Onderzoek

De energietransitie en de Tweede Kamer verkiezingen 2025: tussen idealen en haalbaarheid

20 oktober 2025 14:30 RaboResearch

Wat zeggen de verkiezingsprogramma’s écht over de energietransitie? De focus verschuift, de ambities blijven hoog - maar waar ligt het politieke draagvlak? In ons nieuwste overzicht zie je in één oogopslag welke maatregelen kans maken op een plek in het coalitieakkoord.

Hofvijver

In het kort

    De energietransitie verschuift van versnelling naar betaalbaarheid, leveringszekerheid en energie-autonomie. Door geopolitieke spanningen benadrukken steeds meer partijen het belang van minder afhankelijkheid van buitenlandse fossiele energiebronnen. Partijen maken zich zorgen over de koopkracht van burgers en de concurrentiekracht van bedrijven; energiebeleid moet niet alleen duurzaam zijn, maar ook betaalbaar blijven. Onder de partijen is brede consensus over het feit dat kernenergie in de energiemix de leveringszekerheid vergroot.

De energietransitie is in volle gang en vormt een van de grootste maatschappelijke opgaven van deze tijd. Waar de noodzaak tot vergroening en versnelling de beleidsdoelen lange tijd domineerde, gaat het de laatste tijd in het publieke debat vooral over energie-autonomie, betaalbaarheid en leveringszekerheid. Deze verschuiving is ook waarneembaar in de verkiezingsprogramma’s en weerspiegelt een bredere herijking van prioriteiten. Dit wordt mede ingegeven door geopolitieke spanningen, stijgende energieprijzen en zorgen over de betrouwbaarheid van het energiesysteem.

Politieke partijen formuleren in hun verkiezingsprogramma’s ambitieuze doelen en oplossingsrichtingen, die uiteindelijk moeten worden vertaald in concrete beleidskeuzes. Juist die vertaalslag is bepalend voor de koers en het tempo van de energietransitie in de komende kabinetsperiode.

Welke beleidsmaatregelen uiteindelijk worden doorgevoerd, hangt mede af van de mate waarin er politieke meerderheden voor te vinden zijn. Daarom geven we in de volgende paragrafen een overzicht van de meest genoemde beleidskeuzes in de verkiezingsprogramma’s en de standpunten per politieke partij.

In sommige gevallen is steun voor of afwijzing van een standpunt afhankelijk van specifieke voorwaarden, zoals financiële compensatie of beperkende uitzonderingen. Ook deze nuance hebben we meegenomen in het overzicht, om een beter beeld te krijgen van het politieke draagvlak en de mogelijke beleidsrichting. Of de beleidsmaatregel uiteindelijk zijn weg vindt naar het coalitieakkoord, hangt uiteraard af van de uiteindelijke coalitie die er komt.

Om het overzichtelijk te maken, zijn de voorgestelde beleidsmaatregelen ingedeeld in drie categorieën:

  1. Energiebronnen
  2. Pragmatische ingrepen
  3. De vervuiler betaalt

Hieronder volgt een tabel waarin alle beleidskeuzes staan en de voorkeuren van de politieke partijen. Daarachter staat het aantal zetels dat voor of tegen is zodat in één oogopslag duidelijk wordt of er een meerderheid voor is. De zetels zijn gebaseerd op de peiling van Ipsos I&O van 15 oktober 2025.

Tabel 1: Overzicht van de beleidsmaatregelen en de standpunten van de partijen

Overzicht van de beleidsmaatregelen en de standpunten van de partijen
Bron: Verkiezingsprogramma’s politieke partijen 2025, Ipsos I&O 2025, RaboResearch 2025

Hieronder gaan wij dieper in op de beleidskeuzes en de standpunten van de politieke partijen.

Energiebronnen

In 2024 kwam ongeveer 51% van de Nederlandse elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen zoals zon, wind en biomassa. In alle verkiezingsprogramma’s komt de opwek van elektriciteit terug als een belangrijk thema omdat de energiemix raakt aan de mate van energie-autonomie. Daarnaast is de energiemix in hoge mate bepalend voor de leveringszekerheid. De meeste politieke partijen richten zich op vier bronnen: wind op zee, zonnepanelen, kernenergie en kleine gasvelden.

Tabel 2: Overzicht van energiebronnen en de standpunten van de partijen

Overzicht van energiebronnen en de standpunten van de partijen
Bron: Verkiezingsprogramma’s politieke partijen 2025, Ipsos I&O 2025, RaboResearch 2025

Meer wind op zee: breed gedragen, maar vaak onder voorbehoud

Een meerderheid van de politieke partijen spreekt zich uit voor uitbreiding van windenergie op zee. Voor veel partijen vormt wind op zee een essentieel onderdeel van het toekomstige duurzame energiesysteem. Daarbij wordt meer windenergie niet alleen gezien als een manier om de klimaatdoelen te halen, maar ook als een strategisch middel om de energie-autonomie te vergroten en de import van fossiele brandstoffen uit geopolitiek instabiele regio’s te verkleinen.

Toch zijn er kanttekeningen. Sommige partijen wijzen op de ecologische impact van grootschalige windparken op de Noordzee, zoals mogelijke verstoring van mariene ecosystemen. Deze zorgen leiden bij enkele partijen tot een voorbehoud bij verdere uitrol. Zo willen sommige partijen vooraf een toets op de ecologische effecten, of de visserij betrekken bij de verdere ontwikkeling van windmolenparken op zee. Sommige partijen vinden dat windmolenparken überhaupt niet in visrijke gebieden horen.

Een kleinere groep partijen pleit zelfs voor het volledig stopzetten van wind op zee. De argumenten die zij hierbij aandragen, zijn onder meer dat windenergie de leveringszekerheid volgens hen verkleint, bijdraagt aan netcongestie en gepaard gaat met hoge kosten voor de verzwaring van het elektriciteitsnetwerk, hetgeen de betaalbaarheid aantast.

Meer zonne-energie: brede steun, met nadruk op zon-op-dak

Veel partijen zien zonne-energie als een tweede pijler onder het toekomstige duurzame energiesysteem. Partijen zien zonne-energie als een schone energiebron die ook de energie-autonomie vergroot. Een meerderheid pleit voor een substantiële uitbreiding van zonne-energie, waarbij zon-op-dak nadrukkelijk de voorkeur geniet boven grootschalige installaties op landbouw- of natuurgrond. Sommige partijen sluiten dat laatste categorisch uit.

De partijen die zich tegen uitbreiding van zonne-energie keren, noemen grotendeels dezelfde bezwaren als bij wind op zee: zorgen over leveringszekerheid, netcongestie en de hoge kosten van infrastructuur die de betaalbaarheid onder druk kunnen zetten.

Kernenergie: brede steun als stabiele bron in de energiemix

Een breed deel van het politieke spectrum beschouwt kernenergie als een waardevolle aanvulling op de energiemix. Voorstanders wijzen op de bijdrage aan leveringszekerheid, energie-autonomie en het feit dat kernenergie geen directe CO₂-uitstoot veroorzaakt. Meerdere partijen steunen de bouw van de twee geplande kerncentrales, sommige partijen pleiten voor vier kerncentrales of zelfs meer.

Toch zijn er ook kritische geluiden. Diverse partijen maken een voorbehoud bij de inzet van kernenergie, met name vanwege zorgen over veiligheid, radioactief afvalbeheer en de lange doorlooptijd van projecten. Een enkele partij verzet zich tegen publieke financiering van kerncentrales, en stelt dat private investeringen leidend moeten zijn.

Opvallend is dat de steun voor kernenergie zich uitstrekt over zowel centrumlinkse als centrumrechtse partijen. Tegelijkertijd zijn er twee partijen die expliciet tegen kernenergie zijn: de Partij voor de Dieren, die kernenergie als niet-duurzaam beschouwt, en de SP, die naast het duurzame aspect wijst op de hoge kosten die de betaalbaarheid volgens hen aantasten.

Kleine gasvelden: geen uitgesproken meerderheid voor opening

De heropening van het Groninger gasveld geniet nauwelijks politieke steun. Voor kleinere gasvelden van eigen bodem ligt dit genuanceerder. Een aantal partijen ziet in beperkte gaswinning van eigen bodem een manier om de energie-autonomie te vergoten zodat de import uit geopolitiek instabiele regio’s kan worden verkleind. Daarbij wijzen zij ook op de betaalbaarheid van energie en de rol van gas in het waarborgen van leveringszekerheid door inzet van gascentrales.

Toch is er geen meerderheid voor het openen van kleine gasvelden van eigen bodem. Tegenstanders willen zo snel mogelijk af van fossiele energie, waaronder aardgas. Voor hen staat het versnellen van de energietransitie centraal.

Een opvallend aantal partijen neemt in hun verkiezingsprogramma geen expliciete positie in over de toekomst van kleine gasvelden van eigen bodem. Hoewel deze partijen zich niet voor of tegen uitspreken, vertegenwoordigen zij gezamenlijk meer zetels dan de groep die zich expliciet tegen verdere gaswinning keert. Dit wijst op een potentieel beleidsmatig grijs gebied, waarin toekomstige besluitvorming sterk afhankelijk kan zijn van coalitieonderhandelingen en externe ontwikkelingen.

Pragmatische ingrepen

Partijen komen soms met pragmatische oplossingen voor nijpende problemen zoals netcongestie en de stijgende energierekening waarvan de oplossing niet op korte termijn kan worden gerealiseerd. Daarbij nemen zij concessies voor lief met het oog op resultaat. In deze categorie vallen drie beleidskeuzes die regelmatig terugkomen in de verkiezingsprogramma’s. Dit zijn: ondergrondse CO2-opslag, snel-procedure voor infrastructuurvergunningen en een langere afschrijvingsduur voor energie-infrastructuur.

Tabel 3: Pragmatische ingrepen voor nijpende problemen en de standpunten van de partijen

Pragmatische ingrepen voor nijpende problemen en de standpunten van de partijen
Bron: Verkiezingsprogramma’s politieke partijen 2025, Ipsos I&O 2025, RaboResearch 2025

Ondergrondse CO2-opslag: tijdelijke oplossing met verdeeld politiek draagvlak

Ondergrondse CO₂-opslag is een manier om de uitstoot te beperken van vervuilende industrieën. Tegelijkertijd is de techniek kostbaar, energie-intensief en biedt zij geen structurele oplossing voor fossiele afhankelijkheid. Politiek gezien is er geen meerderheid voor of tegen. Wel vertegenwoordigen voorstanders meer zetels dan expliciete tegenstanders. Veel partijen nemen geen expliciet standpunt in. Daarmee lijkt ondergrondse CO2-opslag bij veel partijen geen discussiepunt te zijn.

Snel-procedure vergunningen: brede politieke steun

Vrijwel alle politieke partijen erkennen netcongestie als een urgent knelpunt binnen de energietransitie. Het tast de leveringszekerheid aan en is ook een obstakel voor economische groei in gebieden waar bijvoorbeeld bedrijven door netcongestie niet kunnen uitbreiden. De aanleg van nieuwe energie-infrastructuur stuit momenteel op lange vergunningprocedures, mede door uitgebreide bezwaar- en beroepsmogelijkheden. Een ruime meerderheid van partijen pleit er daarom voor deze procedures te versnellen als concrete maatregel om de netcapaciteit sneller uit te breiden. Er zijn geen expliciete tegenstanders.

Verlaging netwerkkosten via een boekhoudkundige aanpassing

De netwerkkosten in Nederland liggen relatief hoog ten opzichte van die in omliggende landen. Een veelgenoemde beleidsoptie om deze kosten te verlagen, is het verlengen van de afschrijvingstermijn van energie-infrastructuur. Door miljardeninvesteringen over een langere periode af te schrijven wordt de terugverdientijd langer, en gaan de lasten op jaarbasis omlaag. Dit komt volgens voorstanders de betaalbaarheid ten goede.

Hoewel dit voorstel brede aandacht krijgt in partijprogramma’s, is er op dit moment geen politieke meerderheid voor. Een groot aantal partijen neemt geen expliciet standpunt in, waardoor beleid in theorie nog beide kanten op kan bewegen.

De vervuiler betaalt

In Nederland kennen we het adagium ‘de vervuiler betaalt’. Toch is er een kentering waarneembaar. Sinds de energiecrisis maken politieke partijen zich meer zorgen over de betaalbaarheid van energie. Meestal wordt er gepleit voor een “eerlijke” progressieve verdeling van de lasten waarin grote vervuilers bijvoorbeeld meer betalen dan kleine vervuilers of vermogende partijen meer dan de burger met de kleine beurs. Sommige partijen stellen voor om kwetsbare groepen extra steun te bieden.

De betaalbaarheid wordt vaak belicht vanuit het perspectief van de burger wiens koopkracht onder druk staat. Vooral voor lage inkomens zijn de energiekosten een relatief grote hap uit hun budget. De laatste tijd hebben sommige partijen echter ook zorgen over de industriële grootverbruikers. Zij dreigen uit Nederland te vertrekken omdat de energielasten hoger oplopen dan in de ons omringende landen wat hun concurrentiepositie doet afkalven. Sommige partijen stellen daarom ook maatregelen voor die de betaalbaarheid van energie voor grootverbruikers verbeteren.

Tabel 4: De vervuiler betaalt en de standpunten van de partijen

De vervuiler betaalt en de standpunten van de partijen
Bron: Verkiezingsprogramma’s politieke partijen 2025, Ipsos I&O 2025, RaboResearch 2025

Afschaffing CO₂-heffing: industrie staat onder druk

De nationale CO₂-heffing is van toepassing op industriële bedrijven met hoge emissies en komt bovenop de kosten in het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Nederland is momenteel de enige EU-lidstaat met een aanvullende nationale heffing. Dit leidt tot verdeeldheid in het politieke debat.

Voorstanders van de afschaffing van deze nationale heffing wijzen erop dat deze een ongelijk speelveld creëert binnen de EU. Zij vrezen dat bedrijven hun activiteiten verplaatsen naar landen zonder vergelijkbare heffing. Afschaffing zou het speelveld weer gelijk trekken.

Tegenstanders van afschaffing benadrukken het principe van ‘de vervuiler betaalt’. Zij zien het handhaven van de heffing als een stimulans voor versnelde verduurzaming en waarschuwen dat afschaffing bedrijven zou benadelen die al investeren in schone technologie.

Hoewel de discussie voort duurt, is er op dit moment een politieke meerderheid voor afschaffing van de CO₂-heffing.

Afbouw fossiele subsidies: geen politieke meerderheid

Nederland ondersteunt het gebruik van fossiele brandstoffen voornamelijk via indirecte fiscale voordelen. Deze regelingen verbeteren vooral de betaalbaarheid van energie voor industriële grootverbruikers in energie-intensieve sectoren. Het achterliggende idee is dat de concurrentiekracht behouden blijft, mede omdat vergelijkbare regelingen ook in andere EU-lidstaten bestaan.

Voorstanders stellen dat afbouw van fossiele subsidies bedrijven stimuleert sneller te verduurzamen omdat de energierekening flink zal stijgen. Tegenstanders van afbouw van fossiele subsidies vrezen dat die de concurrentiekracht aantast en dat het ongelijke speelveld leidt tot verlies van bedrijvigheid en verplaatsing van productie naar het buitenland.

Hoewel het debat aan intensiteit wint, is er momenteel volgens de partijprogramma’s geen politieke meerderheid te vinden voor de afbouw van fossiele subsidies.

Verlaging energiebelasting: de nadruk ligt op betaalbaarheid

De gestegen energiekosten zetten de koopkracht onder druk. Verschillende politieke partijen pleiten daarom voor verlaging van de energiebelasting, met nadruk op de betaalbaarheid voor huishoudens. Sommige partijen kiezen voor een gerichtere benadering, waarbij vooral kwetsbare groepen worden ondersteund terwijl grootverbruikers zwaarder worden belast.

Expliciete tegenstanders van verlaging benaderen het thema primair vanuit het perspectief van grootverbruikers, en minder vanuit huishoudelijk belang. Zij vinden dat grootverbruikers gewoon belasting moeten betalen over hun energieverbruik.

Hoewel er geen politieke meerderheid is voor verlaging, spreekt een groot deel van de partijen zich niet expliciet uit. De positie van deze partijen moet dan ook worden bezien in de bredere context van hun verkiezingsprogramma’s.

Verlaging brandstofaccijns: betaalbaarheid en mobiliteitsvrijheid

De brandstofaccijns is een verbruiksbelasting op fossiele brandstoffen zoals benzine, diesel en LPG. Deze vaste heffing per liter, waarover ook btw wordt betaald, vormt een substantieel deel van de prijs aan de pomp. Voorstanders van verlaging benadrukken het belang van betaalbare mobiliteit en de vrijheid van autogebruik voor burgers.

Een meerderheid van de politieke partijen spreekt zich niet expliciet uit over de brandstofaccijns. Dit suggereert dat afschaffing of verlaging geen prioriteit vormt binnen hun fiscale agenda. Het debat over accijnsbeleid blijft daarmee beperkt tot een select aantal partijen.

De energietransitie gaat verder

Na 29 oktober zal er meer inzicht zijn in de coalitiemogelijkheden en dus ook in de beleidsmaatregelen die waarschijnlijk in een coalitieakkoord worden opgenomen. Wel valt nu al te concluderen dat de partijen die de energietransitie willen voortzetten door meer hernieuwbare bronnen toe te voegen aan de energiemix, een ruime meerderheid vormen. Ook is er brede consensus over de stabiliserende rol van kernenergie in de energiemix.

Wellicht de belangrijkste maatregel waar een meerderheid voor is, is het versnellen van de vergunningsprocedures. Uitbreiden van het netwerk om netcongestie op te lossen is zeer urgent. Versnelde vergunningsprocedures zullen de tijd verkorten om deze netuitbreiding te realiseren, maar nog altijd zal het jaren duren voordat er een uitgebreid netwerk ligt.

Disclaimer

De informatie en meningen in dit document zijn indicatief en alleen bedoeld voor discussiedoeleinden. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de in dit document beschreven transacties en/of commerciële ideeën. Dit document is uitsluitend bedoeld voor informatieve doeleinden en mag niet worden opgevat als aanbod, uitnodiging of aanbeveling. Lees verder