De euro is flink aangesterkt en dat merk je als belegger
De Amerikaanse beursindex S&P500 is dit jaar met 18% gestegen, maar in euro blijft daar maar 12% van over. Dat komt doordat de dollar in de afgelopen negen maanden ruim 15% in waarde is gedaald tegenover de euro. Hoewel de sterke euro de waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille drukt, is het gunstig dat hier een dempend effect op de inflatie van uitgaat.

In de afgelopen negen maanden heeft de dollar een opmerkelijke terugslag versus de euro laten zien. Een depreciatie van meer dan 15% in zo’n korte tijd is voor een majeur valutapaar een belangrijke gebeurtenis.
Heropleving Europa
De dollar is dit jaar niet verzwakt tegenover de Japanse yen en de Chinese renminbi. Integendeel: die munten zijn juist wat verzwakt versus de dollar.
De draai in de dollar is dan ook niet zozeer zwakte van de VS, maar meer het gevolg van een heropleving van Europa. De Europese economie werd alom kwetsbaar geacht door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne. Dat bleek uiteindelijk mee te vallen: de recessie in de EU kwam er niet.
Daar komt bij dat het forse renteverschil tussen de dollar en de euro is afgenomen, wat de dollar minder aantrekkelijk maakt.
Middenscenario voor de dollar
Over het algemeen geldt: de dollar doet het goed in twee scenario’s: als de Amerikaanse economie uitstekend presteert of wanneer de hele wereld in brand staat en er een vlucht naar dollars ontstaat. In het middenscenario doet de dollar het vaak niet zo best. Met een matige maar meevallende groei in de VS en een positief beurssentiment, is het niet zo vreemd dat de dollar zoveel is verzwakt dit jaar.
Gevolgen voor de economie
Om de economische consequenties in te schatten, beoordelen we de munten aan de hand van de effectieve wisselkoers. Effectief (gewogen naar handelsstromen) is de dollar 8% goedkoper geworden vanaf de piek, maar die daling vond vooral aan het eind van 2022 plaats. De dollar is allesbehalve zwak en staat op deze maatstaf 11% hoger dan begin vorig jaar.
De effectieve wisselkoers van de euro (gewogen naar handelsstromen) daalde in 2021 en een groot deel van 2022 van 104,8 naar 94. Inmiddels is die hersteld naar 101,4. Dat betekent enerzijds dat het voordeel van een zwakkere wisselkoers voor de exportpositie van Europese bedrijven grotendeels is verdwenen. Anderzijds gaat hiervan een sterk dempend effect op de inflatie uit. Importen worden immers goedkoper.
Wat betekent dit voor de portefeuille?
Aandelen in andere valuta’s zijn in euro minder waard geworden. Van de spectaculaire stijging van de S&P 500 van 18% dit jaar is in euro maar 12% over. De Dow Jones staat dit jaar zelfs in de min in euro. Dat is een omrekeningseffect.
Dat omrekeningseffect is er niet bij obligaties in onze beheerportefeuilles. Obligaties in vreemde valuta worden afgedekt. Niet afdekken van het valutarisico zou veel te grote schommelingen in de waarde van de obligatieportefeuille betekenen.
Dat de rente in euro harder is gestegen, betekent wel dat kosten voor afdekking afnemen. Die zijn vooral voor het 1895 Bedrijfsobligatiefonds aanzienlijk, want hier beleggen we het meest in dollars. De afdekking kost ruim 1% rente. Voor het 1895 Wereld Investment Grade Obligatiefonds zijn de kosten lager: circa 0,6%-punt. Daar beleggen we ook in Aziatische valuta, waar het afdekken van de valuta juist rente oplevert.
Rentevooruitzichten
Hoewel de sterke euro de waardeontwikkeling van de beleggingsportefeuille drukt, is het gunstig dat hier een dempend effect op de inflatie in euro vanuit gaat. Dat is positief voor de rentevooruitzichten.
Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.