Het moment is gekomen om inflatieobligaties af te bouwen
Beleggers houden voor de langere termijn rekening met 2,5% inflatie in de VS. De feitelijke inflatie ligt daar inmiddels onder. Het is een kwestie van tijd voordat de inflatieverwachtingen dalen, en dan zijn Amerikaanse inflatieobligaties kwetsbaar. Daarom bouwen we onze positie in de actief beheerde portefeuilles wat af. We doen de inflatieleningen niet helemaal de deur uit. Als Trump aan de macht komt, kan dat de inflatie weer aanjagen.

Vorige week kwamen nieuwe inflatiedata uit de VS. Het is niet moeilijk om er een trend in te herkennen. Vorig jaar daalde de inflatie rap. In het eerste kwartaal trad daarin enige hapering op, maar de daling is in het tweede kwartaal hervat. Het lijkt erop dat de stagnatie in het eerste kwartaal een gevolg was van na-ijlende prijsverhogingen voor allerlei diensten.
Bescherming tegen inflatie
In de actief beheerde obligatieportefeuilles beleggen we in Amerikaanse inflatieobligaties, zogeheten Treasury Inflation-Protected Securities (TIPS). Dit zijn obligaties waarbij de hoofdsom oprent met de inflatie. Tegenover de bescherming die ze bieden tegen inflatie staat dat de couponrente meestal zo’n 2% lager is dan die van normale obligaties.
We hebben deze inflatieobligaties in de portefeuille opgenomen omdat we de inflatierisico’s in de VS hoger inschatten dan in Europa. De inflatieverwachtingen voor de langere termijn liggen in de VS al twee jaar stabiel op ruim 2,5%. Dat is hoog als je kijkt naar het verleden. In de vijf jaar voor de coronapandemie was de inflatieverwachting gemiddeld 2,2% en bewoog ze tussen 1,8% en 2,6%.
Kans klein op oplopen inflatieverwachtingen
Inmiddels is de feitelijke inflatie dus aan het dalen en is die beneden deze langetermijnverwachting geraakt. De kans is aanzienlijk afgenomen dat de inflatieverwachtingen nu nog naar een hoger niveau gaan. Dat deden ze eerder immers ook niet, ondanks aanzienlijk hogere inflatiecijfers.
De spectaculair hoge inflatie van 2021-2023 is vooral een samenloop van omstandigheden geweest: van een hoge vraag door een zeer stimulerend monetair beleid en begrotingsbeleid vanwege de pandemie en een terugval in het aanbod vanwege de pandemie en de oorlog in Oekraïne. Daar tegenover staan krachten die de inflatie drukken, zoals prijstransparantie, concurrentie en de opkomst van kunstmatige intelligentie. Die krachten zijn niet verdwenen.
Fed houdt voet op de rem
De Amerikaanse centrale bank (de Fed) stelt zich zeer terughoudend op. Uit angst voor reputatieschade als de inflatie weer zou oplopen, heeft ze de rentetarieven nog niet verlaagd, terwijl het inflatieniveau een lagere rente zou billijken. Juist omdat centrale bankiers de rente hoog houden, is de kans groot dat de inflatie verder zal afnemen.
Positie verkleind
Als de inflatieverwachtingen dalen, daalt de koers van inflatieobligaties. Die zijn in zo’n scenario dus kwetsbaar. Daarom hebben we onze positie in obligaties met inflatiebescherming in het 1895 Wereld Investment Grade Obligatiefonds afgebouwd. Deze zijn ingeruild voor reguliere obligaties.
Overheidsbeleid grootste risico
Toch houden we in het 1895 Wereld Investment Grade Obligatiefonds nog wel een positie aan in inflatieobligaties. De mogelijkheid van een weer oplopende inflatie is namelijk niet van tafel. Overheidsbeleid – en niet de grondstoffenmarkt of aanbodproblemen in de economie – vormt daarbij de grootste risicofactor.
Analisten wijzen in dit verband op de hogere importtarieven die presidentskandidaat Donald Trump wil invoeren. Hogere tarieven lijken pijnlijk voor de exporterende landen, maar ze worden gewoon betaald door de consumenten in het importerende land.
Trump spreekt nu over een universeel importtarief van 10%. Nixon deed ook zoiets in 1971. Destijds waren de importen 3,4% van het Amerikaanse bruto binnenlands product (bbp), nu vormen ze 12,7%. De impact zou dus enorm zijn. Niet alleen op het prijsniveau van geïmporteerde Chinese en Europese goederen, maar ook op allerlei Amerikaanse producten, waarin immers onderdelen uit het buitenland worden gebruikt.
Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.