Windmolenpark in Zeeland

Zeeuwse burgers laten windmolenpark verrijzen

Het grootste coöperatieve windpark van Nederland is het resultaat van een uniek Zeeuws burgerinitiatief. Bedoeld om meer huishoudens van groene stroom te voorzien. Een consortium van de Rabobank en drie andere banken financierden de 200 miljoen die nodig was voor dit duurzame project. Koning Willem-Alexander opende het park in mei 2019.

Krachten bundelen en doelen bereiken

Commerciële partijen durfden hun vingers er niet aan te branden. Te complex en dus niet rendabel, vonden zij. Des te groter was de verrassing dat de twee burgercoöperaties Zeeuwind en Deltawind uiteindelijk hun mouwen opstroopten en het voortouw namen. Want het is nogal wat: 34 grote windturbines laten verrijzen in het kwetsbare natuurgebied Krammer-Volkerak. De omgeving is een paradijs voor vogels en andere dieren. Toch wees Provincie Zeeland het gebied aan als nieuwe locatie voor een windpark. Mede omdat hier weinig omwonenden er last van hebben.

Het heft in eigen hand

“Als inwoners van Zeeland hebben wij de verantwoordelijkheid om onze omgeving te verduurzamen. De overheid heeft daar natuurlijk ook een rol in, maar we hoeven daar niet op te wachten”, vertelt Teus Baars. Hij is directeur van Zeeuwind, de Zeeuwse burgercoöperatie die samen met Deltawind het project van de grond tilde. “Wij hoeven niet zoveel winst te maken als een commerciële partij. Natuurlijk moet het windpark kostendekkend zijn, maar ons hoofddoel is om meer huishoudens van groene energie te voorzien.”

Vanaf het begin samen optrekken

Baars: “Vanuit dat ideaal hebben we gekeken naar het idee voor windmolens in natuurgebied Krammer. Een enorme uitdaging, vooral op technologisch vlak. De windmolens zijn namelijk gebouwd op de dammen bij de Krammersluizen. We zijn vanaf het begin samen met Rijkswaterstaat opgetrokken”, zegt Baars. “En ook met natuurorganisaties. Om hun visie en belangen mee te nemen in de plannen. We hebben bijvoorbeeld een uniek camera-detectiesysteem toegepast om windmolens stil te zetten als er zeearenden en andere hoogvliegende vogelsoorten in de buurt zijn.”