Vooruitzichten pluimveesector 2026 gunstig, ondanks zorgen vogelgriep

Het afgelopen jaar is het aanbod krap geweest. Dit kwam zowel door de vogelgriep als door lastige vergunningverlening voor uitbreiding. Recent is er toch redelijk veel uitbreiding in Zuid- , Centraal en Oost Europa en neemt ook in Duitsland de productie weer toe. Belangrijk hierbij is dat de groei van vleeskuikenproductie in Europa wel in balans moeten blijven met de marktvraag. Een te snelle groei kan de markt later in 2026 onder druk zetten.

Rabobank denkt dat een groei op Europees niveau in 2026 van 2-3% mogelijk zou moeten zijn, gezien het krappe aanbod van rundvlees en de hoge prijzen. Veel zal hierbij ook afhangen van de ontwikkeling van vogelgriep in Europa in de winterperiode.

De vleeskuikenhouderij heeft een uitstekend jaar achter de rug met hoge vleeskuikenprijzen en een aanhoudende sterke vraag voor kip. In april en mei waren er grote vogelgriepuitbraken in Centraal-Europa, met name Polen en Hongarije. Ook Brazilië had problemen met vogelgriep in mei, waardoor de import van kip voor enkele maanden werd beperkt. Hierdoor ontstond er een tekort aan kip, kalkoen en eend. Dit tekort was vooral merkbaar bij producten uit Polen.

In de eerste helft van 2026 zijn veel vermeerderingsdieren in Polen geruimd en deze zijn geleidelijk opnieuw aangevuld. Ondanks de krappe broedeierenmarkt met hoge prijzen (zie figuur 1) is dat succesvol gelukt en is de productie in Polen weer hersteld. Door de hoge prijzen in Europa is het aanbod in andere landen weer ook toegenomen. Hierdoor zijn vraag en aanbod meer in balans na de tekorten eerder dit jaar. Dit zorgt wel voor dalende prijzen in de markt.

De recente golf van uitbraken van vogelgriep in West-Europa en met name in Duitsland, Nederland, Spanje en het VK heeft al forse impact op de markt voor eieren en kalkoen en in toenemende mate ook op de vleeskuikenhouderij. Hoe dit uiteindelijk de sector raakt zal afhangen van hoe het virus zich verder ontwikkelt. Daar is nog veel onduidelijkheid over. Het virus kan zich verder verspreiden over Europa als het zich mengt met andere wilde dieren. Maar het kan ook plotseling verdwijnen. Dit kan gebeuren als eenden – waar het virus vooral onder heerst - geleidelijk resistent worden.

Daarbij komt nog dat het forse aantal uitbraken in Europa de handelsmogelijkheden vooral buiten de EU beperkt, waardoor meer moet worden afgezet in de EU en dit druk zal zetten op prijzen van delen die normaal geëxporteerd worden.

Positief voor de vleeskuikensector is dat voerprijzen nog wat verder zijn gedaald in de afgelopen maanden, met name door lagere internationale sojaprijzen en betere oogstverwachting voor tarwe in het aankomende oogstjaar.

Daartegenover staat dat prijzen voor broedeieren steeds verder stijgen en zich op historisch hoge niveaus begeven. Dit heeft te maken met de sterke vraag naar kip in Europa, maar vooral ook daarbuiten in combinatie met de impact van vogelgriep op lokale productie en handel.

De wereldwijde moederdierenstapel is al langere termijn krap en dit heeft ook geleid tot hogere prijzen van broedeieren. Dit is uitstekend voor vermeerderingsbedrijven, broederijen en de handel in broedeieren, maar is voor pluimveehouders een aanhoudende uitdaging.

Productie van pluimveevlees in Europa is in de eerste drie kwartalen van 2025 met 0.8% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (zie figuur 2). Dit betekent een geleidelijk herstel in productie na de 1.1% daling in het eerste kwartaal van dit jaar als gevolg van de impact van vogelgriepuitbraken in Centraal-Europa, met name Polen, Hongarije en Noord-Italië. De vleeskuikensector is de belangrijkste groeisector met een groei van 2.6% dit jaar, terwijl het aanbod van eend nog steeds 1.1% onder vorig jaar bevindt en kalkoenaanbod 2.2% gedaald is.

Vooral de pluimveevleesproductie in Oost-Europese landen Bulgarije, Slowakije en Roemenië en ook Spanje is dit jaar fors gestegen (zie figuur 2).

De productie in Hongarije, Polen en Italië, landen die fors getroffen waren door vogelgriep, was nog steeds lager dan vorig jaar in de eerste drie kwartalen, maar is naar verwachting in oktober en november terug op niveau in het vierde kwartaal. De productie in Frankrijk ligt dit jaar 4% onder het niveau van vorig jaar, met name door forse dalingen in de productie van kalkoen en eend dit jaar.

Het aantal slachtingen in Nederland is dit jaar gegroeid met 3.4% als gevolg van de gunstige rendementen in de pluimveehouderij. Het merendeel van de groei is gerealiseerd vanuit kippen vanuit NL productie, onder andere door minder levende kippen te exporteren. De importen van levende kippen zijn nauwelijks gegroeid dit jaar, maar zijn nog steeds goed voor ongeveer 45% van het aantal slachtingen in Nederland.

De vraag naar kip in Europa blijft sterk ondanks de hoge consumentenprijzen dit jaar. In vrijwel alle landen in Europa is de consumptie verder gestegen. Dit komt vooral door de aanhoudend goede prijspositie ten opzichte van andere vleessoorten, met name rundvlees. Daarnaast speelt een nieuwe trend mee: het gebruik van GLP-1 medicijnen tegen overgewicht. Kip wordt vaak aanbevolen als goede eiwitbron voor mensen die deze medicatie gebruiken. Dit zorgt in het VK en andere delen van Europa voor een toename in de kipvraag. In Nederland, is de consumptie van kip licht gedaald (2%, zie figuur 3), maar is de waarde met 9% gegroeid door de hogere prijzen. Interessant hierbij is dat kip - samen met eieren - de enige eiwitbron is geweest waar het aantal aankopen van het aantal schalen/doosjes is toegenomen (3%). Dit geeft aan dat de consument wel kip wil kopen, maar bespaart op volume vanwege hoge prijzen en daardoor kleinere hoeveelheden koopt. Die trend is veel minder zichtbaar bij bijvoorbeeld rundvlees, varkensvlees, vleesvervangers of vis. Borstvleesproducten in supermarkten in Nederland zijn een stuk duurder dan in het buitenland door de 1-ster Beter Leven standaard. Hierdoor groeit de consumptie minder in volume dan in de meeste andere Europese landen.

Door de hoge vlees- en kipprijzen blijven consumenten vaker kiezen voor bevroren vis, snacks, bewerkte kipproducten en kant- en klaaroplossingen: categorieën die beduidend minder in prijs zijn gestegen. Eieren zijn de snelst groeiende categorie (+9%) door de gunstige prijspositie ten opzichte van andere eiwitbronnen, ondanks aanhoudend historisch hoge eierprijzen.

Ook in Duitsland zijn deze trends goed zichtbaar. De consumptie van pluimveevlees is tot oktober met 2% gestegen. Dit kwam vooral door sterke vraag in het eerste kwartaal en in het najaar. Ter illustratie: in oktober groeide de vraag naar kip met 12% ten opzichte van vorig jaar. De wat lagere prijzen voor kip in combinatie met een beperkt aanbod van kalkoen en duur rundvlees zijn daar belangrijke redenen voor. De zomermaanden waren daartegen relatief zwak met een dalende vraag.

De export van pluimveevlees uit Nederland is over de eerste drie kwartalen van dit jaar met 15% gestegen naar bijna 1,2 miljoen ton. Met name de uitvoer van onbewerkte kip doet het goed. Vooral in het tweede en derde kwartaal toen Polen en Brazilië deels wegvielen in de markt. Hierdoor is vooral de export van onbewerkte kip naar het VK sterk gestegen (+28%) (zie figuur 4).

De overige exportbestemmingen hebben ook allemaal een geleidelijke groei getoond, zowel binnen Europa zoals Duitsland, Frankrijk en België als ook buiten de EU, zoals export naar Ghana.

De export van verwerkte producten is over de eerste drie kwartalen van dit jaar gestegen met 7% naar 130.000 ton. Ook hier is het vooral een zeer sterke vraaggroei vanuit het VK (+33%) die in belangrijke mate heeft bijgedragen aan groei in exporten. Uitvoer van verwerkte kip naar België en VK is gedaald, terwijl de export naar Duitsland licht is gegroeid (2%).

De verwachting is dat de gunstige marktomstandigheden voor uitvoer van kip uit Nederland in 2026 zal afvlakken door het herstel in productie in Centraal-Europa (Polen, Hongarije, Italië). Ook speelt de terugkeer van Braziliaanse kip in de markt mee. Daarnaast is de productie in het VK weer aan het uitbreiden, na krapte in de periode van omschakeling naar lagere stalbezetting van kippen eerder dit jaar door nieuwe supermarktstandaarden. Veel zal echter afhangen hoe vogelgriep zich de komende maanden ontwikkelt, zowel binnen Europa als daarbuiten.

De totale import van kip in Nederland is over de eerste drie kwartalen met 10% gestegen tot 950.000 ton. Met name de import van verwerkte kip is fors gestegen (+40%) tot 175.000 ton. Ook importen gezouten kipfilet (+14%) en onbewerkt (+4%) zijn allen gestegen. De belangrijkste reden voor de stijging in importen voor alle categorieën is de krappe Europese kipmarkt dit jaar met hoge prijzen.

Door het wegvallen van Braziliaanse onbewerkte en gezouten kip tussen mei en augustus dit jaar zijn importstromen verschoven.

Voor onbewerkte kip is Duitsland doorgaans het belangrijkste land waarvan geïmporteerd wordt. Dat is nog steeds het geval (180.000 ton), maar minder dan vorig jaar (-7%). Importen uit Oekraïne en Polen liggen dit jaar hoger (+20%) ondanks het krappe aanbod door vogelgriep.

Voor gezouten kipfilet heeft Thailand duidelijk geprofiteerd van het wegvallen van Brazilië met 70% hogere import in Nederland.

De import van verwerkte kip groeit al langere tijd. Traditionele exportlanden hebben geprofiteerd van het krappe aanbod op de markt. Thailand verhoogde de export met 49%. China zag een stijging van 90%. Ook Brazilië deed het goed met een toename van 30%. Brazilië had een voordeel tijdens de vogelgriepbeperkingen. Het land mocht namelijk wel gekookte kip blijven exporteren, terwijl andere landen beperkingen hadden.

Verwacht wordt dat de vraag in de Nederlandse import markt wat gaat afvlakken de komende maanden. Dit komt door de recente prijscorrectie in de markt, vanwege het herstellende Europese aanbod. Echter, ook hier hangt veel af van hoe vogelgriep zich de komende maanden verder gaat ontwikkelen.

De voerprijzen laten al enige tijd een gunstig beeld zien voor de pluimveehouderij en zijn de afgelopen maanden verder gedaald (zie figuur 6).

Rabobank verwacht dat voerprijzen ongeveer rond het huidige niveau zullen blijven schommelen. De exacte niveaus blijven afhankelijk van de oogstontwikkelingen in de belangrijkste productielanden. Aangezien we nog vroeg in het seizoen zitten voor het noordelijk halfrond is daar nog veel onzekerheid over. Naast deze oogstverwachtingen spelen ook de dollarkoers en met name geopolitieke ontwikkelingen een belangrijke rol, waaronder de impact van handelsonderhandelingen door de VS met importerende landen zoals China.

De tarweprijs is nog verder gedaald. Dit komt door betere oogstverwachtingen voor Europese tarwe in het komende oogstjaar 2025/26. Vorig jaar was de oogst teleurstellend door natte omstandigheden in Frankrijk en Duitsland. Ook had Zuid-Europa last van droogte. Voor het komende oogstjaar zien de eerste verwachtingen er gunstig uit in Duitsland, Frankrijk en Polen.

De vooruitzichten voor maïs en vooral soja zijn meer afhankelijk van wereldmarktomstandigheden. Deze zien er nog steeds gunstig uit voor het aankomende oogstjaar. Alhoewel Brazilië meer maïs gebruikt voor ethanolproductie, is het geplante areaal maïs dermate goed dat er ruim aanbod Braziliaanse maïs aanwezig zal zijn op internationale markten in het voorjaar. Voor soja wordt nu vooral gekeken of China, volgens afspraak met de Amerikaanse regering, meer soja gaat kopen vanuit de VS. Is dit het geval, dan zullen prijzen van soja stijgen en die vanuit Brazilië relatief wat onder druk komen te staan.

EUDR wordt waarschijnlijk wederom uitgesteld na een stemming in het Europees parlement eind november. Het gevolg is dat er meer soja beschikbaar zal zijn voor import in Europa. Dit zal de voerprijzen ten goede komen.

Al met al ziet Rabobank weinig risico’s voor een forse opwaartse verandering voor voerprijzen voor de komende periode, wat gunstig is voor de kostprijs van kip.