Lagere rendementsverwachtingen voor beleggers
De laatste jaren hebben we een voorschot genomen op toekomstige opbrengsten. Dit blijkt uit de nieuwe verlaagde prognoses voor de rendementen van aandelen en obligaties. Dit is niet verrassend. Zeker niet omdat er sinds 2009 extreem lage renteniveaus en bovengemiddelde aandelenrendementen zijn. Dit betekent dat de doelstellingen voor nieuwe beleggers iets moeilijker te behalen worden, maar dat er ook nog voldoende in het vat zit.

Inschatten van toekomstige beursontwikkelingen
Het inschatten van de toekomstige ontwikkelingen voor aandelen en obligaties is lastig. Naast economische en geopolitieke ontwikkelingen spelen onder andere ook het sentiment en de mate van in- of uitstroom in de beleggingscategorieën een rol. Het klinkt misschien vreemd, maar het inschatten van de lange termijnverwachtingen (10 jaar) is eenvoudiger vast te stellen dan de kortere termijn. Dit komt doordat de lange termijnverwachtingen zijn gebaseerd op stabielere indicatoren (zoals de economische groei), terwijl het beurssentiment veel minder invloed heeft. Ook zijn er redelijk succesvolle vuistregels om de lange termijn in te kunnen schatten. We gebruiken deze inschattingen als basis voor het beleggingsprofiel.
Het beleggingsprofiel is belangrijk om de haalbaarheid van het beleggingsdoel te bepalen en of het doel past binnen de risicogrenzen. Onder andere de financiële positie, het bestedingspatroon, de bestedingsdoelen, de beleggingshorizon en de risicobereidheid van een belegger bepalen hoeveel risicovolle beleggingen, zoals aandelen, in de portefeuille kunnen worden opgenomen. Hoe langer de beleggingshorizon, hoe meer aandelen kunnen worden opgenomen. Wij bieden op dit moment vier profielen aan: defensief, neutraal, offensief en zeer offensief. Deze profielen stellen ons in staat om te zorgen voor risicobewaking en risico-afbouw.
Hoe een rendementsverwachting tot stand komt
Om de rendementsverwachting voor de lange termijn in te schatten, gebruiken we de uitgangspunten van de Commissie Parameters. Deze commissie stelt elke vijf jaar (of eerder als dat nodig is) de prognoses voor meerdere beleggingscategorieën bij een neutrale marktontwikkeling. Deze prognoses, die weliswaar geen garanties bieden voor de toekomst, worden onder andere door pensioenfondsen gehanteerd. In de laatst gepubliceerde prognose vallen de rendementen voor de risicovolle beleggingen lager uit. Zo daalt het verwachte bruto rendement (is het rendement vóór aftrek van kosten) voor aandelen van 7% naar 5,8%, voor niet-genoteerd vastgoed van 6% naar 4,8% en voor grondstoffen van 5% naar 3,5%.
Voor de prognose van aandelen gebruikt de Commissie Parameters het jaarlijkse rapport van de drie Amerikaanse hoogleraren Dimson, Marsh en Staunton. Zij berekenen het rendement van aandelen vanaf 1900 tot nu. Begin 2019 kwamen ze tot een jaarlijks gemiddelde van 7,1%, die bestaat uit een rendement (exclusief inflatie) van 5,2% en een inflatie van 1,9%. De commissie haalt van die 7,1% nog 1,3%-punt af, omdat zij van mening is dat de aandelenwaarderingen de laatste jaren sterk zijn gestegen en dat de kans op een verdere stijging van de koers-winstverhoudingen beperkt is. Ook tonen de hoogleraren met data aan dat de rendementen sinds 2000 een stuk lager uitkomen dan de genoemde 7,1%.
Daarnaast ligt de rente (exclusief inflatie) nu 1,6%-punt onder het historische niveau. Deze rente is de basis voor de berekening van de risicopremie. De risicopremie is de vergoeding die beleggers willen ontvangen voor het extra risico dat ze nemen door in aandelen of obligaties te beleggen. Omdat de rente nu zo laag is en de relatie tussen rente en aandelenmarkten onzeker is, past de commissie de risicopremie aan. Ook geeft de commissie aan dat het verleden geen goede voorspeller is. Elke belegger weet inmiddels dat ‘in het verleden behaalde rendementen geen garantie bieden voor de toekomst’. Aandelen hebben de verwachtingen uit het rapport van 2014 overtroffen. Sindsdien waren de aandelen goed voor een gemiddeld rendement van 11,4% per jaar. Als we het extreem goede jaar 2019 niet meerekenen, bedraagt het rendement ruim 8%. Voor grondstoffen bleek de verwachting van de commissie echter veel te hoog. Deze staan sinds 2014 op verlies.
Lagere rendementsverwachtingen
Door de nieuwe uitgangspunten van de Commissie Parameters en de actuele kwartaalaanpassing verwachten we lagere rendementen voor de beleggingsprofielen bij een neutrale marktontwikkeling. Deze verwachtingen bieden echter geen garantie voor de toekomst. Voor de defensievere profielen is het effect minder groot dan voor de offensievere profielen. Dit komt omdat offensieve profielen naar verhouding meer aandelen bevatten. Defensieve profielen bevatten naar verhouding meer obligaties en de verwachtingen voor obligaties worden ieder kwartaal aan de actuele rentecurve aangepast. Op grond van de huidige curve komt het verwachte rendement (vóór aftrek van kosten) van obligaties voor de komende tien jaar uit op 0,7% per jaar.
Voor een belegger met een looptijd van 10 jaar daalt door de genoemde aanpassingen het verwachte jaarlijkse rendement voor een defensief profiel van 2,6% naar 2,2% en voor een neutraal profiel van 3,9% naar 3,2%. Voor een offensief profiel is het verwachte rendement gedaald van 5,1% naar 4,3% en voor een zeer offensief profiel van 6,4% naar 5,3%. In historisch opzicht zijn de verwachtingen laag, maar met de genoemde bruto groeiverwachtingen en het effect van rendement op rendement, blijven veel beleggingsdoelen haalbaar. Onderstaande grafiek toont het actuele en verwachte rendement (vóór aftrek van kosten) op basis van de verwachtingen in 2014.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.