Onderzoek
Randstedelingen kiezen vaker voor een huis op het platteland
Randstedelingen kopen vaker een huis buiten hun eigen stad. De meeste kopers kiezen voor een woning binnen een andere stad in de Randstad, maar de keuze voor een huis in andere delen van Nederland neemt toe. Deze beweging heeft weinig te maken met het op zoek zijn naar rust en ruimte, wat vaak werd gezegd door de media tijdens de coronapandemie. De keuze voor een woning op het platteland en dus buiten de steden in de Randstad neemt al veel langer toe door de steeds duurder wordende koophuizen in de grote steden.

Zes op de tien Randstedelingen koopt het liefst een woning in de eigen stad. Maar omdat veel mensen een huis in de stad willen kopen en het aanbod niet groot is, leidt dat tot hoge huizenprijzen. Door deze scherp gestegen huizenprijzen is het lastiger om een betaalbare woning te vinden. Hierdoor kopen Randstedelingen dus vaker een huis buiten hun eigen stad. Dit gebeurt al sinds 2015. Toen kocht nog zo’n twee derde een huis in de eigen stad. In de tussentijd is dat iets meer dan de helft. Het Planbureau voor de leefomgeving gaf vorig jaar al aan dat deze verhuizing naar andere delen van het land niet komt door de coronapandemie, maar te maken heeft met hoe betaalbaar woningen in de grote steden nog zijn. De analyse van RaboResearch bevestigt dit beeld.
De koopsom per vierkante meter is in de stedelijke buurten van de Randstad sneller gestegen dan in andere delen van Nederland. Hierdoor gingen mensen buiten hun stad kijken. Hoe hoger de prijs per vierkante meter voor een koophuis in een gemeente, hoe vaker inwoners ergens anders een huis kopen.
Meer Randstedelingen jonger dan 35 jaar kopen huizen buiten de Randstad
Veel Randstedelingen die een huis kopen buiten hun eigen stad, blijven gewoon in de Randstad. Maar ook andere delen van Nederland worden interessant. In 2015 kocht nog ruim 86 procent van de Randstedelingen een huis in de Randstad. Dat is nu zo’n 74 procent; een daling van 12 procentpunt in zes jaar tijd. Er worden dus vaker huizen gekocht in andere delen van Nederland dan de Randstad. Ook door 35-minners. Net buiten de Randstad is inmiddels de helft van de huizenkopers uit de Randstad jonger dan 35 jaar. Ook kopen jonge huizenkopers vaker in de steden van de periferie. De kans is groot dat zij daar een huis hebben gekocht vanwege de lagere huizenprijzen, niet vanwege de rust en de ruimte.
Minder huizen naar lokale inwoners
Dit alles raakt de lokale inwoners die een huis willen kopen. Er worden steeds minder huizen verkocht aan iemand uit de eigen gemeente. Zo ging het aandeel lokale huizenkopers op het platteland direct naast de Randstad in acht jaar terug van 70 procent naar 50 procent (zie figuur). Lokale inwoners die een huis willen kopen, komen er dus minder goed tussen. Het aandeel huizenkopers uit de Randstad daarentegen neemt juist langzaam toe. Vaak zijn het Randstedelingen uit de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag.
Randstedelingen kopen buiten de Randstad meestal vrijstaande huizen. En ze kopen duurdere huizen dan de lokale huizenkopers. In de eerste helft van 2022 was het prijsverschil 95.0000 euro (446.000 euro tegenover 351.000 euro).
Figuur: Lokale huizenkopers verliezen terrein

De toekomst: blijven Randstedelingen weer vaker in de eigen stad of kiezen ze voor een grotere woning ergens anders?
Op dit moment dalen de huizenprijzen. Als dit langer duurt, kan dat er toe leiden dat Randstedelingen in de toekomst weer vaker een huis kopen in hun eigen stad. En in dat geval hebben lokale huizenkopers weer meer kans om een huis in hun eigen gemeente te kopen.
Daartegenover staat dat (vandaag de dag populairdere) grotere huizen vooral buiten de steden te vinden zijn. Als kopers ondanks de hogere stookkosten toch een groter huis willen, dan kan de trek van stad naar platteland en van de Randstad naar andere delen van Nederland doorzetten. Ook al worden de huizen in de steden goedkoper. De druk op de Randstad wordt dan mogelijk wat verlicht, omdat mensen verhuizen naar andere delen van het land.