Opinie

'Groene' investeerders gaan met de billen bloot, en dat wordt geen fraai gezicht

1 maart 2021 17:03

De populariteit van duurzaam beleggen groeit. Maar het ene groen is het andere niet. Daarom moeten groene fondsmanagers hun investeringen straks langs de groene meetlat leggen van de Europese Commissie. Maar de eerste rapportages gaan waarschijnlijk geen fraai gezicht worden.

Mensen in een vergadering die windenergie bespreken

Tot nu toe kwamen ze er gemakkelijk mee weg. Fondsmanagers die claimen groen te investeren. Maar daar komt binnenkort een einde aan. Vrijwel elke partij op de Europese financiële markt die straks nog een financieel product wil aanprijzen als groen, zal moeten kunnen aantonen hoe groen de onderliggende activiteiten werkelijk zijn. En dat gaat lastig worden, zo bleek onlangs in een rapport van de European Banking Federation en de United Nations Environment Programme Finance Initiative. Want hoe groen precies is een groene obligatie die is uitgegeven door bijvoorbeeld een autofabrikant of een olieproducent?

Wat is groen?

EU-Commissaris Valdis Dombrovskis weet het. Het exacte antwoord staat in een lijvig rapport van, zegge en schrijve, vijfhonderddrieënnegentig pagina’s. Hierin staat precies omschreven welke economische activiteiten groen zijn. Deze groene lijst, kortweg de EU-Taxonomie, is zwart-wit. Alles wat er niet in staat, telt dus niet mee als Taxonomie-groen.

Het opstellen van deze lijst was een monsterlijke klus. Een panel van experts uit allerlei sectoren uit verschillende EU-landen heeft hier jaren aan zitten schaven en over zitten stechelen. En dit was nog maar het begin. De EU-Taxonomie krijgt namelijk zes hoofdstukken. Dit waren slechts de eerste twee.

Toch niet zo simpel

Helder, hoor ik u denken. Fondsmanagers, pak je beleggingsportefeuille en vink het lijstje af! Maar zo simpel is het niet. Er zijn namelijk nogal wat problemen bij de implementatie.

Zo is er een dataprobleem. Van elk bedrijf waarin is geïnvesteerd, moet de omzet worden uitgesplitst naar groen en niet-groen. Dit geldt soms ook voor de investeringen en kosten. Oliebedrijven, bijvoorbeeld, produceren olie, maar sommige begeven zich tegenwoordig ook op het terrein van duurzame energie. Gedetailleerde gegevens hierover zijn vaak niet voorhanden of zijn ongeschikt om te gebruiken. Fondsmanagers moeten er dan op los improviseren.

Ten tweede is het een race tegen de klok. Fondsmanagers die hun fonds willen blijven aanprijzen als Taxonomie-groen, moeten volgend jaar al het groengehalte van hun investeringen kunnen rapporteren. Daarvoor hebben zij eerst gegevens nodig van de bedrijven waarin zij investeren. Maar de groene-rapportagedeadline voor deze bedrijven, als ze al willen rapporteren, is dezelfde als die voor fondsmanagers. Fondsmanagers schieten daar dus niets mee op.

Vallen en opstaan

Door het geworstel met beschikbare gegevens en de race tegen de klok worden de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de eerste rapportages waarschijnlijk om te huilen. Overigens kunnen fondsmanagers er ook voor kiezen om de Taxonomie te negeren. De EU-Taxonomie is namelijk geen verplichting, maar kent het “pas-toe-of-leg-uit-principe”. Ze moeten dan uitleggen waarom ze de Taxonomie niet toepassen. Nadeel is dat de fondsen dan niet meer als groen in de markt mogen worden gezet, en daar waren ze nou net voor opgericht. Ze zullen dus met de billen bloot moeten, en dat gaat geen fraai gezicht worden. Groen-gemotiveerde beleggers zullen dus nog even geduld moeten hebben voordat zij hun groene beleggingen goed langs de groene meetlat kunnen leggen.

Eerder verschenen bij RTL Nieuws - Opinie.