Einde van tijdperk met lage inflatie
Er lijkt nog geen piek bereikt in de inflatie. De Amerikaanse centrale bank (Fed) heeft de rente met 75 basispunten verhoogd. Koersen van aandelen en obligaties waren al stevig gedaald door de angst dat de Fed de rente sneller zou verhogen dan verwacht om zo de inflatie te beteugelen. In ons basisscenario houden we rekening met een inflatie die geleidelijk afneemt, maar hoger zal liggen dan voor de pandemie.

Hoogste inflatie sinds 1982
Het meest recente Amerikaanse inflatiecijfer – dat over de maand mei – is met 8,6% uitgekomen op het hoogste niveau sinds 1982. Beleggers anticipeerden juist op een piek in de inflatie. Hoewel de inflatie geschoond voor de impact van energie- en voedselprijzen twee maanden op rij een lichte daling laat zien, is de kerninflatie met 6% nog altijd hoog. Beleggers zijn bevreesd dat inflatie hardnekkiger is dan tot voor kort werd verwacht. Dit voedt de verwachting dat meer renteverhogingen nodig zijn. Mogelijk nogmaals 75 basispunten in juli.
Daarmee tekent zich sinds begin dit jaar een duidelijk patroon af, waarbij beleggers herhaaldelijk hun verwachtingen voor de rente hebben moeten aanpassen. Het tempo waarin dit is gebeurd, is ongekend. Eind vorig jaar hielden beleggers voor begin 2023 rekening met een beleidsrente van nog geen 1%. Die verwachting is in rap tempo bijgesteld naar bijna 4%.
Terugkeer naar inflatie van de jaren ’70 en ’80?
Het grootste risico voor de markten is niet zozeer de hoogte van de huidige rente, maar dat de inflatie structureel boven de 4% blijft, zoals we in de jaren ’70 en ’80 hebben gezien. In dat geval zal de Fed de rente nog verder moeten verhogen. Er zijn inderdaad structurele factoren die een hoge inflatie voeden, zoals de noodzaak om de strategische onafhankelijk op technologisch vlak en energievoorziening te waarborgen, wat deglobalisering voedt. Ook de onderinvestering in de fossiele industrie werkt voorlopig een hogere inflatie in de hand.
Toch verwachten wij niet dat de inflatie structureel zo hoog blijft. De verstoring van de wereldwijde toeleveringsketens neemt af nu China geleidelijk heropent. Het einde van de covidrestricties leidt tot een verschuiving in de vraag: van producten naar diensten. Dit brengt vraag en aanbod beter in balans. Wereldwijde chiptekorten zijn afgenomen. De olietermijnmarkten houden rekening met prijzen voor olie die weliswaar hoger liggen dan voor het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, maar de komende maanden gestaag dalen.
Kortom: de factoren die de inflatie dit jaar zo sterk aanjagen, lijken te kantelen. Daarmee kan het inflatiebeeld begin volgend jaar een stuk rooskleuriger worden. Het grootste risico dat daaraan kleeft, is een verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne, wat bijvoorbeeld kan leiden tot een gasboycot.
En de loonontwikkeling?
Een factor die de inflatie langdurig kan aanzwengelen, is de loonontwikkeling. Hoewel we zien dat in de VS de loongroei bovengemiddeld is vanwege de krappe arbeidsmarktsituatie sinds de pandemie, stijgen lonen veel minder snel dan de inflatie. Dit geldt des te meer voor Europa.
De hoge inflatie en de achterblijvende loongroei drukt de koopkracht. We verwachten dat de afnemende vraag de inflatie in de komende tijd afremt. Dit alles zien we ook terug in de inflatieverwachtingen voor de lange termijn. Die zijn sterk opgelopen, maar liggen qua niveau op het 20-jaarsgemiddelde. Opvallend is dat de verwachtingen in de afgelopen dagen juist zijn gedaald, terwijl de inflatie een nieuwe piek laat zien. Dit laat zien dat de beleggers vertrouwen hebben in de daadkracht van de Fed.
Onze verwachting
In ons basisscenario houden we rekening met een inflatie die geleidelijk afneemt, maar hoger zal liggen dan voor de pandemie. Indien de inflatie zoals verwacht volgend jaar terugvalt naar circa 3%-4% en we te maken krijgen met een milde, kortdurende recessie, zien we vanwege de forse koersreactie die we tot nu toe hebben gezien op dit moment geen aanleiding om het risico in de portefeuille verder af te bouwen.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.