Groenobligaties blijven achter
Groenobligaties blijven dit jaar achter. Dat komt door hogere kwaliteit en duration. De belangstelling voor groen neemt niet af en het assortiment wordt interessanter met sustainability-linked obligaties.

Voor de belegger in groenobligaties is 2021 niet goed begonnen. De Bloomberg Global Green Bond index staat op een verlies van 2,4% en dat is dus nog bijna 0,8%-punt slechter dan de brede global bond index die 1,6% lager noteert dan aan het begin van het jaar. De reden is zeker niet dat groenobligaties niet meer in trek zijn. Het is een logisch gevolg van het feit dat groenobligaties gemiddeld genomen een hogere kredietkwaliteit hebben en een langere looptijd. De gemiddelde rating is met Aa3/A1 drie notches hoger dan die van de brede obligatie-index (A3/Baa1) en de duration is een jaar hoger op 8,4. Dat maakt dat ze achterblijven in een periode dat de rente stijgt en de kredietopslagen afnemen zoals dit jaar is gebeurd. Dat vorig jaar de situatie omgekeerd was, had er vooral mee te maken dat toen de meest veilige obligaties in trek waren. Aan belangstelling voor ‘groen” ligt het niet. Dit jaar is al voor meer dan $ 3 miljard uitgegeven aan ESG-obligaties. De grootste uitgevers waren Frankrijk, Italië en Duitsland en dat zijn geen partijen die hoge rentes betalen.
Bovendien komt de groenpremie steeds meer bij de uitgevende instelling terecht als landen of bedrijven de groenobligatie met een lagere coupon in de markt zetten dan een obligatie met dezelfde looptijd waarvoor ze zich niet committeren aan een specifieke bestemming. De groenpremie is het afgelopen jaar vooral in euro-obligaties toegenomen. Zelfs voor Duitsland dat toch niet te klagen heeft over de rentecondities in de markt, kan een groenobligatie 5 basispunten minder rente betekenen. Dat is voor de schatkist een flinke meevaller bovenop de negatieve rente. Maar voor bedrijven is het ook een belangrijke overweging om bij het uitgeven van een obligatie voor groen te gaan. Met een rente van 0,58% is de rente op de index voor groenobligaties duidelijk lager dan voor de brede obligatiemarkt. Voor de belegger die wel beloond wil worden voor zijn goede gedrag, is de opkomst van sustainability-linked obligaties interessant. Hier geven partijen een obligatie uit onder de voorwaarde dat ze bepaalde ESG-doelstellingen gaan halen. Wanneer ze daar niet in slagen, zijn ze een boete verschuldigd, in de vorm van een hogere coupon.
Zo heeft Ahold een obligatie uitgegeven waar de coupon van 0,375% met 0,25% omhoog gaat in 2026 als de voorgenomen CO2 reductie en doelstelling voor voedselverspilling niet wordt gehaald. Er zijn inmiddels 180 van dit soort obligaties, waarmee het langzamerhand een belangrijk onderdeel wordt in het gamma van ESG obligaties naast de al bestaande green bonds en social bonds. Het aantrekkelijke van de sustainability-linked obligaties is dat duidelijk is aan welke ESG-eisen voldaan moet worden. Over de ESG-rating van uitgevers van andere groene obligaties is immers nog geen eenduidigheid. Waar kredietratings voor een bedrijf bij alle ratingbureaus in hoge mate gecorreleerd zijn, is dat bij ESG-ratings allesbehalve het geval. Dat maakt het ook voor centrale banken bijzonder moeilijk om hier onderscheid te maken in hun opkoopbeleid, ook al willen ze dat graag.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.