Onderzoek
Een derde van de kleine ondernemingen is beperkt toekomstbestendig
Bedrijven die niet goed kunnen inspelen op grote veranderingen, zoals handelsoorlogen of klimaatveranderingen, zijn minder toekomstbestendig. We onderzoeken in hoeverre Nederlandse bedrijven naast effectief risicomanagement ook streven naar duurzaamheid en innovatie.

In het kort
Dit artikel is gepubliceerd in het Jaarbericht Staat van het MKB 2025 van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap
De afgelopen vijf jaar hebben Nederlandse ondernemingen te maken gehad met ingrijpende veranderingen, waaronder een wereldwijde pandemie, een energiecrisis, de oorlog in Oekraïne en onzekerheid over Amerikaanse importheffingen. Het is dan ook begrijpelijk dat ongeveer 80% van de bedrijven extra maatregelen heeft genomen om deze risico's te beheersen (RaboResearch, 2025 en RaboResearch, 2025). Risicomanagement alleen is echter niet voldoende om klimaatverandering en veranderingen in de markt het hoofd te bieden. In deze bijlage onderzoeken we in hoeverre Nederlandse bedrijven naast effectief risicomanagement ook streven naar duurzaamheid en innovatie.
In theorie kunnen de middelen die ondernemingen inzetten voor risicomanagement ten koste gaan van andere bedrijfsdoelen, zoals innovatie en duurzaamheid. We vergelijken het risicomanagement, de duurzaamheid en de innovativiteit van ongeveer 800 Nederlandse ondernemingen in figuur 1 en 2 (zie ook de dataspecificatie). Figuur 1 toont de scores op een schaal van 1-10 voor kleine ondernemingen, dat wil zeggen ondernemingen met minder dan vijftig werknemers. De scores van de ondernemingen zijn ingedeeld op de y-as en in de kolommen naar achterblijvers (score 2,5-5,5), middengroep (score 5,5-7,5) en koplopers (score 7,5-10). De lijnen tussen de kolommen geven weer op welke wijze de scores van de ondernemingen op het gebied van duurzaamheid, risicomanagement en innovatie met elkaar samenhangen.
Figuur 1: Weinig koplopers ten aanzien van duurzaamheid en risicomanagement bij kleine bedrijven in Nederland

Noot: De y-as in bovenstaande figuur geeft het aantal ondernemingen weer dat een bepaalde duurzaamheids-, innovatie- en risicomanagement-score heeft (x-as). De grote van de scorebakjes toont hoeveel ondernemingen een dergelijke score hebben. De ondernemingen met een score tussen 2,5-5,5 zijn gedefinieerd als achterblijvers, met een score 5,5-7,5 als middengroep en met een score 7,5-10 als koplopers. De lijnen laten zien bijvoorbeeld in hoeverre koplopers op duurzaamheid, ook koplopers zijn op innovatie en risicomanagement (bovenste lichtblauwe lijn). Figuren 1 en 2 geven ongewogen data weer, de gewogen data (zie RaboResearch, 2025) laten eenzelfde patroon zien. Bron: RaboResearch, 2025
Slechts 8% van de kleine ondernemingen excelleert in duurzaamheid, terwijl ongeveer 39% achterblijft op dit gebied. Van deze duurzame achterblijvers scoort ongeveer 74% ook laag (2,5-5,5) op risicomanagement en/of innovatie. Hierdoor zijn deze bedrijven kwetsbaar voor externe schokken zoals een financiële crisis, en zullen ze waarschijnlijk ook moeite hebben met klimaatschokken of snelle technologische ontwikkelingen.
Figuur 2 toont de scores voor duurzaamheid, innovatie en risicomanagement bij ondernemingen met meer dan vijftig werknemers. Grote ondernemingen, met 50-250 werknemers, hebben een aanzienlijk hoger aantal duurzame koplopers: ongeveer 31% behaalt een score van 7,5-10 op duurzaamheid, terwijl ongeveer 21% achterblijft. Van de duurzame koplopers excelleert 51% ook in zowel innovatie als risicomanagement. Daarentegen scoort ongeveer 60% van de duurzame achterblijvers ook laag (2,5-5) op risicomanagement en/of innovatie.
Figuur 2: Meer duurzame koplopers met ook een hoge score ten aanzien van innovatie en risicomanagement bij de grote ondernemingen in Nederland

Ondernemingen die financiële ratio’s willen verbeteren, scoren ook hoger op duurzaamheid, innovatie en risicomanagement
Onze enquête data bevat geen directe gegevens over de productiviteit van ondernemingen, zoals bijvoorbeeld de productie of toegevoegde waarde per arbeidsjaar. We hebben bestuurders wel gevraagd aan te geven of de winst en omzet de afgelopen drie jaar is gegroeid en of zij het voornemen hebben het aankomend jaar de financiële ratio’s (liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit) te verbeteren. Ondanks dat deze variabelen niet direct de productiviteit meten, geven ze wel een indicatie van de financiële situatie van een onderneming. De drie linker kolommen in figuur 3 geven het procentuele verschil weer in de duurzaamheids-, innovatie- en risicomanagementscore tussen ondernemingen waarvan de winst is gegroeid de afgelopen drie jaar en ondernemingen waarvan de winst is gedaald of gelijk is gebleven. Voor kleine ondernemingen zijn deze verschillen minimaal. Grote ondernemingen waarvan de winst in de afgelopen drie jaar groeide, scoren wel 13% hoger op innovatie dan grote ondernemingen waarvan de winst gelijk is gebleven. Kleine ondernemingen met omzetgroei in de afgelopen drie jaar scoren 6% hoger op innovatie dan kleine ondernemingen waarvan de omzet niet is gegroeid de afgelopen drie jaar. Grote ondernemingen waarvan de omzet in de afgelopen drie jaar is gegroeid, scoren hoger op duurzaamheid (7%), innovatie (14%) en risicomanagement (9%) dan grote ondernemingen waarvan de omzet gelijk is gebleven of is gedaald.
In figuur 3 valt het meest op dat ondernemingen, klein of groot, die aangeven dat ze de intentie hebben om in het aankomend jaar de rentabiliteit-, solvabiliteit- en/ of liquiditeitsratio’s te verbeteren - bijvoorbeeld door beter debiteurenbeheer, door kwalitatief betere producten aan te bieden of door nieuwe markten te betreden - niet alleen hoger scoren op innovatie (28% kleine ondernemingen, 15% grote), maar ook op duurzaamheid (9% en 25%) en risicomanagement (25% en 26%).
Het zou zo kunnen zijn dat bestuurders van ondernemingen die hoog scoren op duurzaamheid en innovatie ook beter scoren op de andere ondernemingsuitkomsten omdat ze bijvoorbeeld hun strategie meer richten op de lange termijn. Het is ook mogelijk dat ondernemingen die zich van origine meer richten op duurzaamheid en innovatie een ander soort bestuurder aantrekken, die eveneens meer gericht is op financiële uitkomsten.[1]
[1] De causale relatie tussen productiviteit, de financiële situatie en innovatie van ondernemingen is moeilijk te meten onder andere door tijdsverschillen (Brynjolfsson en Hitt, 2003) en (export) selectie effecten (Wagner, 2007). De getoonde figuren laten dan ook correlatie zien, causaliteit kan ook niet worden aangetoond met de data van dit artikel.
Figuur 3: Ondernemingen die het aankomend jaar de financiële ratio’s willen verbeteren scoren ook hoger op duurzaamheid, innovatie en risicomanagement

Noot: bovenstaande figuur geeft het hogere of lagere percentage weer van de duurzaamheids-, innovatie en risicomanagement-score op een schaal van 1-10 voor ondernemingen (kleine ondernemingen links en grote rechts). De linker kolommen geven het verschil in score weer voor ondernemingen waarvan de winst is gegroeid de afgelopen drie jaar in vergelijking met ondernemingen waarvan de winst is gedaald of gelijk is gebleven. De midden kolommen geven het scoreverschil weer voor ondernemingen waarvan de omzet is gegroeid ten opzichte van ondernemingen waarvan de omzet is gedaald of gelijk gebleven. De rechter kolommen geven het scoreverschil weer voor ondernemingen die de intentie hebben financiële ratio’s te verbeteren t.o.v. ondernemingen die die intentie niet hebben. De data zijn kruislings gewogen naar sector en grootteklasse. De vraagbeschrijving staat in de dataspecificatie onderaan dit artikel en in het artikel van RaboResearch, 2025 . Bron: RaboResearch, 2025
Conclusie
Slechts 8% van de ondernemingen met minder dan vijftig werknemers is een koploper in duurzaamheid, tegenover 31% van de grotere ondernemingen. Duurzaamheid, innovatie en risicomanagement zijn vaak nauw verbonden binnen bedrijven en vereisen een langetermijnvisie van het management. Een onderneming die duurzaam en innovatief is en effectief risicomanagement toepast, is beter bestand tegen economische crises, klimaatverandering en technologische schokken. Maar om een bedrijf toekomstbestendig te maken, zijn schaarse middelen nodig zoals tijd en geld. Kleine ondernemingen blijven vaker achter op deze gebieden: ongeveer 33% van hen scoort laag op twee van de drie categorieën, tegenover 15% van de grotere bedrijven. Hierdoor is een derde van de kleine ondernemingen slechts beperkt voorbereid op economische, klimaat- of technologische schokken. Dit is zorgwekkend, gezien de grote economische en geopolitieke veranderingen van de afgelopen vijf jaar.
Dataspecificatie
In november 2024 heeft Ipsos I&O in opdracht van RaboResearch een representatieve groep Nederlandse bestuurders bevraagd over de activiteiten van hun onderneming op het gebied van duurzaamheid, innovatie en risicomanagement. De data in deze bijdrage zijn gebaseerd op ongeveer 770 bedrijven. Ongeveer 70% van de data heeft betrekking op ondernemingen met 2-49 werknemers (geen zzp’ers) en 30% op ondernemingen met 50-249 werknemers. De enquêtegegevens zijn genormaliseerd en geaggregeerd om voor elke onderneming een indicator op een schaal van 1 tot 10 te creëren. Deze indicatoren geven per bedrijf aan hoe duurzaam en innovatief het is, en hoe effectief het risicomanagement is.
Tabel 1. Beschrijvende statistieken data

We hebben bestuurders onder andere de volgende vragen gesteld:
1. Ons bedrijf wil de liquiditeit verbeteren door bijvoorbeeld het debiteurenbeheer te verbeteren of nieuwe leningen aan te gaan (i) Liquiditeit meet in hoeverre een bedrijf op korte termijn haar rekeningen kan betalen.
2. Ons bedrijf wil de solvabiliteit verbeteren door bijvoorbeeld nieuwe aandelen uit te geven, leningen af te lossen of additionele investeerders te zoeken (i) Solvabiliteit meet de verhouding tussen het risicodragend eigen vermogen en het risicomijdend vreemd vermogen.
3. Ons bedrijf wil de winstgevendheid van de onderneming verbeteren door bijvoorbeeld nieuwe markten te betreden, kwalitatief hoogwaardigere diensten of producten aan te bieden (i) Winstgevendheid is de verhouding tussen het geïnvesteerde vermogen en de winst. Antwoordcategorieën: helemaal mee oneens, mee oneens, enigszins mee oneens, niet mee oneens, niet mee eens, enigszins mee eens, mee eens, helemaal mee eens, weet ik niet/Wil ik niet zeggen
De overige vragen en berekeningen van de indices zijn beschreven in de onderzoeksbijlage bij het artikel van RaboResearch, 2025.

