Belasting en box 3
Over je vermogen betaal je belasting in box 3. Maar hoeveel belasting betaal je bijvoorbeeld over je spaargeld, beleggingen en een tweede (vakantie) woning in 2025? En wat geef je precies op in box 3? We helpen je op weg.
Hoge Raad doet uitspraak: box 3 nog steeds discriminerend
De Hoge Raad heeft beslist dat je nooit méér belasting betaalt in box 3 dan over het werkelijke rendement dat je hebt behaald. De Belastingdienst heeft eind 2024 ruim 2,6 miljoen brieven gestuurd aan mensen die in aanmerking komen voor rechtsherstel box 3. Ben je aangeslagen op basis van een forfaitair rendement (de forfaitaire spaarvariant) waar de Belastingdienst vanuit ging én je komt in aanmerking voor rechtsherstel? Dan betaal je minder belasting, als je kunt aantonen dat je opbrengsten uit sparen en beleggen lager waren. De Belastingdienst heeft een tegenbewijsformulier (formulier Opgaaf Werkelijk Rendement) ontwikkeld waarmee je je werkelijk rendement kunt berekenen. Dit formulier staat inmiddels ‘live’.
Vermogenscategorieën met verondersteld (forfaitair) rendement
Categorie | Forfaitair rendement |
Bank- en spaartegoeden | O.b.v. de actuele spaarrente: in 2025 is dat 1,44%* |
Beleggingen/andere bezittingen | O.b.v. het meerjarig gemiddelde rendement op beleggingen in onroerende zaken, aandelen en obligaties: in 2025 is dat 5,88% |
Schulden | O.b.v. de actuele hypotheekrente: in 2025 is dat 2,62%* |
* Het forfaitaire rendement voor spaargeld en schulden wordt na afloop van elk kalenderjaar bekend gemaakt.
Voor rente op banktegoeden geldt de 'bancaire rente op deposito's van huishoudens in Nederland, met opzegtermijn'. Als achteraf het forfaitaire rendement voor sparen hoger uitvalt, moet je misschien belasting betalen bij de definitieve aanslag inkomstenbelasting. Wij gebruiken de geschatte percentages door het Centraal Planbureau (CBP).
Samenstelling van spaargeld, overige bezittingen en schulden
Bij de forfaitaire spaarvariant wordt rekening gehouden met de werkelijke samenstelling van je spaargeld, je schulden en je overige bezittingen in box 3 op de peildatum van 1 januari. Dit vormt de grondslag van de heffing. Er geldt een heffingsvrij vermogen van € 57.684 (2025, voor fiscaal partners € 115.368). Het berekende forfaitaire rendement is vervolgens belast tegen 36% (2025).
Stappenplan voor berekening box 3-heffing
- Bepaal de rendementsgrondslag (bezittingen min de schulden) en splits het box 3-vermogen daarbij in 3 vermogenscategorieën:
a. bank- en spaartegoeden
b. beleggingen/andere bezittingen
c. schulden (min de schuldendrempel van € 3.800 per belastingplichtige)
Verminder de rendementsgrondslag met het heffingsvrij vermogen, zo krijg je de grondslag voor sparen en beleggen - Bereken het belastbare rendement, dit is de optelsom van de forfaitaire rendementen van de 3 vermogenscategorieën
- Bereken het rendementspercentage, dit is het totale forfaitair rendement (stap 2) gedeeld door de rendementsgrondslag bij stap 1 (d.w.z. vóór aftrek van het heffingsvrij vermogen)
- Bereken het voordeel uit sparen en beleggen, dit is de grondslag sparen en beleggen (stap 1) x het rendementspercentage uit stap 3
- De box 3-heffing voor 2025, dit is 36% van het voordeel uit sparen en beleggen (stap 4)
Voorbeeld berekening
Anneke is alleenstaand en heeft op 1 januari 2025 een bankrekening met € 100.000. In het voorjaar van 2024 heeft ze een vakantiewoning gekocht met een WOZ-waarde van € 500.000. Daarvoor heeft ze € 450.000 geleend. We houden geen rekening met de schuldendrempel.
De berekening is gemaakt op basis van bovengenoemde stappenplan.
Stap 1
Anneke's box 3-vermogen bedraagt:
- Bank- en spaartegoeden | € 100.000 |
- Beleggingen/andere bezittingen | € 500.000 |
- Schulden | € 450.000 -/- |
Rendementsgrondslag | € 150.000 |
- Af: heffingsvrij vermogen | € 57.684 -/- |
Grondslag sparen en beleggen | € 92.316 |
Stap 2
Het belastbare rendement is:
- Bank- en spaartegoeden | € 100.000 x 1,44% = | € 1.440 |
- Beleggingen/andere bezittingen | € 500.000 x 5,88% = | € 29.400 |
- Schulden | € 450.000 x 2,62% = | € 11.790 -/- |
Belastbaar rendement | € 19.050 |
Stap 3
Het rendementspercentage is: € 19.050 / € 150.000 = 12,74%
Stap 4
Het voordeel uit sparen en belegging is: € 92.316 x 12,74% = € 11.724
Stap 5
De box 3-heffing van Anneke is: € 11.724 x 36% = € 4.220.
Als sprake is van fiscaal partners geldt het dubbele bedrag aan heffingsvrij vermogen.
Box 3 tot 2028:
Als je kunt aantonen dat je werkelijke opbrengst lager is dan het vooraf bepaalde forfaitaire rendement, betaal je belasting over je werkelijke opbrengst.
Box 3 vanaf 2028:
Op 19 mei 2025 heeft het kabinet het Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 ingediend bij de Tweede Kamer. Het plan is om belasting op vermogen te heffen die aansluit bij de werkelijk behaalde winst. De beoogde ingangsdatum van de nieuwe wet is 2028.