Inhoudsopgave
Dit artikel is onderdeel van:
Sectorvisies voor de agrofood: hoe kan de sector er in 2040 uitzien?Opinie
Naar een volledig circulaire Nederlandse varkenshouderij in 2040
Hoe kan de sector varkenshouderij er in 2040 uit zien? Rabobank verkent in een serie artikelen wat nodig is voor het behoud van een internationaal toonaangevend en concurrerende agrofoodsector, die produceert binnen de grenzen van klimaat en natuur. In dit artikel schetsen we ons beeld voor de varkenshouderij in 2040.
In het kort
Gesloten stalsystemen
Verdere reconstructie en verduurzaming van de varkenshouderij leidt in 2040 tot minder varkens en (veel) minder bedrijven. Bedrijven in of rond gevoelige gebieden zijn beëindigd of verplaatst. Om de emissies te beperken, zijn de stalsystemen veelal gesloten en wordt alle mest bewerkt of verwerkt. Het dierenwelzijn is sterk verbeterd; bedrijven voeren het certificaat Holland Varken, een belangrijk kwaliteitsborgingssysteem. Door langjarige ketenafspraken zijn de prijzen meer stabiel.
Milieugebruiksruimte sterk bepalend
Om te voldoen aan de stikstofopgave zal het merendeel van de bedrijven zich ontwikkelen tot hightech bedrijven met een gesloten stalsysteem en volledige mestbewerking of -verwerking. De emissies zijn laag en worden direct (realtime) gemeten; bij een te grote uitstoot stuurt de varkenshouder bij. De maatschappelijke wens tot meer open systemen, waarbij de varkens naar buiten kunnen, wordt ingevuld door het biologische deel van de sector.
“Meer varkenshouders houden dieren op verschillende locaties.”
In of nabij kwetsbare gebieden (zoals Natura 2000-gebieden) zullen veel bedrijven moeten stoppen of verplaatsen. In combinatie met de verminderde consumentenvraag naar dierlijke producten leidt dit tot een afname van de varkensstapel met 35%. Het aantal varkenshouders is met meer dan de helft afgenomen. Tegelijkertijd is de omvang van bedrijven gemiddeld verdubbeld: meer varkenshouders houden dieren op verschillende locaties (bron: Agrimatie, CBS, PBL, Rabobank, 2023).
Volledig circulaire bedrijven
Ondanks de krimp van de sector blijft Nederland sterk in kennisontwikkeling en innovatie. Gesteund door die kennis richt de sector zich op de productie van gezond, veilig en duurzaam voedsel en is hij producent van groene energie en groene meststoffen (mineralenconcentraat als kunstmestvervanger). De bedrijven hebben een lage CO2-footprint en veroorzaken weinig of geen geurhinder. De sector verwerkt op grote schaal reststromen uit voedingsindustrie en supermarkten en is daarmee kampioen circulariteit.
Veel aandacht voor dierenwelzijn
Het dierenwelzijn is verder verbeterd. Er zijn geen standaard kraamhokken meer aanwezig, het couperen van staarten is verleden tijd en het antibioticagebruik is verder verminderd. Varkens hebben meer ruimte en er is geen export meer van levende dieren verder dan 800 km of zes uur rijden.
“Door hoge kwaliteit van de productie ontstaan er nieuwe afzetmarkten in Nederland en de rest van de EU.”
Vraaggestuurde keten
In 2040 is het zogenaamde ‘Holland Varken’ een belangrijk kwaliteitslabel, waarmee van ieder stukje vlees en iedere big de herkomst verifieerbaar is. Door het lagere aanbod en de hogere kostprijs zal de export naar buiten de EU afnemen, maar door hoge kwaliteit van de productie ontstaan er nieuwe afzetmarkten in Nederland en de rest van de EU waar de meerwaarde kan worden verzilverd. Met name de hoge welzijnseisen, en de lage CO2-footprint zijn sterke troeven. Stabiele ketenrelaties en lange-termijnprijsafspraken zorgen voor financiële stabiliteit.
Meer sectoren
Dit artikel is onderdeel van: Sectorvisies voor de agrofood: hoe kan de sector er in 2040 uitzien? In deze serie artikelen verkennen we de volgende sectoren: