Update
Nederland: voorzichtig op weg naar herstel
In dit conjunctuurbeeld geven we duiding aan de recent uitgekomen cijfers van de Nederlandse economie. We zien dat de economie langzaam opkrabbelt uit de coronacrisis.
De Nederlandse economie krabbelt langzaam op uit de coronacrisis nu er steeds meer mensen gevaccineerd zijn. En hoewel het aantal besmettingen nog hoog ligt (figuur 1), was er genoeg ruimte om meer versoepelingen door te voeren aan het einde van april.
De versoepelingen van begin maart hadden al een positief effect op de consumptie. Vanaf maart mochten we namelijk shoppen op afspraak bij de niet-essentiële winkels en mochten bepaalde contactberoepen zoals kappers weer open. Hoewel het CBS een consumptiekrimp van -10,7 procent j-o-j voor februari rapporteert, is onze consumptieschatting op basis van transactiedata recenter. Deze schatting laat zien dat de consumptie in maart met 8 procent j-o-j toenam, iets meer dan 2 procent onder het niveau van maart 2019. Hiermee doet de consumptie het beter dan dat we eerder hadden verwacht. Omdat ook de uitvoer sneller herstelt dan verwacht, stellen we onze raming positief bij: we voorzien dat de Nederlandse economie in 2021 met 2,3 procent groeit in plaats van 2,1 procent in onze maart-raming.
Consumptie neemt toe door versoepelingen
We zagen in maart voornamelijk een consumptieopleving in de categorieën ‘kleding en sieraden’ en ‘verzorging en gezondheid’. Een deel van dit herstel is waarschijnlijk een inhaaleffect: we laten ons haar vast niet vaker in model knippen dan dat we dat eerder deden. Hierdoor gaan we ervanuit dat de consumptie in april weer iets terugvalt. Vanaf mei verwachten we dat de consumptie blijvend herstelt, vooral nu de terrassen weer open zijn en we zonder afspraak kunnen winkelen. Deze ontwikkelingen zien we ook terug in het consumentenvertrouwen dat in april met -14 weer hoger lag dan in maart. Wel gaan we er vanuit dat de werkloosheid in de komende maanden toe gaat nemen, wat de consumptie drukt. Terwijl de werkloosheid in maart verder daalde naar 3,5 procent, nam ook de werkzame beroepsbevolking iets af (figuur 2). Voor geheel 2021 gaan we uit van een werkloosheidspercentage van 4 procent. We verwachten dat de consumptie dit jaar met 1,9 procent groeit na een krimp van 6,4 procent in 2020. Onze verwachting is dat de consumptie pas in 2022 weer op het niveau van eind 2019 ligt.
Ondanks ketenverstoringen is volledig industrieel herstel in zicht
Niet alleen het vertrouwen van consumenten herstelt zich geleidelijk, maar dat geldt ook voor het vertrouwen van producenten. Sinds januari is deze al positief en in april was de index 6,5, het hoogste niveau in twee jaar. De inkoopmanagersindex (PMI) steeg in maart naar een recordhoogte van 64,7. Dit duidt op betere sectorale vooruitzichten, maar de toegenomen levertijden van grondstoffen en halffabricaten dragen negatief bij aan de PMI index volgens IHS Markit. Deze positieve sentimenten zien we terug in de productiecijfers (figuur 3).
“De industriële productie was in december 2020 al terug op het niveau van 2019”
De industriële productie was al terug op het niveau van 2019 in december vorig jaar, ondanks de verstoringen in de internationale waardeketens. De kleine terugval in januari en februari, van respectievelijk -1 en -2 procent j-o-j, reflecteren de obstakels voor de industrie in het eerste kwartaal. Belangrijke importpartners, zoals Duitsland, hebben het eerste kwartaal te maken met een kleine economische terugval door de derde coronagolf. Daarnaast zorgen de verstoringen in de keten voor tekorten aan grondstoffen en stijgende grondstofprijzen. Dit zet de marges bij industriële bedrijven onder druk, maar zorgt ook voor een rem op productiegroei in bepaalde deelsectoren omdat halffabricaten mogelijk moeilijk te verkrijgen zijn. Al met al gaan we ervanuit dat de toegevoegde waarde van de industrie in 2021 met 4 procent toeneemt, na een krimp van 2 procent in 2020.