Update
Sectorprognoses september 2025: minder onzekerheid door handelsdeal, maar sectorale uitdagingen blijven
Het handelsakkoord tussen de VS en de EU biedt duidelijkheid voor sectoren die gerelateerd zijn aan de export. Tegelijkertijd zorgt de val van het kabinet in Nederland voor nieuwe onzekerheid. We schetsen in deze prognoses de verwachtingen per sector.

In het kort
In deze publicatie kijken we naar de ontwikkelingen van verschillende bedrijfssectoren in Nederland. Onze macro-economische verwachtingen van de economische groei, de huishoudconsumptie, de overheidsinvesteringen en inflatie staan in het Economisch Kwartaalbericht.
We kijken in deze prognoses eerst naar de ontwikkelingen van de toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren en vervolgens naar de omzet voor de deelsectoren. De toegevoegde waarde is de omzet minus de waarde van alle (ingekochte) halffabricaten en diensten die bij de productie zijn verwerkt (zie ook: Bruto toegevoegde waarde uitgelegd). Omdat we kijken naar volumeontwikkelingen zijn onze prognoses gecorrigeerd voor prijsveranderingen. De prognoses van de toegevoegde waarde voor de hoofdsectoren staan in figuur 1.
Figuur 1: Sectorprognoses in toegevoegde waarde september 2025

Op zondag 27 juli, een week voor de deadline van 1 augustus, bereikten de EU en de VS een handelsakkoord met een algemene importheffing van 15% op de meeste Europese goederen die naar de VS gaan. Inmiddels is duidelijk dat dit tarief ook geldt voor onder meer farmaceutische producten en halfgeleiders, terwijl de verhoogde tarieven op staal en aluminium (50%) vooralsnog van kracht blijven. In onze eerdere ramingen gingen we uit van een algemene importheffing van 20%. Hoewel op macro-economisch niveau het verschil tussen een algemene heffing van 15% of een van 20% beperkt is, zijn de effecten op sectoraal niveau groter, zoals ook is gebleken uit de verschillende scenario’s die we in onze raming van juni presenteerden.
Het handelsakkoord biedt duidelijkheid voor bedrijven die direct worden geraakt door de importheffingen. Dit geldt voornamelijk voor de sectoren industrie, transport en groothandel. Tegelijkertijd neemt de binnenlandse politieke onzekerheid toe. De val het kabinet begin juni en het recente vertrek van NSC-bewindslieden uit het demissionaire kabinet Schoof-I hebben geleid tot een rompkabinet met beperkte slagkracht. Hierdoor lopen grote dossiers zoals de stikstofaanpak, de energietransitie, de woningbouw en infrastructuurprojecten waarschijnlijk verdere vertraging op. Dit vergroot de onzekerheid bij bedrijven.
Het CBS heeft de economische cijfers voor het tweede kwartaal gepubliceerd en heeft eerdere kwartaalcijfers herzien. Deze en andere ontwikkelingen zijn verwerkt in onze prognose voor de toegevoegde waarde, die we hieronder verder toelichten. Verderop in dit artikel bespreken we de omzetontwikkelingen per deelsector.
Sterke jaargroei industrie in 2025, maar onderliggend beeld blijft broos
De Nederlandse industrie is gevoelig voor handelsverstoringen, zoals ook bleek onze vorige sectorprognoses. Dit komt mede doordat meer dan de helft van de Nederlandse industriële productie bestemd is voor de export. De hogere Amerikaanse importheffingen raken deze sector dan ook rechtstreeks.
Wij gaan voor 2025 uit van een groei in toegevoegde waarde van 2,3% voor de industrie. Dit is een stevig groeicijfer, maar het fundament van deze sector is kwetsbaarder dan deze groei weerspiegelt. Het producentenvertrouwen is in augustus weliswaar verbeterd, maar het is al ruim tweeënhalf jaar negatief. Vooral het oordeel over de orderpositie valt daarbij op (‑9,1). Uit de conjunctuurenquête van het CBS blijkt bovendien dat producenten hun orderboek per saldo als (te) klein beoordelen en dat de onzekerheid over het economisch klimaat nog altijd is hoog, zij het minder dan eerder dit jaar. Daarin speelt de geopolitieke context ongetwijfeld een nadrukkelijke rol. Zo gaf één op drie ondernemers binnen de industrie eerder dit jaar aan de bedrijfsstrategie aan te (willen) passen gezien de spanningen op buitenlandse markten. Ze maken zich zorgen over het internationale handelsbeleid; met name de exportgerichte industrie kijkt hier kritisch naar. Hoewel we verwachten dat de Nederlandse export toeneemt, blijft deze achter bij de wereldwijde vraag. Nederlandse exporteurs verliezen daarnaast terrein. Naast de hogere Amerikaanse importheffingen kunnen ook de gestegen loonkosten, de sterke euro en de achterblijvende productiviteitsgroei hier oorzaken van zijn.
De realisaties bevestigen het kwetsbare fundament van de industrie: de industriële productie schommelt al geruime tijd rond hetzelfde niveau en het aantal faillissementen ligt structureel hoger dan in de jaren vóór 2023. De bezettingsgraad van machines en installaties stijgt weliswaar licht (77,8% in juli), maar blijft ver verwijderd van het niveau van 84,2% medio 2022. Binnen 2025 verwachten we ook nauwelijks groei van de bezettingsgraad, en in komende kwartalen zelfs lichte krimp.
Waarom dan toch 2,3% jaargroei? Dat komt vooral door een zogenoemd overloop-effect: de sterke groei in de laatste kwartalen van 2024 zorgt ervoor dat de groei over heel 2025 hoger uitvalt, ook al is de groei in 2025 zelf beperkt. Met andere woorden: het jaarcijfer van 2025 wordt ‘opgetild’ door de hoge uitgangspositie van eind vorig jaar. In figuur 2 tonen we hoe de toegevoegde waarde binnen 2025 naar verwachting iets terugloopt, terwijl we op jaarbasis een groei verwachten ten opzichte van 2024.
Figuur 2: Overloop-effect uit 2024 leidt tot sterke jaargroei industrie in 2025

Toch zijn er ook positieve signalen voor de sector. Zo verlaagt de handelsdeal tussen de VS en de EU deels de onzekerheid. Ook is de 25,2 miljard euro die de sector in het tweede kwartaal aan toegevoegde waarde realiseerde de hoogste in drie jaar, gecorrigeerd voor prijs- en seizoeneffecten. Hoewel voor de subsectoren van de industrie er nog geen tweedekwartaalcijfers bekend zijn, zien we in voorgaande kwartalen dat de machine‑industrie na een dip vorig jaar duidelijk is opgeveerd (zie figuur 3). Ook de chemische en farmaceutische industrie laten gecombineerd een opgaande lijn zien – waarbij de groei naar alle waarschijnlijkheid vooral uit farmacie komt. De chemie kampt immers nog steeds met hogere energieprijzen en mondiale overcapaciteit. Dit laatste speelt onder andere in de basischemie door forse Chinese uitbreidingen, wat de marges en bezetting drukt. Positief is wel dat de Europese Commissie recent een actieplan heeft voorgesteld om de chemische industrie concurrerender en moderner te maken. Tot slot kwam de Purchasing Managers’ Index (PMI) voor de maakindustrie de afgelopen drie maanden boven de 50 uit, wat wijst op een verbetering van de bedrijfsomstandigheden.
Figuur 3: Vooral in machine-industrie en chemie en farmaceutische industrie sterke jaar-op-jaar groei in eerste kwartaal 2025

Exportbeeld bepalend voor groothandel en transport, terugval in bestedingen raakt detailhandel en horeca
De handelsspanningen tussen de VS en de EU zijn ook belangrijk voor de groothandel en de transportsector omdat deze nauw verbonden zijn met internationale waardeketens, en daardoor gevoelig voor geopolitieke spanningen.
Voor de transportsector verwachten we dit jaar een groei in toegevoegde waarde van 2,5% en volgend jaar een groei van 0,4%. Naast de geopolitieke ontwikkelingen zijn ook binnenlandse ontwikkelingen belangrijk voor deze sector. Zo lijkt het demissionaire kabinet erop aan te sturen de accijnskorting op brandstoffen in 2026 te verlengen en niet te indexeren, waardoor de tarieven gelijk blijven aan die van 2025. Hoewel de maatregel primair gericht is op het verbeteren van de koopkracht van huishoudens, profiteren ook bedrijven van lagere brandstofkosten. Voor transportondernemers betekent dit een tijdelijke verlichting van de kosten, maar alleen als zij de brandstof zelf inkopen -en daarvoor geen vaste prijsafspraken hebben- of wanneer zij de kosten niet één-op-één doorbelasten aan de klant. Als de verlenging niet wordt doorgevoerd, kan bijvoorbeeld de accijns op diesel volgend jaar met 14 cent per liter (exclusief btw) stijgen (zie tabel 1).
Tabel 1: Accijnstarieven blijven in 2026 mogelijk gelijk door uitstel van verhoging en indexatie

De groothandel en de detailhandel vallen in de prognoses voor de toegevoegde waarde samen onder de handelssector. Waar de groothandel kan profiteren van minder onzekerheid door de handelsdeal tussen de VS en de EU, kreeg de detailhandel in het tweede kwartaal te maken met een teruglopende huishoudconsumptie (-0,4%). Volgens het CBS gaven huishoudens onder andere minder uit aan kleding dan in het eerste kwartaal, wat druk zet op kledingwinkels. Hoewel de jaar-op-jaar groei positief is, laten (seizoengecorrigeerde) kwartaal-op-kwartaal volumemutaties voor kleding- en schoenenwinkels in het tweede kwartaal inderdaad een daling zien. Toch voorzien we dat de consumptie de komende tijd flink blijft bijdragen aan de economische groei terwijl de Nederlandse export achterblijft bij de wereldwijde vraag. Voor de handelssector verwachten we in 2025 een groei van 1,6% in toegevoegde waarde en voor 2026 een groei van 1,0%.
Voor de horeca verwachten we in 2025 een groei van 1,0%. Hoewel we een stevige jaar-op-jaargroei verwachten in het tweede kwartaal, is die vooral het gevolg van het natte voorjaar in 2024. Tegelijkertijd raakt de lagere consumptie in het tweede kwartaal ook de horeca: naast kleding gaven huishoudens ook minder uit aan horeca ten opzichte van het eerste kwartaal. De (seizoengecorrigeerde) kwartaal-op-kwartaal volumemutaties voor logies en eet- en drinkgelegenheden bevestigen dit beeld. Daarnaast zijn er signalen van horecaondernemers die pessimistischer zijn over het economische klimaat. En de aangekondigde btw-verhoging op logies per 1 januari 2026 zet de marges volgend jaar vermoedelijk onder druk. Mede daarom voorzien we voor 2026 met 0,9% een lagere groei in toegevoegde waarde.
Twee kwartalen achtereen krimp in de bouw en stevige groei in de ICT
De toegevoegde waarde in de bouwsector kromp in de afgelopen twee kwartalen met respectievelijk 0,3% en 1,4% k-o-k (zie figuur 4). Hierbij lijken vooral aanbodfactoren een belangrijke rol te spelen. Slechts minder dan 10% van de bedrijven in de bouwsector geeft in het derde kwartaal namelijk aan belemmerd te worden door een tekort aan vraag (zie figuur 5), een percentage dat aanzienlijk lager is dan het langjarige gemiddelde.
Figuur 4: Bouw krimpt twee kwartalen op rij

Figuur 5: Personeelstekort grootste belemmering bouw

Aan de aanbodzijde is een tekort aan personeel een veelgenoemde belemmering, werkt de stikstofproblematiek remmend, en speelt er onzekerheid rondom de val van het kabinet. Daarnaast loopt het aantal afgegeven bouwvergunningen sinds begin 2025 terug, al dan niet veroorzaakt door eerdergenoemde belemmeringen (zie figuur 6). Voor de woningbouw zien we dan ook dat er minder nieuwe woningen worden opgeleverd en dat het bouwtempo lijkt te vertragen. Lees ook ons Kwartaalbericht woningmarkt over de ontwikkelingen op de huizenmarkt. Voor met name bedrijven in de grond-, weg- en waterbouw (GWW) is de afhankelijkheid van overheidsbudgetten belangrijk in het licht van de onzekerheid rondom de val van het kabinet.
Ondanks de krimp in de eerste helft van het jaar en deze structurele belemmeringen rekenen we op enig herstel in toegevoegde waarde in het derde en vierde kwartaal.
Figuur 6: Aantal afgegeven bouwvergunningen loopt weer terug

Figuur 7: Gestage toename groei ICT

Tegenover de krimpende bouwsector staat de informatie- en communicatiesector (ICT), die in de eerste twee kwartalen van 2025 juist een sterke groei liet zien: +0,8% en +0,9% k-o-k in respectievelijk het eerste en tweede kwartaal (zie figuur 7). Ondanks de geopolitieke spanningen, die een rem kunnen zetten op de bereidheid van bedrijven om te investeren in nieuwe IT-technologieën, zorgen de snelle ontwikkelingen op het gebied van AI én de behoefte aan automatisering door de krappe arbeidsmarkt voor een groeiende vraag naar ICT-diensten. Aangezien de handelsdeal tussen de VS en de EU de onzekerheid vermindert, AI zich verder zal ontwikkelen en de arbeidsmarktkrapte aanhoudt, verwachten we dat de ICT-sector een van de snelst groeiende sectoren blijft. We gaan uit van een groei in toegevoegde waarde 2,9% in 2025 en van 3,6% in 2026.
AI, wetgeving en krapte hertekenen de zakelijke dienstverlening
De ontwikkelingen op het gebied van AI spelen ook in andere sectoren een rol. In de advocatuur ontstaan kansen voor complexe zaken, compliance en ethische advisering rond AI. Tegelijkertijd zorgt technologie voor forse efficiëntiewinst: AI kan razendsnel duizenden juridische documenten doorzoeken of standaarddocumenten opstellen. Maar er is ook een keerzijde. Steeds meer bedrijven lossen juridische kwesties intern op met hulp van AI, waardoor advocatenkantoren het aantal opdrachten zien teruglopen.
Die trend is breder zichtbaar in de zakelijke dienstverlening. Iets meer bedrijven ervaren een tekortschietende vraag (zie figuur 8), waaronder ook accountants en consultants. De vraag naar advies blijft groot door CSRD-verplichtingen, maar de groei is minder sterk dan eerder gedacht. Het Omnibus-pakket heeft de reikwijdte van CSRD beperkt en deadlines opgeschoven, waardoor kantoren die fors hebben opgeschaald hun verwachtingen moeten bijstellen.
Figuur 8: Personeelstekort blijft grootste knelpunt in zakelijke dienstverlening, maar vraaguitval neemt toe

Toch blijft personeelskrapte de grootste belemmering. Bijna 40% van de bedrijven in de specialistische zakelijke diensten en ruim 54% in de overige zakelijke diensten ervaart nog steeds problemen bij het vinden van personeel (zie figuur 8). Vooral de beveiliging en schoonmaak kampen met tekorten. Ook in de uitzendbranche is krapte al jaren de belangrijkste belemmering, al is het aandeel bedrijven dat dit meldt in twee jaar tijd met ruim 20 procentpunt gedaald. Dit hangt samen met de sterke krimp waarmee de sector al drie jaar lang te maken heeft.
Een periode van economische stagnatie van medio 2022 tot medio 2024 leidde ertoe dat de vraag naar uitzendkrachten daalde ondanks de arbeidskrapte. Tegelijkertijd was er een structurele uitstroom van werknemers uit de overige zakelijke dienstverlening, waar de uitzendbranche onder valt. Vooral jonge werknemers kozen in een krappe arbeidsmarkt vaker voor een vast dienstverband in onder meer de zorg, handel of industrie en minder snel voor een flexibele uitzendbaan.
Toch lijkt het dieptepunt nabij. In het eerste kwartaal van 2025 kromp de sector met 1,2% in toegevoegde waarde j-o-j, terwijl de daling sinds 2023 steeds boven de 4% lag (zie figuur 9). De handhaving van de Wet DBA kan hierin een rol spelen. Bedrijven kiezen minder vaak voor zzp’ers en vaker voor uitzenden of detacheren om risico’s op naheffingen te vermijden, al wint de zzp’er juist terrein ten koste van gedetacheerden in de publieke sector. Wel zorgt de aangekondigde Flexwet, die strengere regels voor flexwerk introduceert, voor de nodige (financiële) onzekerheid onder uitzenders. Deze wet is overigens gepland voor juli 2026, maar nog niet aangenomen vanwege de val van het kabinet.
Voor de overige zakelijke dienstverlening, waarbinnen de uitzendbranche de grootste subsector is, gaan we uit van een toename in toegevoegde waarde van 0,3% in 2025 en 1,0% in 2026. Voor de specialistische zakelijke dienstverlening verwachten we dit jaar een groei in toegevoegde waarde van 1,9% en volgend jaar 2,5%. Daarmee blijft de specialistische zakelijke dienstverlening een van de snelst groeiende sectoren, met name in 2026.
Figuur 9: Einde langdurige krimp uitzendbranche in zicht

Box 1: Hoe maken we de sectorprognoses?
Voor bijna alle sectoren komen zowel de prognoses voor de omzet als die voor de toegevoegde waarde uit ons sectormodel. Dit is een model dat we hebben gemaakt op basis van de historische ontwikkelingen van omzet en toegevoegde waarde van verschillende sectoren die beschikbaar zijn bij het CBS. Samen met de sectormanagers bekijken we de modeluitkomsten en sturen we waar nodig bij. Op deze manier verrijken we de modeluitkomsten met de visie van de experts.
Helaas zijn niet voor alle sectoren historische omzetdata beschikbaar. Het CBS heeft geen historische omzetdata voor de deelsectoren van de zorg. Hierdoor zijn we voor deze omzetprognoses meer afhankelijk van het oordeel van de experts. Het sectormodel is wel in staat om de ontwikkeling van de toegevoegde waarde van de zorg te voorspellen.
Omzetontwikkeling per deelsector
Food: voorzichtig vraagherstel door verbeterd consumentenvertrouwen
Op omzetniveau lijkt de voedingssector cijfermatig gezien eindelijk in rustiger vaarwater te komen. De verwachte omzetgroei in de supermarkten blijft met 2,1% in 2025 nog ruim achter bij de inflatiecijfers, maar dit is vrijwel volledig te wijten aan het landelijke verbod op tabaksverkopen vanuit de supermarkt dat is ingevoerd in juli 2024. Onderliggend hebben supermarkten het verlies van de tabaksomzet prima weten op te vangen.
Met dank aan een iets verbeterd consumentenvertrouwen lijken ook de vraag en dus de verkoopvolumes zich de afgelopen maanden voorzichtig te herstellen. Voor 2026 verwachten we dan ook een groei van 4% in de totale supermarktomzet, gestuwd door prijsverhogingen, lichte volumegroei en een extra week in het jaar. Deze groei zal supermarkten helpen bij de reparatie van hun winstmarges, die de afgelopen jaren onder druk stonden door met name hogere inkoop- en loonkosten.
Terug naar ‘normaal’ betekent voor de cijfers van voedingsspeciaalzaken juist het omgekeerde. De afgelopen tijd pluste het cijfer van deze zaken bovengemiddeld door de rokers die uitweken naar tabakswinkels, omdat ze hun tabakswaren niet meer in de supermarkt konden krijgen. Het CBS rekent deze tabakszaken tot de categorie speciaalzaken. Onderliggend hadden de echte voedingsspeciaalzaken, zoals de bakker en de slager, het lastig door hogere salariskosten en door de ‘down-tradende’ consument, die koos voor goedkopere alternatieven. Voor 2026 verwachten we aanhoudende volumedruk, gecompenseerd door hogere prijzen.
De cijfers voor de voedingsmiddelenindustrie laten een prima eerste helft van het jaar zien. De omzetten werden vooral gestuwd door hogere grondstofprijzen voor onder andere zuivel, vlees en koffie. Voor de tweede helft van het jaar verwachten we een meer gematigd beeld in deze grondstofprijzen, wat de groeiverwachtingen enigszins dempt. In de drankensector daarentegen zien we in 2025 nagenoeg geen omzetplus door grondstofprijsstijgingen. In dit deel van de markt hebben de importtarieven van Trump mogelijk ook een grotere, negatieve invloed.
Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector food: Sebastiaan Schreijen en Martijn Rol
Industrie: onzekere tijden vertragen herstel industrie
Na twee jaren van krimp laat het jaarcijfer voor de Nederlandse industrie voor 2025 een groei in toegevoegde waarde zien van 2,3%, al blijft het onderliggende beeld zwak, zoals we in het eerste deel van deze publicatie al beschreven.
Producentenvertrouwen voorzichtig positief
Ondanks de economische onzekerheden is het producentenvertrouwen in augustus licht verbeterd. Producenten zijn minder negatief over hun orderportefeuilles en ‘voorraden gereed product’. Ook de verwachtingen voor de productie in de komende maanden zijn positiever. Het aantal nieuwe orders uit zowel Nederland als het buitenland steeg recent in het hoogste tempo sinds een jaar.
Handelsakkoord VS-EU: duidelijkheid, maar ook pijnpunten
Op 27 juli sloten de Amerikaanse president Donald Trump en voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie een voorlopig handelsakkoord, dat op 21 augustus werd bekrachtigd. Onderdeel van het akkoord is een importtarief van 15% dat de VS instelt op Europese producten. Hoewel dit tarief lager is dan eerder gevreesd (20%), blijft het een pijnlijke maatregel voor veel bedrijven. Bovendien blijven de importheffingen van 50% bestaan op staal, aluminium en afgeleide producten daarvan. Op 15 augustus is de reikwijdte van deze maatregel zelfs verder verbreed, waardoor ook veel machines en machineonderdelen onder dit hogere tarief vallen. Toch biedt het akkoord ook stabiliteit: bedrijven kunnen zich nu beter instellen op de nieuwe werkelijkheid, wat de investeringsbereidheid ten goede komt.
Energieprijzen en personeelstekorten blijven knellen
De energie-intensieve industrie, zoals chemie en basismetaal, blijft onder druk staan door de hoge energieprijzen en een verslechterde concurrentiepositie. In Nederland zijn de nettarieven aanzienlijk hoger dan in de buurlanden, wat investeringen in verduurzaming bemoeilijkt. Voor de maakindustrie vormt het personeelstekort een structurele belemmering voor groei. Ruim 30% van de ondernemers heeft een tekort aan arbeidskrachten. De vergrijzing speelt hierbij een steeds grotere rol: bijna een derde van het personeel in de sector is 55 jaar of ouder.
Vooruitzichten: gematigd optimisme
Hoewel het herstel nog fragiel is, zijn er lichtpuntjes. De extra investeringen in defensie bieden kansen voor de Nederlandse industrie. Daarnaast lijkt het toenemende producentenvertrouwen erop te duiden dat de industrie verder zal groeien, zo lang geopolitieke spanningen en energieprijzen niet opnieuw roet in het eten gooien.
Tabel 1: Omzetprognoses industrie

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector industrie: Yorick Cramer en Kees de Schipper
Bouw: brengt STOER verlossing?
De toegevoegde waarde in de bouwsector kromp de afgelopen twee kwartalen. Toch nam het aantal vacatures in de bouw licht toe en daalde het aantal WW-uitkeringen en faillissementen. Ondernemers zijn positief gestemd over de omzetverwachtingen, en de gemiddelde orderportefeuilles bleven op goed niveau. Voor de komende twee kwartalen verwachten we dan ook een licht herstel in de toegevoegde waarde.
Niettemin blijven er veel uitdagingen bestaan zoals procedures, netcongestie en gebrek aan bouwlocaties. De diverse bouwopgaven tonen als gevolg hiervan beperkte voortgang.
Stikstof is en blijft een beperkende factor. De ministeriële commissie Economie en Natuurherstel onder leiding van demissionair minister-president Schoof heeft medio juni een advies uitgebracht om een aangepaste ondergrens voor stikstofberekeningen in te voeren. Daarop kwam kritiek van de politiek, Bouwend Nederland en milieuorganisaties. Alleen met een borging van de stikstofreductie herstelt de natuur volgens hen en komt de vergunningverlening op gang. De Raad van State heeft een gelijkluidend advies uitgebracht.
In verband met de val van het kabinet zijn er nog geen besluiten genomen. Ook de adviezen van de commissie STOER (Schrappen van Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regels) hebben vooralsnog geen opvolging gekregen.
Tabel 2: Omzetprognoses bouw

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector bouw: Geert Dirkse en Hans-Hugo Smit
Handel: veerkracht ondanks geopolitieke onrust
Ondanks de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie blijft de directe impact op de Nederlandse handelssectoren vooralsnog beperkt. De meeste deelsectoren binnen de non-food detail- en groothandel hebben de eerste helft van 2025 goed doorstaan, met overwegend positieve omzetontwikkelingen. De raamwerkovereenkomst tussen de VS en de EU moet bijdragen aan verdere stabilisatie van de handelsrelaties.
De detailhandel laat in het eerste halfjaar een positieve ontwikkeling zien, ondanks het aanhoudend lage consumentenvertrouwen. In diverse deelsectoren, zoals drogisterijen, doe-het-zelfzaken en winkels in recreatieartikelen, is de omzet gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ook de online verkoop blijft groeien, wat onderstreept dat dit kanaal nog altijd sterk in de markt staat en zeker niet aan betekenis verliest.
De groothandel laat tot nu toe een gemengd beeld zien. De meeste non-foodgroothandels zijn het jaar relatief sterk begonnen. Een uitzondering vormt de sector ‘overige gespecialiseerde groothandel’, waar de prestaties achterblijven. Dit komt met name door de subsector groothandel in brandstoffen en overige minerale olieproducten, waarbij de olieprijs een aanzienlijke impact heeft op de totale omzetontwikkeling.
De containerprijzen vertonen inmiddels weer een dalende trend. Na een korte maar scherpe stijging tussen mei en augustus, bewegen de spottarieven voor een 40ft container inmiddels terug richting het niveau van begin dit jaar. Dit wijst erop dat de zeevrachtmarkt zich aan het normaliseren is, een positieve ontwikkeling voor de internationale handel.
Tabel 3: Omzetprognoses handel

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector handel: Olaf Zwijnenburg en Peter van Heerde
Transport en mobiliteit: beperkte groei transport, stabiliserende automarkt
Transport
De ontwikkelingen in de transportsector volgen over het algemeen de ontwikkelingen in de sectoren die goederen produceren of verkopen en de algehele economische ontwikkeling. Hierin zijn twee markten te onderscheiden: de binnenlandse markt, die vooral afhankelijk is van de land- en tuinbouw, industrie, horeca, groot- en detailhandels, en het buitenlandse vervoer waarbij in- en export van belang zijn. In het buitenlandse vervoer spelen ook de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw en industrie een rol, maar hier hebben de doorvoer van grondstoffen, brandstoffen en containers via de Nederlands havens een grotere impact. De internationale markt is hierdoor veel meer afhankelijk van internationale invloeden en hierdoor volatieler. Het binnenlandse transport is van oudsher stabieler dan het internationale transport. In een welvarend land als Nederland blijft de vraag naar goederen, en dus transport, ondanks de economische ontwikkelingen relatief stabiel. Diensten zijn veel meer afhankelijk van de economische ontwikkelingen.
Het onderscheid tussen binnen- en buitenlands transport is in onze prognoses niet te zien omdat we prognoses maken op het niveau van SBI-code. Het overall beeld is dat we op de post- en pakketbezorging na, de hele markt en kleine groei of een 0-groei hebben. Het binnenlandse transport zal alleen een beetje groeien en het buitenlandse transport iets krimpen.
Scheepvaart
Mede door een grote vraag naar scheepsruimte kent de binnenvaart in 2025 een goed jaar. Hoewel de vervoersvolumes zijn afgenomen, zal de omzet licht groeien. De afname van de volumes wordt grotendeels verklaard door de lage waterstanden vanwege lange periodes van droogte. Hoewel er in de tankvaart met name in de chemiesector diverse ladingstromen verdwijnen of wijzigen, verwachten we voor de totale sector een lichte groei voor 2026. In de zeevaart zien we de afgelopen jaren steeds een groei van een paar procent. In de tweede helft van 2025 en in 2026 voorzien we mede door politieke onzekerheden dalende tarieven, waardoor de groei in de scheepvaart zeer beperkt zal zijn of zal stabiliseren.
Mobiliteit
In 2025 blijft de verkoop van nieuwe bedrijfswagens achter, niet alleen vergeleken met het topjaar 2024 maar ook ten opzichte van voorgaande jaren. Dit heeft vooral te maken met het vervallen van de bpm-vrijstelling op nieuwe fossiele bedrijfswagens, wat voor veel autobedrijven aanleiding was om een grote voorraad jonge occasions aan te kopen. Ook hier blijft de vraag echter achter bij het grote aanbod.
In de eerste zeven maanden van het jaar zijn er ongeveer 4% minder nieuwe personenauto’s verkocht. Aan het einde van het jaar verwachten we een stijging van het aantal én het aandeel elektrische zakelijke auto’s, omdat in 2026 de bijtelling voor deze auto’s stijgt. Voor particulieren stijgt vooral het aantal hybride wagend ten opzichte van benzine-auto’s. De aantallen in occasionverkopen blijven verder stijgen, met een stijging van meer dan 4% ten opzichte van vorig jaar. In 2026 verwachten we dat de markt langzaam stabiliseert voor zowel nieuwe bedrijfswagens als personenauto’s. Daarbij zal in de eerste periode de verkoop van elektrische voertuigen in de zakelijke markt wat achterblijven door de piek die we eind 2025 verwachten. Personeelstekorten blijven vooral in aftersales een issue, waardoor de omzet voor deze categorie voertuigen onder druk blijft staan.
Voor trucks is het resultaat minder stabiel. Bij deze subcategorie is een enorme terugval in de verkoopcijfers zichtbaar. Die is het gevolg van een piek in het voorgaande jaar die werd veroorzaakt door de invoer van zero emission-zones. Fossiele trucks met een bouwjaar vanaf 2025 krijgen geen toegang tot deze zones. Het aandeel EV-trucks neemt toe, maar laat nog geen enorme stijging zien voor 2025. We verwachten dat dit aandeel in 2026 verder toeneemt door invoer van de vrachtwagenheffing.
De markt voor motoren is in 2025 vrij stabiel, met vergelijkbare verkoopcijfers als in 2024. In occasions is wederom een stijging te zien. Die is te relateren aan het stijgend aantal rijbewijzen én aan het aantal motoren voor woon-werkverkeer. Bij ongewijzigde wetgeving en wegcongestie verwachten we dat deze stijging zal aanhouden.
Tabel 4: Omzetprognoses transport

Meer weten?
Aanspreekpunten voor de sector mobiliteit en transport: Marieke Kuijpers, Irma Belgraver en Henry Steenbergen
Horeca: geringe groei door kritische consument en hogere btw
De omzet in de horeca- en recreatiesector stijgt in het eerste halfjaar van 2025 ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Januari en februari waren nog relatief slechte maanden, maar de zonnige maand maart heeft voor een impuls gezorgd. Hoewel de omzetten stijgen, zien we dat de consument wel kritischer wordt met uitgaves binnen de horeca. Dit zorgt ervoor dat de omzetten en volumes in 2025 slechts beperkt zullen toenemen. Dit beeld geldt ondanks de gestegen koopkracht ook voor 2026.
Ook voor hotels- en vakantieparken zal 2026 een uitdagend jaar worden. Door de btw-verhoging zullen consumenten kritischer worden ten aanzien van hun verblijf. Dit kan in deelgebieden zorgen voor een teruggang in overnachtingen. Optimalisatie van prijs en bezetting wordt hierdoor nog belangrijker.
Het aantal faillissementen in de horecasector blijft hoog, maar op dit moment wijzen de aantallen niet op een hoger aantal dan in 2024. Het aantal faillissementen neemt juist licht af. Het aantal stoppers blijft wel onverminderd hoog, enerzijds vanwege locaties die sluiten, maar ook veel zzp’ers in de sector stoppen.
Tabel 5: Omzetprognoses horeca

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector horeca: Jos Klerx
Informatie en communicatie: groei ondanks veel onzekerheid
IT
De IT-sector blijft de groeimotor binnen de sector informatie en communicatie. De vraag naar digitale transformatie blijft onverminderd hoog, mede gestuwd door toenemende investeringen in cloudoplossingen, data-analyse, cybersecurity en kunstmatige intelligentie (AI). Bedrijven zetten in op automatisering en AI-gedreven toepassingen om processen te optimaliseren, kosten te verlagen en de arbeidsproductiviteit te verhogen. Ook de groeiende adoptie van generatieve AI en low-code/no-code-platformen stimuleert innovatie, zowel bij grote ondernemingen als in het mkb. Tegelijkertijd kampt de sector met enkele belangrijke uitdagingen. Het tekort aan IT-talent blijft een remmende factor, wat leidt tot oplopende loonkosten en langere implementatietijden voor nieuwe technologieën. Ook leiden de huidige onzekerheden in de markt tot uitstel van projecten. Dit heeft vooral impact op IT-dienstverleners met een projectmatig verdienmodel. Daarnaast neemt de druk toe op het gebied van cybersecurity. Tot slot zorgt de toenemende regulering rondom data en AI, zowel vanuit Europa als wereldwijd, voor meer complexiteit en hogere nalevingskosten.
Telecom
De telecomsector laat een bescheiden groei zien van zo’n 1,5% per jaar in 2025 en 2026. De markt is in hoge mate verzadigd, waardoor de volumegroei beperkt blijft. De groei wordt vooral gestimuleerd door snellere en stabielere netwerken door de verdere uitrol van 5G en door de eerste voorbereidingen voor 6G. Daarnaast zien we een toenemende vraag naar zakelijke connectiviteitsoplossingen, zoals private 5G-netwerken, en een stijgende behoefte aan beveiligde data-infrastructuren vanuit de industrie en overheid. De grootste uitdaging voor telecomaanbieders ligt in het vinden van nieuwe verdienmodellen in een markt met hoge investeringskosten en relatief lage marges. De concurrentie blijft stevig, en regelgeving rondom netwerkneutraliteit en infrastructuurdeling zorgt voor extra druk op de winstmarges.
Media
De mediasector groeit naar verwachting met ongeveer 2% per jaar in 2025 en 2026. De belangrijkste impuls komt van de aanhoudende verschuiving richting digitale kanalen. Met name streamingdiensten, aanbieders van on-demand-content en digitale advertentiemarkten profiteren hiervan. Mediabedrijven investeren steeds meer in datagedreven personalisatie en AI-gedreven contentcreatie om gebruikers te binden en advertentie-inkomsten te optimaliseren. Er ontstaat druk in de sector door consolidatie en toenemende concurrentie, van zowel internationale spelers als socialmediaplatformen. Daarnaast spelen discussies over auteursrechten en AI-gegenereerde content een steeds grotere rol. Mediabedrijven zullen de komende jaren moeten balanceren tussen innovatie, het behoud van kwaliteitscontent en het vinden van duurzame inkomstenmodellen in een sterk veranderend landschap.
Tabel 6: Omzetprognoses informatie en communicatie

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector informatie en communicatie: Mark van Kampen
Zakelijke dienstverlening: veerkracht en het vermogen zich aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden
Specialistische zakelijke dienstverlening
Binnen de specialistische zakelijke dienstverlening ervaren advocaten, notarissen en accountants een gedifferentieerde maar robuuste groei. De rechtskundige dienstverlening, waaronder advocaten en notarissen vallen, groeide in 2024 met 8,0% zeer sterk. Deze groei wordt gestuwd door de toenemende complexiteit in wet- en regelgeving, fusies en overnames en de noodzaak voor bedrijven om te navigeren door een steeds gecompliceerder juridisch landschap. De daaropvolgende afvlakking in 2025 (3,4%) weerspiegelt de algemene economische vertraging, maar met een verwacht herstel in 2026 (4,4%) blijft de vraag naar juridische expertise structureel hoog.
Accountants en administratiekantoren tonen een stabieler, maar meer gematigd groeipad met 6,3% in 2024 en een daling naar 3,6% en 3,5% in 2025 en 2026. Deze cijfers benadrukken de verschuiving in de sector: van traditionele administratieve taken naar strategisch advies en compliance. De toenemende digitalisering en automatisering van basisprocessen stelt accountants in staat om zich te richten op complexere vraagstukken, zoals duurzaamheidsrapportages en risicobeheer. Zo blijven ze een onmisbare partner voor ondernemers.
Tabel 7: Omzetprognoses specialistische zakelijke dienstverlening

De overige zakelijke dienstverlening vertoont een meer volatiele prognose, sterk beïnvloed door de arbeidsmarkt en de conjunctuur. De indrukwekkende groei in 2024, met name bij beveiligingsdiensten (12,4%) en schoonmaakbedrijven (8,0%), illustreert de blijvende behoefte aan operationele ondersteuning en veiligheid. Deze sectoren profiteren van de verhoogde focus op veiligheid en hygiëne.
Door de invoering van een nieuwe cao en strengere wet- en regelgeving nemen de administratieve lasten toe. Denk aan hogere pensioenpremies, strengere eisen rondom beloning en meer controle op naleving. Dit leidt tot stijgende kosten, waardoor veel bureaus hun tarieven zullen moeten verhogen.
Tegelijkertijd blijft de arbeidsmarkt krap. Bedrijven hebben moeite om personeel te vinden en zetten steeds vaker in op het behouden van vaste medewerkers. Dit betekent dat de vraag naar flexibel personeel blijft bestaan, maar wel verandert. Er is meer behoefte aan gespecialiseerde bemiddeling en maatwerk.
De sector groeide bescheiden in 2024 en we verwachten dat deze trend zich voortzet. Dit biedt kansen, maar vraagt ook om aanpassing. Ondernemers zullen moeten investeren in kwaliteit, digitalisering en nichemarkten om relevant te blijven.
Over het geheel genomen toont de zakelijke dienstverlening veerkracht en het vermogen zich aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden, met een sterke nadruk op expertise en efficiëntie voor de toekomst.
Tabel 8: Omzetprognose overige zakelijke dienstverlening

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sectoren specialistische en overige zakelijke diensten: Reinder Koelewijn
Zorg en welzijn: goed werkgeverschap blijft belangrijk
Goed werkgeverschap vormt het fundament voor een toekomstbestendige zorgsector. Alleen door te investeren in mensen, technologie en samenwerking kunnen zorgaanbieders de uitdagingen van morgen het hoofd bieden. Dit vraagt om visie, daadkracht en een integrale benadering waarin financiële duurzaamheid, innovatie en arbeidsmarktbeleid hand in hand gaan.
De Wet DBA (die schijnzelfstandigheid tegengaat) beïnvloedt de inzet van zzp’ers in de zorg, wat onzekerheid veroorzaakt en leidt tot een daling van het aantal zzp’ers, vooral in de thuiszorg en onder verpleegkundigen in ziekenhuizen. Een deel van de zzp’ers kiest ervoor om in vaste dienst te gaan werken. Ook in de kinderopvang wordt niet langer met zzp’ers gewerkt. Deze ontwikkelingen dragen bij aan de personeelstekorten in de zorg, waardoor goed werkgeverschap belangrijker is dan ooit.
Voor zorginstellingen was 2024 een relatief goed jaar, met een gemiddelde EBITDA van 2,1% terwijl 1,1% was begroot. Ouderenzorginstellingen presteerden het best met 3,2%, gevolgd door de gehandicaptenzorg met 2% en ggz met 2,1%. Deze resultaten zijn mede te danken aan afgenomen kapitaallasten door uitgestelde, maar noodzakelijke vervangingsinvesteringen en bezuinigingen.
Het aantal fusies in de ouderenzorg, zonder inbreng van private equity, is toegenomen. Kleinere instellingen in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) kunnen de opgaven niet aan en kiezen daarom voor fusie. Tegelijkertijd ervaren VVT-instellingen leegstand, ondanks de toenemende vergrijzing. Mogelijke oorzaken hiervan zijn het gegeven dat mensen langer thuis blijven wonen, de beschikbaarheid van alternatieve (particuliere) woonzorgvormen en verbeterde verwijssystemen.
In juli 2025 is het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakoord (AZWA )afgesloten, na onderhandelingen in 2024. De hoofdlijnen richten zich op optimalisatie van de aanbodzijde door verhoging van het aantal zorgprofessionals. Dit is een complexe opgave die leidt tot een nog hogere ratio tussen zorgprofessionals en cliënten.
De overheid werkt aan regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden (RESV) en hechte wijkverbanden. Binnen de eerstelijnszorg vormt het dispuut over de nieuwe NZa-tarieven voor huisartsen en tandartsen aanleiding tot toetsing door een rechter in het najaar van 2025.
Tabel 9: Omzetprognoses zorg

Meer weten?
Aanspreekpunt voor de sector zorg en welzijn: Marleen Jansen