Tweede Kamer kiest opnieuw voor aanpassing autobelastingen

Een aantal Tweede Kamerleden heeft de afgelopen periode voorstellen gedaan om eerdere wetsvoorstellen op gebied van autobelasting aan te passen. Deze moeten weliswaar nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer, maar gaan naar alle waarschijnlijkheid leiden tot stevige gevolgen voor autobelastingen voor werknemers en werkgevers.

De Tweede Kamer heeft alle amendementen, dat zijn voorstellen tot wijziging van een wetsvoorstel of ander besluit, verworpen om de eerder aangekondigde pseudo-eindheffing te schrappen. Wat betekent dit concreet? Elke werkgever die na 1 januari 2027 een brandstofauto inzet voor een werknemer die ook voor privédoeleinden wordt gebruikt, gaat hier extra belasting over betalen. Deze extra belasting voor de werkgever komt naast de bijtelling voor de werknemer te staan. De werkgever gaat met de nieuwe regeling jaarlijks 12% over de cataloguswaarde van de brandstofauto betalen. De snelle rekenaar ziet dat dit op een auto van € 50.000 leidt tot een extra belasting van € 6.000 per jaar voor de werkgever. Deze belasting zal toegepast worden voor inzet bij alle niet emissieloze auto’s, dus ook hybride auto’s.

Wat zijn de te verwachten gevolgen hiervan? Uiteraard zal dit leiden tot een snellere verduurzaming van het zakelijke wagenpark; waarmee de overheid de opgelegde klimaatdoelen dichterbij brengt. Toch zijn er door deze maatregel ook neveneffecten te verwachten die het tegengestelde resultaat kunnen hebben.

Om deze eindheffing te omzeilen en werknemers toch in een fossiele brandstofauto te kunnen laten rijden, kan een werkgever kiezen voor een mobiliteitsvergoeding of een hoge kilometervergoeding. Met die vergoeding kan een werknemer dan zelf een auto kopen of leasen, die buiten deze eindheffing valt. Ook in geval van een benzineauto. Hierdoor is te verwachten dat er vooral oudere auto’s of fossiele/hybride private lease auto’s aangeschaft worden, wat juist een averechts effect heeft.

Als deze weg meer gekozen wordt, neemt het aandeel private lease bij leasemaatschappijen toe en neemt de zakelijk lease markt wellicht wat af.

Op dit moment worden er nog steeds veel tweedehands elektrische voertuigen (EV’s) geëxporteerd en hybride auto’s geïmporteerd voor de particuliere markt. Met een grote stijging van het aanbod elektrische auto’s op de tweedehands markt, ingegeven door de pseudo-eindheffing, kan die mismatch nog groter worden. Daarnaast is eind 2026 waarschijnlijk een flinke piek te wachten in het kopen en leasen van benzine- maar vooral hybride auto’s die zakelijk ingezet worden. Zo wordt de eindheffing omzeild door die net voor te zijn. Dit zorgt voor instabiliteit op de automarkt en een mismatch effect voor de automarkt; instabiliteit en geen match tussen vraag en aanbod.

In tegenstelling tot eerdere plannen, wordt de korting op de bijtelling voor EV’s toch stapsgewijs verder afgebouwd, in plaats van totaal afgeschaft eind dit jaar. De bijtelling voor emissieloze auto’s wordt 18% in 2026 en 20% in 2027, met een maximum van € 30.000, waarboven wel de gebruikelijke 22% zal gelden. Na die periode worden EV’s en fossiele brandstofauto’s weer gelijkgetrokken op 22% over de gehele cataloguswaarde van het voertuig. Dit is goed nieuws op het gebied van stabiliteit en voorkomt misschien grote verkooppieken van EV’s. Helaas komt deze zekerheid wellicht te laat: de meeste auto’s die dit jaar geleverd kunnen worden, zijn al besteld voordat dit amendement werd aangenomen.

De eerdergenoemde bijtellingskorting moet ergens van betaald worden. Daarom heeft de Tweede Kamer besloten de youngtimer regeling aan te scherpen. Waar nu veel ondernemers en regelmatig werknemers kiezen voor een auto van 15 jaar of ouder vanwege de bijtelling van 35% van de waarde van het voertuig, zal dit naar verwachting snel af gaan nemen. Vanaf volgend jaar geldt 16 jaar als minimum, vanaf 2027 wordt die leeftijd opgetrokken naar 25 jaar, waardoor de aantrekkelijkheid van het zakelijk rijden van een youngtimer fors zal afnemen.

Gevolgen: er komen minder oude, vervuilende auto’s op de zakelijke markt. Maar bedrijven die zich op deze niche richten, moeten zich aanpassen. Daarnaast zal de waarde van populaire youngtimer modellen per direct sterk afnemen.

De eerder aangekondigde verlenging van de korting op accijnzen op brandstof wordt gedeeltelijk ingetrokken. Hierdoor komt er een budget van meer dan 400 miljoen euro beschikbaar. Dit gaat ten goede komen aan de prijzen van het openbaar vervoer. Het resultaat aan de pomp: diesel stijgt in 2026 met 3,6 cent per liter en benzine met 5,5 cent per liter. Samen met de pseudo-eindheffing wordt rijden in een fossiele brandstofauto snel duurder.

Wie blijft rijden op benzine of diesel betaalt flink meer. Niet alleen particulieren, maar ook bedrijven voelen dit in hun portemonnee. Het rijden of bezitten van een benzine- hybride- en dieselauto wordt fors duurder. De gevolgen zijn niet alleen voor deze rijders, maar ook voor de werkgevers fors. Bedrijven die niet snel kunnen overstappen op elektrisch rijden, krijgen er een aanzienlijke extra kostenpost bij. Vooral in het MKB dreigt dit een zware financiële last te worden.

Ook ondernemers in de automotivesector ondervinden gevolgen. Zij hebben vooral behoefte aan consistent overheidsbeleid, dat zorgt voor een stabiele marktvraag. De afgelopen jaren waren er veel schommelingen in verkoopcijfers en wisselende brandstofvoorkeuren. Door alle aangekondigde veranderingen wordt van de sector aanzienlijk aanpassingsvermogen gevraagd.