Onderzoek

Groepstransportovereenkomsten uitgelegd: samenwerking biedt kansen

7 mei 2025 10:00 RaboResearch
Downloaden

Het Nederlandse elektriciteitsnet raakt op veel plekken `vol'. Daardoor kunnen grootverbruikers steeds vaker geen standaard transportrecht meer krijgen. Dit kan grote gevolgen hebben, bijvoorbeeld voor verduurzamingsplannen. Bedrijven die zich in elkaars nabijheid bevinden kunnen in sommige gevallen een groepstransportovereenkomst afsluiten. In dit artikel leggen we uit wat dat is, hoe het werkt, wat bedrijven er aan hebben en waar ze op moeten letten.

Bedrijventerrein van boven gefotografeerd

Individueel standaard transportrecht vaak niet meer beschikbaar

Als grootverbruikers (alle klanten met een elektriciteitsaansluiting groter dan 3x80 ampère) elektriciteit willen afnemen of invoeden, hebben ze een contract nodig met een energieleverancier én met een netbeheerder.[1] Het contract met de netbeheerder is een ‘Aansluit- en Transportovereenkomst’ (ATO) en heet ook wel ‘transportcontract’. Het bevat onder meer afspraken over hoe zwaar (in kW)[2] de klant het elektriciteitsnet mag belasten, oftewel wat het gecontracteerde transportvermogen (GTV) is. Ook staat hierin wanneer en onder welke voorwaarden de grootverbruiker recht heeft op dit vermogen, oftewel wat het transportrecht is. De grootverbruiker heeft aparte transportrechten nodig voor invoeding (de levering van elektriciteit aan het net) en afname (de consumptie van elektriciteit vanuit het net).

Vanwege netcongestieproblemen kunnen grootverbruikers in grote delen van het land geen nieuw of groter standaard transportrecht meer afsluiten. Dit type transportrecht geeft in principe[3] continu (24 uur per dag) recht op het gecontracteerde transportvermogen voor ofwel afname ofwel invoeding, ongeacht de belasting van het elektriciteitsnet. Dit standaard transportrecht is in veel gevallen niet meer beschikbaar. Een grootverbruiker kan in sommige gevallen een alternatief transportrecht contracteren. In het artikel ‘Alternatieve transportrechten bieden opties bij netcongestie en kansen voor flexibele bedrijven’ leggen we uit waarom het standaard transportrecht in veel gevallen niet meer beschikbaar is en welke alternatieve individuele transportrechten er zijn. Zo’n alternatief transportrecht geeft wel minder zekerheid. Daarom kan een groepstransportovereenkomst een interessant alternatief zijn.

[1] Kleinverbruikers hebben dit niet nodig. Voor grootverbruikers uit het midden- en kleinbedrijf geldt het leveranciersmodel. In dat geval regelt de energieleverancier de transportovereenkomst, waardoor de klant niet twee aparte overeenkomsten hoeft af te sluiten. Grotere bedrijven moeten de transportovereenkomst wel zelf afsluiten met hun netbeheerder.

[2] Vaak worden vermogens van transportcontracten uitgedrukt in de eenheid voltampère (VA). Dit artikel gebruikt voor het gemak de eenheid watt (W), omdat deze eenheid in de spreektaal meer wordt gebruikt.

[3] Tenzij de netbeheerder de organisatie verplicht om deel te nemen aan congestiemanagement.

Wat zijn groepstransportovereenkomsten?

Definitie en voorwaarden groepstransportovereenkomsten staan nog niet vast

Bij groepstransportovereenkomsten (groepsTO’s) contracteert een groep bedrijven gezamenlijk een bepaald transportvermogen en is het aan de groep om dit vermogen onderling te verdelen. GroepsTO’s zijn momenteel alleen in pilot-vorm beschikbaar en worden voornamelijk toegepast bij energy hubs. Netbeheer Nederland heeft eind 2024 een codewijzigingsvoorstel ingediend en eind april 2025 heeft de ACM een ontwerpbesluit groepstransportovereenkomst gepubliceerd. Iedereen kan tot 5 juni 2025 reageren op dit ontwerpbesluit, waarin de ACM twee consultatievragen heeft opgenomen. Waarschijnlijk volgt rond oktober/november 2025 een definitief codebesluit. Vervolgens krijgen de netbeheerders een jaar de tijd om groepsTO’s standaard aan te bieden. Dit artikel is gebaseerd op het ontwerpbesluit van de ACM en kan dus afwijken van het definitieve codebesluit van de ACM.

Van individuele ATO naar gezamenlijke transportovereenkomst

Onder bepaalde voorwaarden[4] wordt het mogelijk om als groep grootverbruikers gezamenlijk een transportovereenkomst aan te gaan met een netbeheerder. De groep moet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde (zie box 1) die het contact met de netbeheerder onderhoudt. Volgens de ACM kan de gemachtigde niet het gecontracteerde vermogen onder de groepsleden verdelen; dat moeten ze onderling afstemmen. Wel brengt de netbeheerder de tarieven in rekening bij de gevolmachtigde en spreekt deze aan op eventuele niet nakoming van de groepsTO. De individuele organisaties behouden hun eigen aansluitovereenkomst (AO) met de netbeheerder, maar ze mogen geen andere individuele of groepstransportovereenkomst (meer) hebben. Bedrijven die een individuele ATO hadden, krijgen dus een individuele AO en een groepsTO.

[4] Bedrijven uit verschillende aansluitcategorieën kunnen niet altijd automatisch samen een groep vormen en er gelden net-topologische voorwaarden (net-topologie = de structuur van het elektriciteitsnet). Kleinverbruikers kunnen sowieso niet deelnemen.

Box 1: Gevolmachtigde

Als een groep bedrijven besluit samen een groepsTO te contracteren, zetten ze doorgaans een overkoepelende entiteit op die meestal ook dienst doet als gevolmachtigde. Deze entiteit kan zowel een rechtspersoon, vennootschap onder firma of een natuurlijk persoon zijn, maar meestal kiest de groep voor een coöperatie. Vaak contracteert deze entiteit een derde partij (of partijen) die de elektriciteitsprofielen van de groepsdeelnemers verzamelt en analyseert en soms ook extra meters, slimme software, gezamenlijke laadpunten voor elektrisch vervoer en batterijen installeert. Ook kan een dergelijke partij, indien gewenst, helpen met het aansturen van bijvoorbeeld een gezamenlijke batterij om ervoor te zorgen dat de groep het groeps-GTV niet overschrijdt.

Dit betekent dat het individuele GTV van elk deelnemend bedrijf opgaat in het GTV van de groep. Het groeps-GTV zal echter (aanzienlijk) lager liggen dan de som van de individuele GTV’s. Dit komt doordat netbeheerders bij het uitgeven van individuele contracten rekening houden met een bepaalde mate van (on)gelijktijdigheid van verbruik. Ze doen dus de aanname dat niet elke eindgebruiker op hetzelfde moment maximaal vermogen afneemt of invoedt, oftewel dat de gezamenlijke piek lager is dan de som van de individuele pieken. Daardoor kunnen netbeheerders contractueel meer capaciteit uitgeven dan het elektriciteitsnet in de praktijk aankan.

In het ontwerpbesluit van de ACM staat daarom dat de netbeheerders het groeps-GTV in de basis moeten bepalen aan de hand van de historische daadwerkelijke jaarprofielen van de afgelopen twaalf maanden van de groepsdeelnemers, rekening houdend met de gelijktijdigheid.[5] Vervolgens mogen de netbeheerders pieken die niet representatief zijn voor de groep wegfilteren om te voorkomen dat een te hoog groeps-GTV wordt afgegeven. Hierbij krijgt de groep de mogelijkheid om aan te tonen dat een bepaalde piek wél representatief is en essentieel voor de bedrijfsvoering van de groepsdeelnemers. Ook krijgen groepsdeelnemers de mogelijkheid om te onderbouwen dat het tot dan toe onbenutte individuele GTV waarover de deelnemer beschikt vóór toetreding tot de groep binnen een jaar nodig is (bijvoorbeeld omdat er concrete plannen zijn om zonnepanelen of laadpalen te installeren). Als dat lukt, wordt dit GTV toegevoegd aan het groeps-GTV.[6]

Figuur 1 geeft een concreet voorbeeld waarin is te zien dat de som van het individueel gecontracteerde vermogen van de groepsdeelnemers (groene lijn) hoger ligt dan het daadwerkelijke gesommeerde piekvermogen dat de groepsdeelnemers samen veroorzaken (oranje kromme). De donkerblauwe lijn is een voorbeeld van de hoogte van het groeps-GTV, dat in dit geval gelijk is aan de historische daadwerkelijke jaarprofielen, rekening houdend met de gelijktijdigheid. In dit voorbeeld is er geen sprake van het wegfilteren van een niet-representatieve piek (dan zou de blauwe lijn lager liggen) en ook niet van concrete plannen voor het benutten van een deel van het individuele GTV waarover een groepsdeelnemer beschikt maar nog geen gebruik van maakt (dan zou de blauwe lijn hoger liggen).

[5] Eventueel aangevuld met geprognosticeerde profielen voor zover er nog geen jaarmetingen zijn.

[6] Als het niet lukt, dient de groep een aanvraag te doen voor extra transportcapaciteit. Hierbij geldt het reguliere proces voor het toewijzen van transportcapaciteit.

Figuur 1: Voorbeeld gecontracteerd vermogen (GTV) van individuen en groep

Voorbeeld gecontracteerd vermogen (GTV) van individuen en groep
Bron: Alliander, RaboResearch 2025

Instappen en uitstappen

Zodra bedrijven als groep vermogen contracteren, verliezen de deelnemende organisaties hun individuele GTV’s. Netbeheer Nederland stelt in hun ingediende codewijzigingsvoorstel voor om groepen bij initiële vorming de optie te geven om de groepsdeelnemers tot drie jaar na groepsvorming uit de groep te kunnen laten stappen met teruggave van hun oorspronkelijke individuele GTV. Deze zogenaamde transitieperiode zou twijfelende organisaties over de streep kunnen trekken om deel te nemen aan een groepsTO. De ACM heeft in haar ontwerpbesluit een consultatievraag opgenomen waarin ze vraagt of een kortere transitieperiode van bijvoorbeeld twee jaar ook voldoende zou kunnen zijn.

Na de transitieperiode kunnen groepsdeelnemers de groep enkel verlaten met een deel van het groeps-GTV, dat niet groter mag zijn dan het GTV dat de organisatie had voordat deze lid werd van de groep.[7] Bij het aangaan van een groepsTO dienen de groepsdeelnemers met elkaar en de netbeheerder af te stemmen welk GTV elke deelnemer meekrijgt indien deze de groep verlaat. Dit vermogen wordt in mindering gebracht op het groeps-GTV. Dit betekent dus dat als de groep na de transitieperiode in zijn geheel zou stoppen, alle nieuwe individuele GTV’s lager zullen liggen dan de oude individuele GTV’s, want de nieuwe GTV’s mogen samen niet groter zijn de groeps-GTV. Een bedrijf dat geen individueel GTV had voordat het toetrad tot de groep, krijgt bij eventueel uittreden geen transportvermogen mee.

Welke typen transportrechten zijn mogelijk met een groepsTO?

In een individuele transportovereenkomst kunnen één of meerdere transportrechten worden vastgelegd, bijvoorbeeld zowel voor invoeding als voor afname. Ook kan een standaard transportrecht worden gecombineerd met een alternatief transportrecht. Voor groepstransportovereenkomsten gaat hetzelfde gelden, zodat naast standaard (continu) transportrecht een volledig variabel, tijdsblokgebonden of tijdsduurgebonden transportrecht kan worden gecontracteerd. Daarnaast kan een groeps-capaciteitsbeperkingscontract worden afgesloten. Binnenkort publiceren we een artikel waar hier dieper op wordt ingegaan. GroepsTO’s komen zowel binnen als buiten congestiegebieden beschikbaar.

Kosten

Zoals toegelicht in het artikel over alternatieve transportrechten, is het variabele deel van de transportkosten van grootverbruikers gebaseerd op kWcontract en kWmax(gewogen). Afhankelijk van de aansluitcategorie[8] speelt ook het afgenomen volume (kWh) een rol. De ACM stelt in het ontwerpbesluit dat netbeheerders kWcontract en kWmax(gewogen) voor de groep netto moeten afrekenen, oftewel dat invoeding en afname van elektriciteit door de groep als geheel per kwartier tegen elkaar worden weggestreept. Dit stimuleert de groep om onderling opwek en afname af te stemmen en zorgt ervoor dat hogere netvlakken[9] worden ontzien. Voor de groep levert dit bovendien een kostenvoordeel op.

Vooralsnog heeft de ACM besloten om – indien van toepassing – de tariefcomponent afgenomen volume (kWh) niet voor de groep netto af te rekenen, maar ‘gewoon’ afzonderlijk per groepsdeelnemer. Dit is echter een punt dat de ACM heeft benoemd in een consultatievraag. Aan de ene kant wil de ACM efficiënt netgebruik – ook buiten de pieken – stimuleren, aan de andere kant wil ze niet dat groepen een disproportioneel kostenvoordeel ontvangen. Hoe meer korting zij ontvangen, hoe meer andere netgebruikers (organisaties die geen groepsTO hebben en huishoudens) namelijk moeten betalen omdat de totale inkomsten van netbeheerders gelijk moeten blijven. Korting voor de een betekent dus hogere tarieven voor de ander.

Wat betreft het vaste deel van de transportkosten bepaalt de groepsdeelnemer met de aansluiting op het hoogste netvlak welk tarief de netbeheerder in rekening brengt, vermenigvuldigd met het aantal aansluitingen van de groep. De totale rekening gaat naar de gemachtigde. Het is aan de groep om deze kosten onderling te verdelen.

Voordelen van een groepsTO

In eerste instantie zou je kunnen denken: waarom zou een groep bedrijven een groepsTO willen afsluiten als het gezamenlijke GTV (aanzienlijk) minder is dan de som van de individuele GTV’s? Omdat de individuele GTV’s vaak niet meer voldoende zijn om te kunnen uitbreiden en/of verduurzamen en een verhoging ervan vanwege congestie niet altijd mogelijk is. Door als groep slim samen te werken, biedt een groeps-GTV die ruimte vaak wel, ondanks dat de groeps-GTV omgerekend per groepsdeelnemer lager is dan het oorspronkelijke individuele GTV.

Stel dat bedrijf A elke dag rond 16.00 uur zijn maximale GTV verbruikt terwijl bedrijf B op dat moment nauwelijks vermogen nodig heeft of juist zonnestroom opwekt, dan kan bedrijf A via een groepsTO gebruik maken van de ruimte binnen de groeps-GTV die bedrijf B op dat moment biedt. Ook kan een groep bijvoorbeeld afspreken dat bedrijf C, een vrieshuis, ’s nachts extra hard koelt omdat de groep op dat moment vermogen over heeft, waardoor de andere groepsdeelnemers overdag meer ruimte hebben om vermogen af te nemen. Door optimaal gebruik te maken van de ruimte die er nog is tussen de oranje kromme en de donkerblauwe lijn in figuur 1, kunnen de deelnemende bedrijven toch (meer) opwek en/of afname van elektriciteit realiseren, ondanks netcongestieproblemen. Op die momenten kan het gezamenlijke vermogen namelijk nog toenemen. Bovendien kan door betere lokale afstemming van vraag en aanbod de hoogte van de oranje kromme ook nog zakken, aangezien deze de piek van het daadwerkelijk gerealiseerde gezamenlijke vermogen aangeeft.

Een alternatief individueel transportrecht is ook een optie om toch te kunnen uitbreiden of verduurzamen ondanks netcongestieproblemen. Dit geeft echter minder zekerheid over het beschikbare GTV dan wanneer een groep bedrijven een transportovereenkomst afsluit met daarin een standaard transportrecht. Dit kan een overweging zijn om een groepsTO te contracteren.

Tot slot kunnen de transportkosten aanzienlijk lager zijn doordat kWmax(gewogen) en kWcontract netto worden afgerekend.

[7] Tenzij de groep als geheel aanvullend groeps-GTV toegewezen heeft gekregen.

[8] Dit geldt voor de aansluitcategorieën A3, A4 en A5 voor afname.

[9] Het elektriciteitsnet bestaat uit meerdere netten die aan elkaar zijn gekoppeld en op verschillende spanningsniveaus werken: laagspanning, middenspanning en hoogspanning.

Aandachtspunt: risico’s en verantwoordelijkheden

Bij het aangaan van een groepsTO is het belangrijk om na te denken over risico’s en verantwoordelijkheden. Het is sowieso aan te raden dat de groep in de opstartfase een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afsluit.

Vaak heeft de overkoepelende entiteit financieel vermogen nodig, dat deels moet worden ingebracht door de groepsleden. Op deze manier kan bijvoorbeeld een derde partij worden ingehuurd om te helpen vraag en aanbod op elkaar af stemmen, of kunnen gezamenlijke laadpunten voor elektrische voertuigen of batterijen worden aangeschaft. Het is dus belangrijk om duidelijke financiële afspraken te maken tussen de overkoepelende entiteit en de groepsdeelnemers.

Verder is het uiteraard belangrijk dat wordt geborgd dat de groep voldoet aan de voorwaarden van de groepsTO. Net als bij individuele ATO’s krijgt de netbeheerder bij groepsTO’s in extremis de mogelijkheid om het transportrecht in te trekken indien de groep zich niet aan de voorwaarden van het contract houdt. Daarom is het belangrijk om onderling, met de overkoepelende entiteit en een eventuele derde partij, duidelijke afspraken vast te leggen over de manier waarop de overkoepelende entiteit ervoor zorgt (of laat zorgen via de derde partij) dat de groep het gezamenlijke GTV niet overschrijdt.

Daarnaast moeten de groepsdeelnemers vooraf vastleggen hoe het groeps-GTV wordt verdeeld als een deelnemer de groep verlaat. Ook is het in principe mogelijk dat nieuwe partijen met of zonder inbreng van eigen transportvermogen toetreden nadat de groep is gevormd en een groepsTO is afgesloten. Het is aan te bevelen om vooraf af te spreken en vast te leggen onder welke voorwaarden dit kan plaatsvinden.

In het codewijzigingsvoorstel van Netbeheer Nederland staat dat de gemachtigde én alle groepsdeelnemers (hoofdelijk) aansprakelijk zijn voor enige en alle schade die voortkomt uit niet-naleving van het contract. De groep mag deze aansprakelijkheid verzekeren of onderbrengen bij een derde partij, maar de betrokkenen blijven hoofdelijk aansprakelijk. Dit geldt overigens ook voor individuele transportovereenkomsten. Voor zover wij hebben kunnen nagaan, hebben netbeheerders tot op heden slechts zelden een schadeclaim ingediend bij niet-naleving van individuele transportovereenkomsten. Dit heeft meerdere redenen. Zo zijn er beveiligingsmechanismen ingebouwd die ervoor moeten zorgen dat overschrijding van een bepaald onderdeel van het elektriciteitsnet niet zomaar tot grote schades of storingen kan leiden. Mocht dit toch gebeuren, dan is het best lastig om aan te tonen dat schade aan elektriciteitsinfrastructuur is terug te voeren op één specifieke partij (of groep).

Toch kan het opnemen van een dergelijke bepaling in groepsTO’s veel bedrijven ervan weerhouden om zo’n contract aan te gaan, aangezien het voor hen erg lastig is in te schatten hoe groot de kans is dat een netbeheerder met een schadeclaim komt en wat de gevolgen daarvan zijn. Onze inschatting is dat netbeheerders het product van groepsTO’s veel aantrekkelijker en laagdrempeliger maken als ze het mogelijk maken om een schadelimiet op te nemen in het contract, of dit punt zelfs helemaal schrappen. Een alternatief zou kunnen zijn dat netbeheerders zichzelf verzekeren voor eventuele schade die voortvloeit uit niet-naleving van een groepsTO. Indien netbeheerders toch hoofdelijke aansprakelijkheid willen opnemen in de groepsTO’s, is het de vraag of de verzekeringsbranche producten kan ontwikkelen om dit risico voor groepsdeelnemers te verzekeren en zo ja, tegen welke kosten.

In het ontwerpbesluit van de ACM komt hoofdelijke aansprakelijkheid niet aan de orde, omdat de ACM hier niet over gaat.

GroepsTO’s: toekomstbestendig, maar let op risico’s

In het energiesysteem van de toekomst wordt het steeds belangrijker om vraag en aanbod van elektriciteit lokaal beter op elkaar én op de beschikbare elektriciteitsinfrastructuur af te stemmen. Groepstransportovereenkomsten stimuleren dit. Met name de huidige congestieproblematiek – die naar verwachting nog zeker vijftien jaar duurt maar per regio verschillende gevolgen en beperkingen kan opleveren – is voor bedrijven een reden om te overwegen een groepsTO te af te sluiten. Een groepsTO met een standaard transportrecht geeft in tegenstelling tot individuele alternatieve transportrechten meer zekerheid, wat veel organisaties fijn vinden. Ook kan een groepsTO financieel aantrekkelijk zijn. Bovendien is het de verwachting dat een gezamenlijk GTV (ondanks dat dit lager is dan de som van de individuele GTV’s) genoeg ruimte geeft om uitbreiding en verduurzaming van de deelnemende organisaties mogelijk te maken, mits zij voldoende in staat zijn om hun elektriciteitsverbruik goed op elkaar af te stemmen.

Daar staat tegenover dat groepscontracten niet alleen inzicht in eigen opwek en verbruik vereisen, maar ook organisatie en samenwerking. Bovendien brengt een groepsTO risico’s en verantwoordelijkheden met zich mee die organisaties doorgaans graag mitigeren of verzekeren. Op dit moment is het nog niet duidelijk of dit in voldoende mate mogelijk is. Dit betreft met name de door Netbeheer Nederland gewenste bepaling in groepsTO’s dat de deelnemende organisaties hoofdelijke aansprakelijk zijn voor enige en alle schade die voortkomt uit niet-naleving van het contract. Uit gesprekken met de markt blijkt dat een dergelijke bepaling voor veel bedrijven een belemmering is om een groepsTO te tekenen.

Disclaimer

De op/via deze publicatie door Coöperatieve Rabobank U.A. verstrekte informatie is uitsluitend aan Nederlandse afnemers gericht en is geen beleggingsadvies of enige andere beleggingsdienst in de zin van artikel 1: 1 van de Wet op het financieel toezicht. Lees verder