Renteverschillen worden kleiner: wat zijn de gevolgen?
2023 begint lastig voor beleggers omdat het beleid van de centrale banken gericht blijft op renteverhoging. De waarschuwing van ECB-president Lagarde vorige week heeft zijn uitwerking niet gemist: de verwachte rentetarieven voor Europa staan inmiddels 0,5% hoger. Het renteverschil met de VS staat op het laagste niveau sinds het uitbreken van de pandemie. Ongunstig voor de koers van de dollar, maar positief voor hoogrentende obligaties van landen in opkomende markten.

Japanse ommekeer
Met de aankondiging van de Bank of Japan (BoJ) dat het voortaan een rente van 0,5% zal hanteren bij de opkoop van tienjaars staatsleningen in plaats van 0,25%, is ook de laatste centrale bank van de ontwikkelde markten overgestapt op een verkrappend monetair beleid. Tot dusverre was het beleid van de BoJ gericht op het bestrijden van deflatie. Vooral de goedkope yen is de Japanners waarschijnlijk een doorn in het oog. Die reageerde dan ook het sterkst en trok 3,5% aan versus de dollar en euro.
Nieuwe forward guidance ECB
Waar de Europese Centrale Bank (ECB) nog geen jaar geleden bang was voor een Japan-scenario, is ze nu voornemens de rente nog flink verder te verhogen en het tarief ook hoog te houden. De ECB gaat nu uit van een matige economische groei, maar een hoog blijvende inflatie.
Na de recente speech van ECB-president Lagarde staan de volgend jaar verwachte rentetarieven 0,5% hoger, op 3,25%. Of dat is omdat de markten de forse opwaartse bijstelling van de inflatieprognose van de ECB volgen, is echter de vraag. De inflatieverwachtingen zijn in de obligatiemarkt stabiel, ondanks de gestegen rente. Het lijkt meer een risicopremie op warrige communicatie. Een maand geleden had de ECB nog aangegeven geen vooruitblik (forward guidance) meer te geven en het rentebeleid te baseren op de inkomende data.
Afnemend renteverschil
De scherpe rentestijging in de EU betekent dat het renteverschil met de VS afneemt. Het renteverschil was de afgelopen tien jaar circa 1,7% en in 2018 zelfs 2,75%. Nu is het met 1,3% op het laagste niveau sinds de beginmaanden van de uitbraak van de pandemie. Het is mogelijk dat het renteverschil verder gaat afnemen. In de twintig jaar voor de eurocrisis van 2012 was het renteverschil tussen euro en dollar slechts 0,25% en zelden meer dan 1% in het voordeel van de een of de ander.
In principe is het inkomend renteverschil ongunstig voor de koers van de dollar. Het afgelopen jaar werd die echter vooral door het beleid van de Fed en de energieprijs gestuwd. Als de omslag daarin doorzet, is dat gunstig voor opkomende markten.
Kansen in hoogrentende landen
Dat we 2023 beginnen met hogere rentes vanuit de centrale banken maakt het beleggingsklimaat niet positief. Hoe tegenstrijdig het misschien ook klinkt: juist omdat de centrale banken in de landen met de laagste inflatie nu het roer omgooien, zal de markt minder bezorgd zijn over inflatie in het komende jaar. De rentes in euro kunnen verder richting van die in dollar bewegen. Voor obligatiebeleggers zijn de hoogrentende landen in opkomende markten, zoals Mexico, daarmee in het komende jaar het meeste kansrijk.

Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.