Onderzoek
Jongvolwassenen gaven in 2025 gemiddeld 69 euro per dag uit op grote festivals
Jongvolwassenen gaven in 2025 gemiddeld 69 euro per dag uit op grote festivals. Maar de bedragen lopen behoorlijk uiteen: zo gaf 7% zelfs meer dan 150 euro uit op één dag. Mannen, niet-studenten en thuiswonenden gaven meer geld uit. Ook tussen festivals zelf zijn de verschillen groot: op het ene festival werd gemiddeld 17 euro per dag uitgegeven, op een ander ruim 100 euro.

In het kort
De jaarlijks meer dan duizend festivals in Nederland zijn een belangrijk onderdeel van het uitgaansleven van jongvolwassenen (Trimbos, 2023; VVEM, 2024). Een veelgehoord geluid is dat festivals een grote hap uit het budget nemen (zie bijvoorbeeld Radar, 2024 en AD, 2024) en dat ook op festivals sprake is van inflatie (zie bijvoorbeeld dit en dit bericht van Festileaks). Nu het festivalseizoen van 2025 ten einde is, hebben we onderzocht hoeveel geld jongvolwassenen afgelopen lente en zomer gemiddeld hebben uitgegeven op de grote festivals.
Om deze uitgaven te analyseren, gebruiken we geanonimiseerde en geaggregeerde transactiedata van Rabobank over jongvolwassen (18 tot en met 30 jaar). Deze data kunnen door de onderzoekers niet worden herleid naar individuele klanten. We onderzochten de uitgaven op 22 van de 31 grootste festivals in Nederland (9 van de grootste festivals konden we niet herkennen in de data). We kijken alleen naar de uitgaven op de dagen waarop de festivals plaatsvonden en laten de toegangskaartjes buiten onze analyse. Zie de onderzoeksverantwoording voor een uitgebreide toelichting op de onderzoeksmethode.
Festivaluitgaven verschillen sterk tussen jongvolwassenen
Uit onze analyse blijkt dat jongvolwassenen afgelopen lente en zomer gemiddeld 69 euro per festival-dag hebben uitgegeven op de grote festivals. We zien hierbij grote verschillen tussen jongvolwassenen. Zo gaf 13% van de jongvolwassenen die naar de grote festivals gingen per festival-dag minder uit dan 25 euro, terwijl 20% meer uitgaf dan 100 euro. En 7% gaf zelfs meer dan 150 euro uit op een dag (zie figuur 1).
Figuur 1: Grote verschillen tussen uitgaven jongvolwassenen op festivals

Ook tussen groepen jongvolwassenen zien we verschillen (zie figuur 2). De jongere groep (18 tot en met 24 jaar) gaf gemiddeld 66 euro per festival-dag uit waar de oudere groep (25 tot en met 30 jaar) gemiddeld 75 euro per dag uitgaf. Verder gaven mannen op festivals meer uit dan vrouwen. Onder mannen was het gemiddelde dagbedrag 77 euro en onder vrouwen 58 euro. Daarnaast zien we nog verschillen tussen jongvolwassenen die wel en niet studeren: terwijl studenten gemiddeld 60 euro per dag uitgaven, gaven niet-studenten gemiddeld 77 euro per dag uit. Tot slot zien we dat jongvolwassenen die nog thuiswonen (70 euro) iets meer uitgaven dan degenen die op zichzelf wonen (67 euro).
Figuur 2: Mannen, niet-studenten en thuiswonenden gaven gemiddeld meer uit

Grote verschillen tussen de onderzochte grote festivals
De gemiddelde uitgaven van jongvolwassenen verschillen ook sterk per festival (zie figuur 3). Op het festival met de laagste uitgaven, waren de uitgaven gemiddeld 17 euro per dag. Op het festival met de hoogste uitgaven was dit 103 euro per dag. Verder zien we dat op de helft van de onderzochte festivals de uitgaven per dag gemiddeld tussen de 40 en 65 euro lag.
Figuur 3: Verschillen tussen festivals

Onderzoeksverantwoording
Voor de berekeningen van de uitgaven op muziekfestivals gebruiken we transactiedata van Rabobank. Het gaat om betalingen van particuliere klanten op geaggregeerd niveau, die door de onderzoekers niet herleidbaar zijn tot individuele klanten. In totaal gaat het om 140.000 rekeningen waarop festivaluitgaven zijn gevonden.
We hebben de transacties geanalyseerd van 22 muziekfestivals in Nederland in 2025. Dit zijn 22 festivals uit een lijst van 31 festivals met de meeste bezoekersaantallen (30.000 of meer) – negen festivals konden niet worden teruggevonden in de transacties. De bezoekersaantallen hebben we gevonden op de websites van de organisaties. We bekijken alleen de uitgaven op de dagen van de festivals; van meerdaagse festivals nemen we het gemiddelde per dag. Omdat toegangskaartjes, ook degenen die op de dag zelf worden gekocht, doorgaans via andere platformen worden aangeschaft, vallen die buiten de analyses van deze publicatie. We laten in deze publicatie zien hoe hoog de gemiddelde uitgave is per festivaldag. We hebben met deze analyse enkel zicht op de elektronische betalingen; contante uitgaven vallen buiten bereik van dit onderzoek.
We kijken zowel naar de transacties van individuele betaalrekeningen, dat wil zeggen rekeningen die op één naam staan, als naar gezamenlijke rekeningen – die op twee namen staan. Het leeuwendeel van de transacties van jongvolwassenen op festivals is gedaan met rekeningen die op één naam staan. Wel zien we dat het gemiddelde bedrag van gezamenlijke rekeningen hoger ligt. Dat kan onder meer komen doordat deze uitgaven vaker voor twee personen zijn.
Onze steekproef is mogelijk niet volledig representatief voor de Nederlandse groep jongvolwassenen die naar festivals gaat. Wel hebben we in tabel 1 een aantal kenmerken van onze steekproef weergegeven.
Tabel 1: Steekproefkenmerken


