Grondstofprijzen terug naar normaal: hoe komt dat en wat betekent het?
Olieproducerende landen hebben afgesproken minder olie op te gaan pompen, waardoor de olieprijs waarschijnlijk gaat stijgen. Toch is dat een zeldzame uitzondering op de algemene tendens op de grondstoffenmarkten. Grondstoffenprijzen zijn de afgelopen tijd namelijk genormaliseerd. De lagere prijzen dempen de inflatie en maken verdere rentestijgingen minder urgent. Dat is gunstig voor beleggers en voor de maakindustrie.

De afgelopen jaren waren een bijzondere tijd voor grondstoffenprijzen. In 2020 was daar de coronacrisis, met eerst verstoorde toeleveringsketens en vervolgens een economie in overdrive. En in 2022 volgde de Russische invasie van Oekraïne, met enorme economische onzekerheid en sancties die grondstoffenprijzen tot nieuwe hoogten dreven.
Maar niets duurt voor eeuwig. Inmiddels zijn grondstoffenprijzen weer wat genormaliseerd en in sommige gevallen weer op het niveau van voor corona. Hoe komt dat? En wat betekent dat voor de economie?

Tekorten leiden tot overschotten
Een van de weinige échte wetmatigheden van de economie en van financiële markten, is dat op elk tekort een overschot volgt. De verklaring is simpel. Tekorten betekenen hoge prijzen, die op hun beurt extra aanbieders aantrekken. Meestal komt er meer capaciteit of voorraad bij dan nodig en dalen de prijzen fors. Een voorbeeld daarvan zagen we afgelopen winter. Het schrikbeeld van een economie die kapot zou gaan door sancties op Russisch gas bleek een spookverhaal. In luttele maanden kwam er een stortvloed aan LNG vanuit de rest van de wereld de Europese markt op. De aanbodzijde van de economie bleek enorm veerkrachtig.
Gedraaid economisch sentiment
Maar ook aan de vraagzijde is er wat gebeurd. Het economisch sentiment is al een tijdje aan het draaien. Zo verwachten onze economen een milde recessie in de VS. Dat is niet bevorderlijk voor grondstoffenprijzen, die niet alleen afhangen van fysieke voorraden, maar ook van de vooruitzichten voor economische groei.
En China is weliswaar weer open en vrij van coronabeperkingen, maar de Chinese overheid is terughoudend als het gaat om extra uitgaven om de economie te stimuleren. Veel analisten waren teleurgesteld over de groeiverwachtingen die China vorige maand presenteerde. Daarnaast komt de vraag naar grondstoffen vanuit China ook van exporterende bedrijven, en die hebben het lastig met een tegenwerkende wereldeconomie.
Goed nieuws voor centrale bankiers
Dan de gevolgen van de genormaliseerde grondstoffenprijzen voor de economie. De lagere grondstofprijzen zijn goed nieuws voor centrale banken. Zij kunnen met hun gereedschapskist alleen vraag-gedreven inflatie bestrijden. En dat is een lastig verhaal als de economie al in het slop dreigt te raken. Dat de huidige inflatie voor een fors deel aanbod-gedreven is, en zichzelf lijkt op te lossen, is dus een welkom cadeau voor centrale bankiers. Zij hoeven het rempedaal iets minder hard in te drukken. Wij verwachten in ons basisscenario dan ook dat er dit jaar een eind komt aan de renteverhogingen.
Goed nieuws voor de maakindustrie (toch?)
Lagere grondstoffenprijzen lijken ook goed nieuws voor bedrijven in de maakindustrie. Hun inputkosten dalen, waardoor hun marges toenemen. Daar past wel nog een forse voetnoot bij. De mate waarin lagere grondstoffenprijzen samenhangen met lagere economische vraag zegt ook iets over hoe de vraag naar hun producten zich ontwikkelt. Of de lagere inputkosten voor industriële bedrijven opwegen tegen de dalende afzet, is nog maar de vraag.
Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.