Samenhang aandelen en obligaties weer positief
Het derde kwartaal is per saldo goed verlopen voor aandelen. De ontwikkeling van de rente bleek weer bepalend voor de samenhang van aandelen en obligaties. De dominantie van groeiaandelen speelt daarin een belangrijke rol.

Hoewel in het derde kwartaal de zorgen toenamen over het tempo van de economische groei in de komende periode, is het derde kwartaal voor aandelen gematigd positief verlopen. De belangrijkste ontwikkeling die halverwege het tweede kwartaal begon en voor het grootste gedeelte van het derde kwartaal doorzette, is de omslag van rente. De rente in de VS daalde aanvankelijk verder met 30 basispunten, waarmee de daling sinds april op het dieptepunt ruim 60 basispunten bedroeg. Met de zorgen over de piek in de groei en de dalende rentes was het daarmee tot de vergadering van de Fed een goed kwartaal voor obligaties en groeiaandelen in het algemeen. In de dagen na de Fed vergadering steeg de rente weer, waardoor obligaties en groeiaandelen een stap terug deden. Per saldo stegen aandelen in euro gemeten met 1,2% in waarde, terwijl de Europese obligatiebenchmark nagenoeg onveranderd bleef.
Periodes waarin (groei)aandelen en obligaties in tandem bewegen, zijn tekenend voor de toegenomen samenhang tussen aandelen en obligaties in de laatste jaren. De dominantie van groeiaandelen (met name tech) en het beleid van centrale bankiers spelen hier een belangrijke rol. De vraag is of de afbouw van de steun door centrale bankiers voor een significante kentering gaat zorgen. Daarvoor is het van belang dat de rente over een langere periode stijgt, terwijl het groeimomentum sterk blijft. In een dergelijk scenario kunnen waarde-aandelen en cyclische aandelen in het algemeen het stokje overnemen van groeiaandelen, zoals we dat in de eerste kwartaal van dit jaar hebben gezien. Hoewel de zogenaamde ‘reopening trade’ voorlopig ten einde is, is er ruimte voor een vervolg aangezien het waarderingsverschil tussen groei- en waarde-aandelen (k/w van respectievelijk 23x en 8,5x) erg hoog is. Tegelijkertijd wijzen economische indicatoren op een afzwakkend groeimomentum in de komende periode. En hoewel inflatiedruk hoog blijft, neemt de inflatiedruk maand op maand wel af. Ook duurt het nog wel even voordat centrale bankiers de rente verhogen.
De kans op een sterke en snelle stijging van de rente is op dit moment dan ook klein. De implicatie hiervan is dat periodes waarin (groei)aandelen en obligaties in tandem bewegen zich vaker zullen voordoen, waarmee ook de correlatie tussen aandelen en obligaties hoger blijft dan normaal. Dit betekent echter niet dat obligaties geen rol meer in portefeuille kunnen vervullen. Zo is er met wereldwijde obligaties in portefeuille in risk-off scenario’s meer ruimte voor rentedalingen en daarmee demping. En met solide wereldwijde bedrijfsobligaties is er met beperkte toevoeging van risico ten opzichte van staatsobligaties extra rendement te realiseren van ruim 90 basispunten. Tot slot zien we in het high yield segment genoeg mogelijkheden om extra rendement toe te voegen terwijl de rentegevoeligheid van de portefeuille door de blootstelling aan deze categorie bijna een punt lager uitvalt dan de benchmark.
Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.