Duurzaamheidsratings: het juiste perspectief?

20 december 2021 14:52

Duurzaamheidsratings liggen met regelmaat onder vuur. Een van de bezwaren is dat er te veel wordt gekeken vanuit het perspectief van de onderneming en zijn aandeelhouders. Het concept van ‘double materiality’ houdt ook rekening met de impact van een onderneming op de maatschappij en geeft zo een completer beeld.

Duurzaamheidsratings: het juiste perspectief?

Naarmate duurzaam beleggen belangrijker wordt, neemt het belang van duurzaamheidsratings toe. En daarmee ook de kritiek op deze ratings. Zo bleek in het verleden al dat de opinies van duurzame rating agencies zoals MSCI en Sustainalytics ten aanzien van één en hetzelfde bedrijf nogal uiteen kunnen lopen. Onlangs verscheen een artikel in Bloomberg Business met als titel ‘The ESG Mirage’ waarin de ESG-rating van MSCI op de hak wordt genomen. Een van de belangrijkste bezwaren die wordt genoemd, is dat die rating niet beoogt de impact van een onderneming op de wereld te meten, maar in plaats daarvan de impact van de wereld op de winst van een onderneming.

Een saillant voorbeeld dat in het artikel wordt genoemd, is het datapunt “waterstress” binnen de MSCI ESG-rating. Daarmee wordt gemeten hoe een gebrek aan water in bepaalde regio’s de resultaten van een onderneming kan beïnvloeden. Maar dus niet wat er gebeurt als een onderneming zelf zorgt voor waterstress in een bepaalde regio. De verbazing is begrijpelijk, maar toch is dit precies waar ESG-ratings voor zijn bedoeld, namelijk om van de doelgroep (beleggers) betere beleggers te maken door te kijken hoe ondernemingen omgaan met risico’s die mogelijk financieel materieel zijn. Overigens zijn de belangen van bedrijf en maatschappij in veel gevallen beter opgelijnd. Als een onderneming water bespaart, is dat goed voor die onderneming én voor de maatschappij. In de praktijk worden ESG-ratings bovendien ook vaak gevoed door of aangevuld met de monitoring van controverses. Als een bedrijf negatief in het nieuws komt, bijvoorbeeld door het veroorzaken van watertekorten, kan dat leiden tot een slechtere ESG-rating.

Toch is een meer holistische blik op de duurzame uitdagingen van ondernemingen gewenst en daaruit is het concept van ‘double materiality’ ontstaan. Daarbij is er niet alleen aandacht voor duurzaamheidskansen en -risico’s die financieel materieel kunnen zijn voor een onderneming, maar ook nadrukkelijk voor de impact die een onderneming (mogelijk) heeft op de maatschappij. Het concept van ‘double materiality’ zit ingebakken in Europese boekhoudregels zoals de NFRD en CSRD. Maar ook binnen de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) en de groene Taxonomie is hier aandacht voor. Bijvoorbeeld door de verplichting om aan te geven of en hoe er rekening wordt gehouden met Principal Adverse Impacts - negatieve effecten van beleggingen op de maatschappij - in het beleggingsproces. Alleen sturen op een goede ESG-rating is daarbij niet voldoende. Aanvullende screenings en criteria zijn noodzakelijk. Dat is een insteek die, mits goed toegepast, waarschijnlijk beter aansluit bij de manier waarop veel particuliere beleggers en andere stakeholders het begrip duurzaamheid interpreteren.

Duurzaamheidsratings: het juiste perspectief?

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.