynamisch elektriciteitscontract

De tweede mogelijkheid om het effect van het einde van de salderingsregeling te beperken, is het afsluiten van een dynamisch elektriciteitscontract. Hierbij is de prijs die een consument betaalt voor een verbruikte kWh elektriciteit direct gekoppeld aan de prijs op de zogeheten day-aheadmarkt.[6] Op deze markt wordt elektriciteit per uur verhandeld voor levering de volgende dag. De tarieven van een dynamisch contract kunnen dus elk uur anders zijn. Een voordeel van een dynamisch contract is dat energieleveranciers doorgaans geen of weinig terugleverkosten in rekening brengen voor zonnestroom die consumenten leveren aan het elektriciteitsnet. Een nadeel is dat de day-aheadprijzen ook negatief kunnen zijn. Als je op dat moment zonnestroom levert aan het net, moet je daar dus voor betalen.

De kans dat de day-aheadprijzen negatief zijn op het moment dat zonnepanelen veel stroom opwekken – in de maanden april tot en met augustus tussen 10 en 17 uur – is groot. In 2024 had 28% van de uren in deze periode een negatieve day-aheadprijs. In 2025 is dat in de maanden april tot en met juni al gestegen tot 54% (ten opzichte van 26% over dezelfde periode vorig jaar). Meer dan de helft dus. Op die momenten wil je geen zonnestroom leveren aan het net. Dat kan door de zonnepanelen op die momenten uit te zetten of door de stroom op te slaan in een thuisbatterij en op een later moment te leveren aan het net (als de prijzen weer positief zijn). In beide gevallen moet de zonnepaneeleigenaar actie ondernemen om één van deze oplossingen te implementeren. Nog niet alle zonnepaneelomvormers zijn geschikt om regelmatig aan en uit te zetten zonder de kans op beschadigingen. Ook kunnen verschillende typen omvormers nog niet automatisch of op afstand worden uitgezet.

Uiteraard is het mogelijk om oplossing 1 en oplossing 2 te combineren om zoveel mogelijk waarde uit de opwek van de eigen zonnepanelen te halen en zo min mogelijk stroom te hoeven afnemen van en leveren aan het net.

[6] Bovenop de day-aheadprijs brengt de energieleverancier meestal een marge van een enkele centen in rekening, plus energiebelasting en btw.

Hogere gasprijs

Niet alleen de elektriciteitsrekening van huishoudens en kleine bedrijven met zonnepanelen verandert in 2027, ook de gasrekening van alle huishoudens en kleine bedrijven die aardgas gebruiken zal er anders uit komen te zien. Dit komt door twee maatregelen: de bijmengverplichting van groen gas en de start van ETS2.

Bijmengverplichting groen gas

De Nederlandse overheid wil graag minder afhankelijk worden van buitenlands aardgas. Ook moet het aardgasverbruik naar beneden om de klimaatdoelen te kunnen halen. Dat kan door de gasvraag te verminderen, bijvoorbeeld door woningen en kantoren beter te isoleren, en door meer groen gas te produceren. Groen gas is hetzelfde als aardgas, alleen heeft het een biogene in plaats van een fossiele oorsprong. Er wordt in Nederland relatief weinig groen gas geproduceerd en geconsumeerd. Om de productie te stimuleren, heeft de overheid besloten dat er vanaf 2027 groen gas moet worden bijgemengd in het aardgasnet. Energieleveranciers die aardgas leveren aan huishoudens en kleine bedrijven moeten ervoor zorgen dat zij voldoende groen gas inkopen. Dit type gas is duurder dan aardgas en de energieleveranciers zullen die kosten naar verwachting doorberekenen aan de consument. In een kamerbrief uit begin 2024 werd rekening gehouden met meerkosten van 12 tot 17 cent per m3 aardgas inclusief btw. Inmiddels is de bijmengverplichting iets aangepast, waardoor het lastig te zeggen is of deze inschatting nog steeds reëel is. Als dat zo is, dan zouden de extra kosten voor een gemiddeld huishouden met een gasverbruik van 1.000 m3 per jaar kunnen uitkomen op 120 tot 170 euro per jaar.

ETS2

Grote industriële bedrijven, elektriciteitsproducenten, de Europese luchtvaart en delen van de internationale scheepvaart vallen onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS). Dit betekent dat bedrijven uit deze sectoren rechten moeten bezitten om broeikasgassen te mogen uitstoten. Het aantal beschikbare rechten neemt jaarlijks af, waardoor de broeikasgasuitstoot afneemt. De Europese Unie introduceert in 2027 een soortgelijk systeem (ETS2) voor huishoudens en bedrijven uit bijna alle andere sectoren. Omdat bij de verbranding van aardgas CO2 vrijkomt, moeten energieleveranciers die aardgas leveren aan huishoudens en kleine bedrijven vanaf 2027 gaan betalen voor die uitstoot. Zij moeten bijhouden hoeveel aardgas ze verkopen en vervolgens voldoende emissierechten inkopen. De kosten die ze daarvoor maken, berekenen ze waarschijnlijk volledig door aan de consument. Voor een gemiddeld huishouden met een aardgasverbruik van 1.000 m3 per jaar kost dit tot 2030 naar verwachting bijna 100 euro extra per jaar en vanaf 2030 ongeveer 100 tot 200 euro per jaar.[7]

[7] Aannemende dat de groothandelsprijs van aardgas en de energiebelasting op aardgas gelijk blijft. Het kabinet Schoof had plannen om de energiebelasting op aardgas richting 2030 te verminderen. Als een nieuwe regering die plannen overneemt, scheelt dat een gemiddeld huishouden in 2030 ongeveer 20 euro per jaar ten opzichte van 2025.

Stijgende kosten gasaansluiting

Niet alleen het gebruik van aardgas wordt duurder, ook de vaste jaarlijkse kosten voor een aardgasaansluiting stijgen naar verwachting flink. Dit komt hoofdzakelijk doordat steeds minder gebouwen een aardgasaansluiting hebben en de kosten niet evenredig dalen, waardoor de kosten per aansluiting stijgen. Ten opzichte van vijf jaar geleden zijn de tarieven voor huishoudens al met 40% gestegen tot 248 euro per jaar.[8] Als de tarieven de komende vijf jaar weer met eenzelfde percentage stijgen, is een gasaansluiting in 2030 100 euro per jaar duurder dan nu. Dit maakt het steeds interessanter om woningen en andere gebouwen aardgasvrij te maken.

[8] Dit geldt voor een bemeten gasaansluiting tot en met G10 met een jaarlijks verbruik van tussen de 400 en 5.000 m3. De exacte kosten verschillen per netbeheerder. In dit artikel is gerekend met het gemiddelde van de tarieven van Enexis, Liander en Stedin.

Alternatief nettariefstelsel elektriciteitsaansluiting

Ook de jaarlijkse kosten voor het hebben van een elektriciteitsaansluiting stijgen snel, maar het is doorgaans geen optie om een elektriciteitsaansluiting op te zeggen. In 2025 betaalden huishoudens gemiddeld 468 euro per jaar, ongeacht de manier waarop ze het elektriciteitsnet belasten.[9] Dit gaat veranderen.

De netbeheerders ontwikkelen momenteel een nieuw nettariefstelsel waarbij het vaste tarief per jaar aanzienlijk lager is, maar er een variabel tarief bijkomt. Dit variabele tarief zal waarschijnlijk afhankelijk zijn van de hoeveelheid afgenomen elektriciteit (in kWh), waarbij het uitmaakt wanneer een consument die elektriciteit afneemt van het net.[10] Tijdens de piekuren in de ochtend en de avond zal het kWh-tarief van de netbeheerders hoger zijn dan in de middag en de nacht. Men streeft ernaar het stelsel in 2028 in te voeren.[11]

Zonder deze stelselwijziging stijgen de gemiddelde kosten voor een elektriciteitsaansluiting voor huishoudens naar verwachting door naar 640 euro per jaar in 2030.[12] Met het nieuwe stelsel zullen de kosten veel meer afhankelijk worden van het type huishouden (of bedrijf) en het gedrag. Men zal het stelsel zo inrichten dat huishoudens die niet elektrificeren in 2030 waarschijnlijk iets goedkoper uit zijn dan als het oude stelsel in 2030 nog zou bestaan. Wel zijn ze duurder uit dan in 2025 en krijgen ze te maken met een stijgende aardgasrekening. Consumenten die wél elektrificeren (bijvoorbeeld doordat ze overschakelen op een warmtepomp en elektrisch rijden) maar een groot deel van de benodigde extra elektriciteit in de middag of nacht verbruiken, zullen onder het nieuwe stelsel in 2030 waarschijnlijk ongeveer even duur uit zijn als onder het oude stelsel in 2030 (maar hoeven dan niet meer te betalen voor hun gasaansluiting, wat een voordeel is). Huishoudens en bedrijven die elektrificeren en de extra stroom voornamelijk in de ochtend- en avondpiek verbruiken, zullen waarschijnlijk duurder uit zijn onder het nieuwe stelsel.

Het wordt dus zaak om slim om te gaan met elektriciteit.

[9] Dit geldt voor een bemeten elektriciteitsaansluiting tot en met 3x25 ampère. De exacte kosten verschillen per netbeheerder. In dit artikel is gerekend met het gemiddelde van de tarieven van Enexis, Liander en Stedin.

[10] Dit staat los van de kosten die energieleveranciers in rekening brengen voor afgenomen elektriciteit.

[11] Bron: kamerbrief netcongestie 30 juni 2025.

[12] Bron: Berenschot (2024). Verkenning alternatief nettariefstelsel kleinverbruik.

Zonder aanpassingen stijgt energierekening (sterk)

De energierekening van huishoudens en kleine bedrijven gaat de komende jaren veranderen. Dat komt door afschaffing van de salderingsregeling, invoering van de bijmengverplichting van groen gas in het aardgasnet, invoering van een emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving, stijging van de kosten voor een gasaansluiting en invoering van een nieuw nettarievenstelsel voor een elektriciteitsaansluiting.

RaboResearch verwacht dat de energierekening van huishoudens en kleine bedrijven die aardgas blijven gebruiken bovengemiddeld hard zal stijgen. Indien mogelijk kan het dus handig zijn om maatregelen te treffen die het aardgasverbruik verminderen of zelfs helemaal voorkomen.

Ook consumenten die elektrificeren maar dat niet op een slimme manier doen, zullen te maken krijgen met een fors stijgende energierekening. Daarom is het belangrijk dat huishoudens en bedrijven alvast nadenken over hoe ze hun elektriciteitsverbruik deels flexibel kunnen maken.

Kortom, huishoudens en kleine bedrijven doen er goed zich voor te bereiden op de aanstaande veranderingen en indien mogelijk maatregelen te treffen. Dit geldt uiteraard ook voor woningcorporaties, verhuurders van woningen of kantoor- en winkelpanden et cetera. Zo komt niemand in 2027 voor vervelende verrassingen te staan als de energierekening op de (digitale) mat valt.

Dit artikel is eerder gepubliceerd op Energiepodium.

Disclaimer

De informatie en meningen in dit document zijn indicatief en alleen bedoeld voor discussiedoeleinden. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de in dit document beschreven transacties en/of commerciële ideeën. Dit document is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden en mag niet worden opgevat als aanbod, uitnodiging of aanbeveling. Lees verder