Update
Economische groei concentreert zich in beperkt aantal regio’s
De economische groei is dit jaar naar verwachting met 3% het hoogst in Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven. Ook Zuidoost-Friesland (omgeving Heerenveen), Twente, Utrecht, Overig Zeeland (Middelburg en Vlissingen) en Noord- en Zuidwest-Drenthe groeien naar verwachting harder dan de landelijke prognose. De regioprognoses zijn omgeven door onzekerheid vanwege internationale handelsspanningen en de val van het kabinet.

In het kort
Gematigde groei verwacht in een onzeker economisch klimaat
Voor 2025 verwachten we een economische groei van 1,5%, gevolgd door een iets lagere groei van 1,0% in 2026. De consumptie van huishoudens is de belangrijkste drijver achter deze groei. Dankzij de krappe arbeidsmarkt en stijgende reële lonen houden huishoudens hun bestedingen op peil. Ook de overheidsconsumptie levert een positieve bijdrage aan de economische groei.
De bedrijfsinvesteringen blijven daarentegen achter. Aanhoudende onzekerheid rondom netcongestie, het stikstofbeleid en de politieke instabiliteit na de val van kabinet Schoof remmen ondernemers in hun plannen. Daarnaast zorgen geopolitieke spanningen voor extra druk op investeringsbeslissingen en op de exportpositie van Nederland.
Gunstige groeiverwachting voor de meeste sectoren, ondanks structurele uitdagingen
Voor de industrie verwachten we dit jaar een groei van 2,3%. Maar het onderliggende beeld is minder stabiel dan op basis van het groeicijfer mag worden verwacht. Aan de ene kant heeft de industrie baat bij duidelijkheid door het handelsakkoord tussen de EU en de VS, maar aan de andere kant blijft er nog genoeg onzekerheid over in deze sector die sterk leunt op de export. Tel daarbij de gestegen loonkosten, de sterke euro en de achterblijvende productiviteitsgroei op, en de vraag rijst waar dit rooskleurig groeicijfer vandaan komt. Dit komt vooral door het zogeheten overloopeffect, waardoor een goede uitgangspositie van eind 2024 als het ware wordt ‘meegenomen’ naar 2025. Het groeicijfer voor de industrie voor 2025 wordt op deze manier ‘opgetild’ door de gunstige uitgangspositie van eind 2024. Zie onze sectorprognoses voor verdere uitleg van dit effect en ook voor een toelichting op de andere sectoren.
De verwachte groei van de bouwsector is dit kwartaal naar beneden bijgesteld tot 0,3% voor heel 2025. Deze lagere verwachte groei komt door knelpunten aan de aanbodzijde, zoals een tekort aan personeel, de stikstofproblematiek en de val van het kabinet Schoof. Deze belemmeringen spelen ook een rol in het teruglopende aantal afgegeven bouwvergunningen, wat de groei van de bouwsector verder afremt.
Ook de landbouw en de overige zakelijke dienstverlening – waaronder uitzendbureaus, verhuurbedrijven en facilitaire diensten – blijven met een verwachte groei van 0,3% achter bij het landelijke gemiddelde.
Daartegenover staat de ICT-sector, die dit jaar naar verwachting met 2,9% groeit. De snelle opmars van Artificial Intelligence (AI) en de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt stimuleren de investeringen in digitale technologieën. Ook de vervoerssector laat met een verwachte groei van 2,5% een bovengemiddelde ontwikkeling zien. Het recente handelsakkoord tussen de EU en de VS draagt bovendien positief bij aan het groeipotentieel van deze sectoren.
Box 1: De regioprognoses zijn gebaseerd op een mix van historische data en voorspellingen
Economische groei verschilt per regio, en dat is deels te verklaren door de sectorstructuur: het geheel aan sectoren dat de regionale economie vormt. Regio’s met een relatief groot aandeel in snelgroeiende sectoren, zoals de informatie- en communicatietechnologie, profiteren van de groei in deze sectoren. Omgekeerd blijft de verwachte groei in regio’s met een sterke vertegenwoordiging van sectoren waar de groei onder druk staat juist achter.
Maar de sectorstructuur is niet de enige bepalende factor. Ook het regionale ondernemerschapsklimaat speelt een belangrijke rol. Regio’s waar bedrijven kunnen floreren dankzij een sterke kennisinfrastructuur, goede fysieke bereikbaarheid, een aantrekkelijk woon- en leefklimaat en de aanwezigheid van bedrijvencentra waar kennisuitwisseling plaatsvindt, hebben een groter groeipotentieel. Deze omstandigheden versterken het aanpassingsvermogen van regio’s en vergroten hun groeipotentieel, ook in economisch uitdagende tijden.
Slechts 20% van de regio’s groeit dit jaar naar verwachting harder dan het landelijke gemiddelde
Figuur 1 toont de regionale groeiverwachtingen voor 2025. Regio’s die naar verwachting harder groeien dan het landelijke gemiddelde van 1,5% zijn weergegeven in blauwtinten. Regio’s met een lagere groeiverwachting zijn aangeduid in oranjetinten. Wat opvalt is dat slechts een beperkt aantal regio’s een bovengemiddelde groei laat zien. Dit beeld van een kleine groep koplopers zien we al langere tijd. Meer of minder gunstige regionaal-economische omstandigheden verklaren grotendeels in hoeverre een regio de groeiverwachtingen op basis van de sectorstructuur kan waarmaken.
Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven springen eruit met een verwachte groei van 3% – twee keer zo hoog als het landelijke gemiddelde. Een deel van de verwachte groei in de hoofdstedelijke regio is te danken aan de sterke vertegenwoordiging van kennis- en technologie-intensieve diensten. Brainport Eindhoven is juist meer gericht op de (hoogtechnologische) industrie, en profiteert van de verwachte groei in die sector.
Toch zijn het niet alleen de sectoren die het verschil maken. De economische voorsprong van zowel Groot-Amsterdam als Brainport Eindhoven is in belangrijke mate te danken aan het gunstige vestigingsklimaat. Denk aan de nabijheid van kennisinstellingen, intensieve samenwerking tussen bedrijven en een goed opgeleide beroepsbevolking die aansluit op de regionale arbeidsvraag. Deze regionale factoren wegen zwaarder dan de sectorstructuur in de verwachte groei van 3% voor beide regio’s in 2025.
Ook Zuidoost Friesland (omgeving Heerenveen), Overig Zeeland (omgeving Middelburg en Vlissingen), Twente, Utrecht, Noord- en Zuidwest Drenthe en Noordoost-Noord-Brabant ontstijgen naar verwachting het landelijk groeipad van 1,5%.
Figuur 1: Groot-Amsterdam en Brainport Eindhoven groeien dit jaar naar verwachting het hardst

Regio’s die achterblijven hebben elk hun eigen verhaal
Hoewel veel regio’s in 2025 net iets onder het landelijke groeigemiddelde van 1,5% blijven, zijn er ook gebieden waar de verwachte groei nog beperkter is. In de donkeroranje regio’s op de kaart ligt de groei tussen 0 en 0,5%. Deze achterblijvende groei is vaak het gevolg van een sterke afhankelijkheid van sectoren met minder gunstige vooruitzichten.
In IJmond is dit de staalindustrie die in zwaar weer zit, onder andere door de grote hoeveelheden staal die China naar Europa exporteert. De minder gunstige verwachtingen voor Oost-Groningen hangen samen met de afbouw van de gaswinning. Oost-Zuid-Holland (omgeving Alphen aan den Rijn en Gouda), waar de handel en de bouw relatief groot zijn, presteert al een aantal jaar minder goed dan op basis van de sectorstructuur mag worden verwacht. Ook Zuid-Limburg laat een bescheiden groeiverwachting zien, na krimp in 2024.