Update
Pootaardappelen: belangrijk voor de Nederlandse akkerbouw en de wereldwijde voedselzekerheid
Nederland heeft een internationaal leidende positie in de veredeling, teelt en handel van pootaardappelen en draagt bij aan de voedselzekerheid van 800 miljoen mensen. De sector staat echter voor een aantal uitdagingen waaronder klimaatverandering en de wens om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Lees hier meer over de kracht van de sector en de opgaven voor de toekomst.

In het kort:
Nederland heeft een belangrijke rol in de internationale aardappelproductie
Aardappelen zijn belangrijk voor de internationale voedselvoorziening. Ongeveer twee derde van de wereldbevolking eet aardappelen als basisvoedsel. Aardappelen maken samen met rijst, tarwe, mais, soja en suikerriet ongeveer 75% uit van de wereldwijde consumptie van plantaardige calorieën. Nederland staat op de elfde positie qua wereldwijde productie van aardappelen. De top 5 bestaat uit China, India, Oekraïne, de VS en Rusland.
Waar Nederland in de subtop staat qua productie van aardappelen, is het land leidend in de handel in pootgoed. Zo vertegenwoordigt de Nederlandse pootgoedexport 50-60% van de wereldhandel hierin. Nederland exporteert jaarlijks circa 800.000 ton pootgoed naar landen in Europa (60%), Afrika (22%), Azië (13%) en Midden-Amerika (3%). Nederlands pootgoed maakt het mogelijk om lokaal meer dan 30 miljoen ton consumptieaardappelen te telen, waarmee ruim 800 miljoen mensen kunnen worden gevoed.
De Nederlandse pootgoedsector onder de loep
De pootgoedsector omvat het begin van de aardappelketen. Het gaat om de activiteiten gericht op veredeling en de productie van miniknollen, teelt van pootgoed, handel in pootgoed en keuring en controle. Bedrijven die veredelen, zijn in de regel ook de bedrijven die handelen in pootgoed.
Figuur 1. Schematische weergave pootaardappelketen

Nederland telt 1.600 pootgoedtelers die op 40.000 hectare pootgoed telen. Pootaardappelen zijn een hoogsalderend gewas dat naar schatting voor meer dan 1.000 akkerbouwbedrijven bepalend is voor tenminste 50% van het verdienmodel. De pootgoedteelt is daarmee een belangrijke pijler onder het verdienvermogen van de Nederlandse akkerbouw. De andere kant van de medaille is dat de teelt gepaard gaat met hoge kosten voor bijvoorbeeld arbeid, innovatie, mechanisatie, bewaring en keuring. De pootaardappelteelt is ook risicovoller dan de teelt van bijvoorbeeld tarwe door de hogere gevoeligheid voor wateroverlast, droogte en afkeuringen door ziekten.
Figuur 2 Exportbestemmingen van Nederlandse pootaardappelen (in tonnen)

In de keten zijn sterke relaties tussen de verschillende bedrijven; er is sprake van een samenhangend pootgoedcomplex. Startpunt zijn veredelaars die rassen ontwikkelen via een kennisintensief R&D-proces. Dezelfde bedrijven hebben vaak een rol als handelshuis om het pootgoed vervolgens aan wereldwijde afnemers te verkopen. Veredeling is belangrijk om resistente en klimaatbestendige rassen te ontwikkelen voor productie in Nederland en andere delen van de wereld, en is alleen maar mogelijk in combinatie met productie en handel in pootgoed. Het geld dat in de pootaardappelhandel wordt verdiend, wordt namelijk geïnvesteerd in veredeling. Van alle schakels moet een kritische massa aanwezig zijn om het totale complex overeind te houden.
“Veredeling is belangrijk voor resistente en klimaatbestendige rassen en alleen mogelijk in combinatie met productie en handel in pootgoed.”
De kracht van de Nederlandse pootgoedteelt zit in zijn unieke uitgangspositie. Nederland is namelijk in de prettige omstandigheid dat het land beschikt over: vruchtbare (klei)grond, een gunstige ligging aan de Noordzee (relatief lage luizendruk), een sterk logistiek netwerk dankzij de havens, hoog innovatievermogen (onder meer veredeling), goed georganiseerde keuringen en het sterke ondernemerschap in de keten en vakmanschap van telers.
De pootgoedsector staat voor verschillende uitdagingen voor de toekomst
De aardappel is een belangrijk maar ook kwetsbaar voedselgewas. Zo zijn er veel schadelijke organismen die opbrengst en kwaliteit kunnen aantasten. De belangrijkste is Phythophthora, een schimmelachtig organisme dat zorgt voor afsterving van de plant en rotting van knollen. Wanneer planten eenmaal zijn aangetast door Phythophthora zijn deze niet te genezen. Klimaatverandering zorgt voor extra dreiging van Phytophthora door de toename van vochtige en warme perioden.
Telers beheersen Phythophthora en andere schadelijke organismen door gebruik van robuuste rassen, goede landbouwpraktijken (vruchtwisseling, voorkomen/verwijderen opslagplanten et cetera) en de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Het middelenpakket staat echter sterk onder druk onder invloed van de krimpende milieugebruiksruimte. Onderdeel hiervan is de aandacht voor waterkwaliteit en de Kaderrichtlijn water. Daarnaast stellen importerende landen steeds strengere eisen waardoor de lat voor telers omhoog gaat.
“Het tegengaan van verzilting en zuinig omgaan met zoetwater zijn belangrijke opgaven voor de pootaardappelsector.”
Voor de pootaardappelteelt in kleiregio’s langs de kust is verzilting een serieus vraagstuk. Aardappelen zijn slechts matig zouttolerant en te hoge zoutgehaltes zetten de teelt onder druk. Verzilting zal verder toenemen door de stijging van de zeespiegel. Daarnaast zullen drogere zomers vragen om meer beregening. Waterschappen stellen echter steeds vaker beperkingen aan het onttrekken van zoetwater in verband met de beperkte beschikbaarheid. Dit alles leidt ertoe dat tegengaan van verzilting en zuinig omgaan met zoetwater belangrijke opgaven zijn voor de pootaardappelsector.
Kansen door nieuwe teeltmethoden en innovatieve technieken
Telers staan voor het vraagstuk om de plantgezondheid op peil te houden terwijl het beschikbare middelenpakket kleiner wordt. Hiertoe zijn er uiteenlopende mogelijkheden. Qua teeltmethoden liggen er kansen bij aanpassing van de rotatie (meer rustgewassen), groenbemesters, rijpadenteelt en beddenteelt, niet-kerende grondbewerking (NKG ) et cetera. Er wordt ook gekeken naar alternatieven voor synthetische gewasbeschermingsmiddelen, zoals gaas om luizen te weren, stro om ze te verwarren, bloemenranden en houtwallen die vogels en natuurlijke roofinsecten aantrekken. Ook groene gewasbeschermingsmiddelen bieden mogelijkheden, hoewel deze nog geen volledige vervanger zijn van chemische gewasbescherming.
“Er zijn voorbeelden van telers die tot wel 80-90% reductie in hun middelengebruik behalen door toepassing van spotsprayers.”
Er is veel potentie in de toepassing van innovatieve (precisie)technieken. Dit begint met monitoring van groei, ziekten en plagen, bijvoorbeeld via de inzet van drones en (AI-getrainde) ziekzoekrobots. Met behulp van beslissingsondersteunende systemen (BOS) bepalen telers de juiste toepassingsmomenten voor gewasbeschermingsmiddelen. Bij de toediening wordt geoptimaliseerd door inzet van onder meer spotsprayers en ‘laserweeders’ (onkruiddoding met lasers). Er zijn voorbeelden van telers die tot wel 80-90% reductie in hun middelengebruik behalen door toepassing van spotsprayers.
Veredelaars werken dagelijks aan de ontwikkeling van resistente rassen die minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen. Er zijn doorbraken op het gebied van biotechnologische technieken waarbij planten heel gericht, en sneller dan met klassieke kruisingsveredeling, van nieuwe eigenschappen kunnen worden voorzien. Denk bijvoorbeeld aan CRISPR-Cas. Deze technieken kunnen helpen bij het inbouwen van resistenties tegen Phytophthora en/of het uitschakelen van ‘gevoeligheids-genen’ voor dit virus. Er moet echter nog een aantal wettelijke drempels worden geslecht om deze technieken te kunnen toepassen.
Toekomst: een weerbaar teeltsysteem met Integrated Crop Management (ICM) als basis
De hiervoor genoemde nieuwe teeltmethoden en technieken staan niet op zichzelf maar hangen met elkaar samen. Dit wordt Integrated Crop Management (ICM) genoemd: een integrale benadering van het teeltsysteem voor een minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Centraal staan vijf pijlers: gewasdiversiteit, robuuste rassen en teeltwijzen, duurzaam bodembeheer, gerichte bestrijding, monitoring en evaluatie.
In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat telers voorafgaand aan de teelt meer nadenken over de percelen waarop pootaardappelen worden geteeld (vruchtwisseling), het gewas dat op aangrenzende percelen wordt geteeld, en hoe wordt omgegaan met akkerranden (natuurlijke vijanden). Er worden robuuste rassen en innovatieve technieken gebruikt om de inzet van gewasbescherming te minimaliseren.
Duidelijk is dat een integrale aanpak in een nieuw duurzaam teeltsysteem nodig is. Het is echter niet eenvoudig om dit in de praktijk te brengen. Het vraagt een nieuw soort vakmanschap gecombineerd met forse investeringen. De keten kan een rol spelen om telers hierbij te ondersteunen.
Waardevolle sector
De Nederlandse pootaardappelsector is een waardevolle sector vanuit verschillende perspectieven. De sector levert een bijdrage aan de internationale voedselzekerheid, het verdienvermogen van Nederlandse akkerbouwers, en is ook economisch van belang voor vooral Noord-Nederland dankzij de werkgelegenheid in de sector. De pootaardappelteelt staat net als de rest van de Nederlandse landbouw voor een verduurzamingsopgave. Er zijn echter volop mogelijkheden om deze in te vullen met nieuwe teeltmethoden en innovatieve technieken. Daarbij moeten we ook reëel zijn. De teelt van pootaardappelen is een open teelt en gaat in alle gevallen gepaard met enige vorm van milieubelasting. De pootaardappel heeft een belangrijke positie in een meer plantaardig dieet, en Nederland loopt hierin internationaal aan kop.
Ontdek wat er mogelijk is voor jouw bedrijf
Wil je als akkerbouwer het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verminderen? Rabobank financiert precisielandbouw technieken. Neem contact op met je adviseur en ontdek wat er mogelijk is voor jouw bedrijf.
Rabobank ondersteunt de omslag naar precisielandbouw. Bekijk de financieringsoplossingen van het Rabobank Transitiefonds. Ben je zakelijk klant bij ons? Dan kun je eenmalig 12,5% op het factuurbedrag van je duurzame investering terugvragen, tot wel €10.000. Lees meer over welke voorwaarden nog meer gelden voor de Rabo MKB Duurzaamheidsbijdrage.