Begrotingsperikelen in de wereld door de ogen van onze beleggingsexpert
Op Prinsjesdag gaat natuurlijk veel aandacht uit naar de Miljoenennota: de begroting van de Nederlandse overheid. In de ogen van internationale beleggers staat Nederland er financieel behoorlijk goed voor. Hetzelfde kan niet gezegd worden van een aantal belangrijke landen. Op de financiële markten klinken steeds meer zorgen over de groeiende schuldenberg van overheden. We vroegen aan hoofd beleggingsstrategie Taoufik Boussebaa: hoe terecht zijn die zorgen en wat kun je er als belegger mee?
Schevere begrotingen
In een aantal landen zie je dat de overheid veel meer uitgeeft dan ze binnenkrijgt. Dat verschil dreigt alleen maar groter te worden. Dat speelt op dit moment vooral in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Japan. Allemaal kennen ze eigen oorzaken.
Zo is in de VS het plan van Trump afgelopen zomer aangenomen om de belastingen flink te verlagen. Frankrijk heeft juist hoge belastingen, maar slaagt er niet in de pensioenen en hoge sociale uitgaven te beteugelen.
Duitsland laat schuldenrem los
Ook in Duitsland is sprake van een omslag. De nieuwe Duitse regering heeft de schuldenrem losgelaten.
Duitsland heeft jarenlang te weinig geïnvesteerd in zijn economie. De overheid gaat nu extra schulden aan voor investeringen in defensie, infrastructuur en verduurzaming. Dat soort investeringen versterkt de economie. Daar schrikken beleggers niet van.
Maar de situatie in bijvoorbeeld Frankrijk is echt wel anders. Daar staat geen hogere groei tegenover oplopende schulden.
Oplopende rentes
Op korte termijn zal dit niet tot betalingsproblemen leiden. Maar beleggers maken zich wel zorgen over de ontwikkeling van de schulden op de lange termijn.
Die twijfel raakt de obligatiemarkt rechtstreeks. Beleggers zijn minder happig om langlopende obligaties te kopen. Die willen extra gecompenseerd worden voor het risico van een stijgende schuldenberg. Daardoor zie je rentes oplopen. Dat merk je als belegger in obligaties. Want als de rente stijgt, dalen de koersen van obligaties.
Private sector staat er wél goed voor
Er zijn terechte zorgen over de politieke situatie en de houdbaarheid van schulden in delen van de wereld. Maar het gaat te ver om op dit moment te spreken van financiële instabiliteit of een schuldencrisis.
Vaak wordt onderschat dat bedrijven en consumenten er juist sterk voor staan. Ze hebben relatief weinig schuld. Banken en bedrijven kunnen zich makkelijk herfinancieren. Waar tijdens de financiële crisis de staat de private sector moest helpen, is dat eerder nu andersom.
Hoger aanvangsrendement
Als gevolg van de zorgen over schulden gaat de vergoeding die beleggers krijgen op dat soort papier omhoog. Zolang er geen sprake is van een financiële crisis of een faillissement, en dat is niet aan de orde, leidt een hoger aanvangsrendement tot hogere obligatierendementen in de toekomst.
Een breed gespreid mandje Europese obligaties geeft momenteel ongeveer 3% rente. Dat percentage zegt heel weinig over wat je dit jaar gaat verdienen, maar het is een goede voorspeller voor een termijn van vijf jaar.
Voorkeur voor bedrijfsobligaties
In onze actieve beheerportefeuilles beleggen we niet alleen in leningen van overheden, maar ook in obligaties uitgegeven door bedrijven. Die categorie heeft duidelijk onze voorkeur.
Bedrijfsobligaties bieden een vergoeding bovenop het rendement van staatsobligaties. Die vinden we aantrekkelijk. De balansen van beursgenoteerde bedrijven zijn solide. De financiële positie is gemiddeld genomen het sterkst in meer dan twintig jaar tijd. En de kans op een aanstaande serieuze recessie is klein.
Goed om te weten. Aan beleggen zijn risico’s verbonden. De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.