‘Ik leef in de sfeer van mijn vader. Dit is voor mij zo’n mooi en dankbaar werk'

4 december 2025 11:04

Met de Stichting Broodnodig voorziet Hülya Özdemir (49) de minstbedeelden in Tilburg dagelijks van brood en een warme maaltijd.

Stichting Broodnodig

Maar dat is niet alles. Met de stichting zet ze ook het levenswerk voort van haar ruim tweeënhalf jaar geleden overleden pleegvader Gerrit Poels. Hij stond in Tilburg en omgeving ook wel bekend als de ‘broodpater’. ‘Wij helpen mensen zonder daar iets voor terug te vragen. Dat geeft ze het gevoel dat ze er mogen zijn.’

Het is alweer een paar jaar geleden, maar Hülya Özdemir is het nooit vergeten. Nog steeds ziet ze de dakloze man voor zich die bij Stichting Broodnodig een gratis maaltijd kwam halen. Hij droeg kapotte kleding, had een verwilderde baard en zijn blik was naar de grond gericht.

‘Hij voelde zich geen mens’, zegt Özdemir. Maar nadat de man een paar dagen achter elkaar was komen eten, zag ze hem opfleuren. Hij had zich geschoren, andere kleren aan en er was een twinkeling in zijn ogen te ontwaren. ‘Je kon letterlijk zien wat het met iemand doet als hij gewoon basisvoedsel krijgt en ergens een keer niet wordt weg­gestuurd. Gewoon mens kan zijn.’

Gratis brood

Het voorbeeld laat volgens Özdemir precies zien waar haar Stichting Broodnodig voor staat. De stichting zet zich in voor de minstbedeelden in de samenleving en deelt elke dag gratis brood en warme maaltijden uit bij sociaal eethuis De Pollepel in Tilburg. ‘We werken alleen maar met producten die anders zouden worden weggegooid’, vertelt ze.

De stichting krijgt dagelijks het overgebleven brood van bakker Floor van Lieshout. Verder leveren samenwerkende partners en bedrijven zuivel, groente en fruit dat anders in de kliko zou verdwijnen. Özdemir schat dat er tussen de zeshonderd en achthonderd huishoudens in Tilburg wekelijks gebruikmaken van Broodnodig. Sommigen één of twee keer per week, anderen elke dag.

Geïnspireerd

Zelf werd Özdemir geïnspireerd door haar vader: Gerrit Poels. Beter bekend als ‘broodpater’ Poels. Hij overleed ruim tweeënhalf jaar geleden op 93-jarige leeftijd. Poels richtte in 1990 Stichting Broodnodig op en stapte zeven nachten per week op de fiets om brood te brengen naar mensen die het nodig hadden. Het brood liet hij vaak achter in een tas aan de deurklink of hij gooide het over de schutting, zodat het ongezien bleef. Mensen schaamden zich voor hun armoede, zegt Özdemir nu. Het was volgens haar de reden dat haar vader ’s nachts op zijn fiets sprong. ‘Ik zie het als mijn missie om het werk van mijn vader voort te zetten.’

Als Özdemir praat over ‘broodpater’ Poels, heeft ze het steevast over haar ‘vader’. Maar eigenlijk was hij haar pleegvader, al heeft dat nooit zo gevoeld. Als dochter van Turkse ouders kwam zij als kind van twee jaar in Tilburg bij Gerrit en zijn vrouw Angelique Poels terecht. Daar groeide ze op met vijf pleegbroers en -zussen.

‘Mijn biologische vader kwam naar Nederland als gastarbeider, maar moest wegens administratieve problemen terug naar Turkije. Op een gegeven moment scheidde hij van mijn moeder. Zij kon niet in haar eentje voor mij zorgen, werd uitgehuwelijkt aan een andere man en keerde terug naar Turkije. Familie van mij woonde bij de familie Poels in de straat. Zo ben ik daar beland.’

Eerst voeden, dan opvoeden

Ze omschrijft haar opvoeding als ‘rijk’. Niet in de letterlijke zin, maar in de figuurlijke zin van het woord. ‘We zaten op muziekles, deden twee of drie verschillende sporten en ook op cultureel gebied wilden mijn ouders ons iets bijbrengen.’ Intussen richtte haar vader onder verschillende namen een opvanghuis voor dak- en thuislozen op, voordat hij begin jaren negentig Stichting Broodnodig in het leven riep.

‘Het motto van mijn vader was: eerst voeden, dan opvoeden’, zegt Özdemir. Ze heeft de levenslessen van haar vader overgenomen, al duurde het een paar jaar voordat ze voor de stichting ging werken. Na het afronden van de havo werkte ze eerst een paar jaar in de horeca. Later had ze nog een kledingwinkel en werkte ze als consulent algemene bijstandswet bij de gemeente.

‘Daar zat ik totaal niet op mijn plek’, zegt Özdemir. ‘De computer stelde op basis van vastgestelde factoren fraudeprofielen van mensen op. Dat ging zo erg in tegen de normen en waarden die ik van huis uit had meegekregen… Ik had geleerd dat de mensen altijd voorop moeten staan. Op een dag zei ik: ‘Ik ben er eentje van Poels en zo gaan wij niet met elkaar om.’’

Toen haar ouders steeds vaker lieten vallen dat ze het rustiger aan wilden gaan doen, was het moment daar. In 2014 besloot Özdemir Stichting Broodnodig van haar vader over te nemen, zodat zijn levenswerk kon doorgaan. ‘Zelfs in zijn laatste fase kwam hij hier nog vaak in De Pollepel en zei dan: “Dit is mijn tweede thuis”.’

“‘Ik zeg altijd zo: Je bent gewoon zoals je bent. Maar je bent niet wat je situatie is’”

Stukje brood tegen de stress

Nog altijd hangt er een groot portret van hem in de woonkamer van De Pollepel, waar de dak- en thuislozen ’s middags hun warme maaltijd kunnen nuttigen. ‘Mijn vader moet hiervoor de complimenten krijgen’, zegt Özdemir, al doet ze zichzelf daarmee lichtelijk tekort. Ze is vijf dagen per week aanwezig. ‘Een stukje brood kan al stress wegnemen bij mensen.’

Vroeger dacht Özdemir dat ze vooral veel geld wilde verdienen tijdens haar werkzame leven. Maar daar is ze helemaal van teruggekomen. ‘Nu denk ik: waarvoor eigenlijk? De samenleving polariseert, dus we moeten het steeds meer zelf doen. Hoe kleinschalig het ook is. Ik leef in de sfeer van mijn vader. Dit is voor mij zo’n mooi en dankbaar werk.’

Een lichtend voorbeeld daarvan is de dakloze man die Özdemir zienderogen zag opbloeien en na al die jaren nog steeds niet is vergeten. ‘Wij helpen mensen zonder daar iets voor terug te vragen. Dat geeft hun het gevoel dat ze er mogen zijn. Dat ze ertoe doen.’ En daar draait het volgens Özdemir om. ‘Ik zeg altijd zo: je bent gewoon zoals je bent. Maar je bent niet wat je situatie is.’


auteur: Guus Peters
fotografie: Frank Ruiter


Stichting Broodnodig