Toelichting bij verdere vertraging herbeoordeling rentederivaten
17 juli 2018
De herbeoordeling van rentederivaten is verder vertraagd. Klanten die nog geen aanbiedingsbrief hebben gekregen, ontvangen daarover in juli 2018 een brief. De brief is in lijn met wat we de afgelopen maanden hebben verteld aan de vele klanten op onze 50 klantbijeenkomsten in heel Nederland. De oorzaken van de verdere vertraging was een van de onderwerpen die we daar aan de orde hebben gesteld.
Eerder was de verwachting dat het merendeel van onze klanten in juni 2018 een aanbiedingsbrief zou hebben ontvangen. Helaas is dat niet gelukt en daarvoor biedt Rabobank haar excuses aan. Ook wij begrijpen dat deze extra vertraging erg onplezierig is. We doen er alles aan om zoveel mogelijk klanten nog dit jaar een aanbiedingsbrief te sturen. Wij zullen de klanten waarbij dit niet lukt in de laatste maanden van het jaar bellen. Vanwege de ontstane vertraging heeft Rabobank klanten die daarvoor in aanmerking komen inmiddels in totaal 362 miljoen euro aan voorschotten aangeboden. Dat is ongeveer de helft van het bedrag dat de Rabobank voor de totale compensatie uit het herstelkader heeft gereserveerd. Klanten die een voorschot hebben gekregen dat hoger is dan de uiteindelijke compensatie waar ze volgens het herstelkader recht op hebben, hoeven niets terug te betalen.
Oorzaken van verdere vertraging
De uitvoering van het uniform herstelkader rentederivaten (herstelkader) kost veel tijd. Het herstelkader is erg technisch en complex. Het is opgesteld door een onafhankelijke commissie en telde eerst 40 pagina’s. Door diverse uitbreidingen is het herstelkader inmiddels uitgegroeid tot 240 pagina’s. Deze uitbreidingen zijn vaak het gevolg van vragen over de toepassing van het herstelkader. Inmiddels zijn bijna alle vragen beantwoord en kunnen we volop aan de slag met het één voor één nalopen van alle dossiers en het vaststellen van de compensatie per klant. Wel hebben we in de voorafgaande periode voorbereidend werk op de dossiers kunnen doen, zodat we nu meer snelheid kunnen maken.
Elk van de 9.500 dossiers hebben we gemiddeld tien dagen in behandeling. Elke dag zijn hier ruim 400 collega’s mee aan het werk. Iedere berekening en elke brief met ons aanbod wordt daarna gecontroleerd door een onafhankelijke accountant. Deze aanpak is zorgvuldig maar tijdrovend.
Een andere oorzaak voor de vertraging is onze zorgvuldigheid bij het verzamelen van klantinformatie (ca. 8.500.000 documenten) en het automatiseren van de herbeoordeling. Hoewel dit tijd kostte in de aanloop, hebben we er bewust voor gekozen om het proces van herbeoordelen te automatiseren. We waarborgen zo dat elke klant op dezelfde manier wordt behandeld.
De behandeling van erg complexe dossiers kunnen we deels automatiseren, maar vraagt ook expertise van specialisten. Helaas zijn er niet genoeg specialisten beschikbaar in de markt om deze dossiers snel te kunnen afronden.
Belang van de klant weegt het zwaarst
Rabobank betreurt het zeer dat ze er ondanks alle inspanningen niet in is geslaagd om alle klanten al een definitief compensatievoorstel te doen. Rabobank heeft eerder steeds beklemtoond te streven naar een snelle afhandeling, onder andere bij monde van Wiebe Draijer, voorzitter van de groepsdirectie. Hij stelde begin dit jaar tijdens een rondetafelgesprek in Den Haag met Tweede Kamerleden haast te willen maken met de uitvoering van herstelkader. Wijzend op de grote inzet van het team dat met de herbeoordeling belast is, benadrukte hij het belang van een vlotte en accurate uitbetaling. Hierbij gaf hij aan dat vertraging van de herbeoordeling in geen enkel opzicht in het belang van Rabobank is en dat het belang van klanten in dit proces voorop staat.
Wettelijke rente
De compensatie uit het herstelkader verhogen we met de wettelijke rente (ongeveer 2%). Die wordt berekend vanaf het moment waarop de klant betalingen heeft verricht tijdens de looptijd van zijn rentederivaat en/of lening. Uitzondering hierop is de coulancevergoeding (stap 3 uit het herstelkader). Bij de coulancevergoeding ontvangen klanten de wettelijke rente vanaf 1 januari 2017.