Stagflatie nog niet in zicht
Ondanks de oplopende inflatie en de afnemende economische groei signaleert de obligatiemarkt geen stagnatie. We houden een voorkeur voor bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit.

Met de forse prijsstijgingen en de druk op de economie die van de oorlog in Oekraïne uitgaat, is het begrijpelijk dat er weer over stagflatie wordt gesproken. Stagflatie is een combinatie van negatieve economische groei (recessie) en hoge inflatie. Dit hebben we in de jaren ’70 gezien toen er in de periode die volgde op de oliecrisis van 1973 een hoge inflatie was en de economische groei fors lager was dan in de decennia ervoor.
Toch is stagflatie een zeldzaam fenomeen. Normaliter reageren de prijzen op afnemende vraag en zijn perioden van stagflatie een kort leven beschoren. Helemaal zeldzaam is het dus niet: zelfs vorig jaar hadden we in Europa een kwartaal met negatieve groei en hoge inflatie. Maar dergelijke korte perioden zijn natuurlijk niet marktverstorend.
Hoewel de markt duidelijk een hogere inflatie is gaan verwachten en een lagere economische groei, is dat iets anders dan stagflatie. De lange rente is nog steeds een stuk hoger dan de korte rente en de opwaartse trend in de steilheid van de curve is zelfs niet aangetast. Een van de eerste signalen van een verwachte recessie is de inversie van de rentecurve. Die beweging is nog niet ingezet. Dat betekent dat ook in Europa de obligatiemarkt in elk geval niet voorsorteert op een langdurige recessie, ondanks de schok van de oorlog op de grondstoffenprijzen en de toegenomen onzekerheid.
Dat komt waarschijnlijk niet omdat de markt gelooft dat het allemaal wel weer snel voorbij zal zijn. Het lijkt er veel meer op dat de dynamiek in de economie hierdoor niet zal verdwijnen. Hoewel de koopkracht van consumenten flink wordt aangetast, is de financiële positie van huishoudens solide. Een belangrijke factor daarbij is het overheidsbeleid. Met grote investeringen in energie en defensie zal er een aanzienlijke tegenkracht zijn. Het zal er ook toe leiden dat bedrijven investeringen zullen blijven doen. Hun financiële situatie is daarvoor ook sterk genoeg.
De kredietopslagen zijn sinds de oorlog wel enigszins uitgelopen maar nog geen half procent en dat is niet in de buurt van de schade bij de pandemie, toen ze wel 2%-punt stegen. Dat duidt erop dat de markt onrustig is en onzeker over de liquiditeitssituatie, maar geeft tegelijkertijd aan dat er geen onrust is over de opgetreden aanbodschok om een kredietcrisis te doen ontstaan.
Mocht de oorlog escaleren, dan is het mogelijk dat de lange rente wel gaat dalen in aanloop naar een recessie, maar dat kredietopslagen gaan uitlopen. Highyield obligaties zijn in een dergelijk scenario kwetsbaar, maar voor investment grade bedrijfsobligaties is de beleggingscasus ook dan gunstig: ze profiteren van lagere rentes. Het is dan een goed alternatief voor de grote stroom aan euro-staatsleningen die verwacht mag worden.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.