Na een stevige koopkrachtstijging van 2,5% in 2024 – oplopend tot zelfs 3,6% wanneer ook loonstijgingen door bijvoorbeeld promotie of baanwisselingen worden meegerekend – valt de verbetering in 2025 en 2026 bescheidener uit. In 2025 stijgt de koopkracht naar verwachting in doorsnee met 0,7%, gevolgd door 1,3% in 2026. Die verbetering volgend jaar geldt voor zowel werkenden, uitkeringsgerechtigden, alleenstaanden en tweeverdieners, en is grotendeels te danken aan een loongroei die hoger is dan de inflatie en hogere heffingskortingen. De verlengde accijnsverlagingen voorkomt tegelijkertijd een koopkrachtdaling.
Niet alle groepen profiteren in gelijke mate. Gepensioneerden zien hun koopkracht in 2026 gemiddeld met 1,5% stijgen, mede dankzij verhoging van de AOW en een pensioenindexatie die naar verwachting hoger is dan de inflatie. Gezinnen met kinderen gaan er 1,1% op vooruit, iets minder dan het gemiddelde. Hoewel het kabinet de kinderopvangtoeslag verhoogt, is dat niet genoeg om hun koopkrachtgroei gelijk te laten lopen met die van andere huishoudens.
Hoe jouw financiële situatie er in 2026 precies uitziet, hangt af van veel meer dan alleen de gemiddelde koopkrachtcijfers. Die geven een beeld op basis van een standaard huishouden en een gemiddeld boodschappenmandje, waarvan de prijzen volgend jaar naar verwachting met 2,5% stijgen. Maar jouw uitgaven kunnen daar flink van afwijken. Een huurder die op vakantie in eigen land gaat merkt bijvoorbeeld andere prijsveranderingen dan iemand met een duurzame koopwoning. Ook persoonlijke gebeurtenissen zoals baanverlies, een scheiding of een verhuizing blijven buiten beeld. Koopkrachtvoorspellingen gaan er namelijk van uit dat je situatie hetzelfde blijft. Ze geven dus een algemene richting, maar zeggen weinig over hoe jij maandelijks uitkomt met je geld. Daarom is het belangrijk om goed zicht te houden op je eigen inkomsten en uitgaven.
Er zijn meerdere factoren die invloed hebben op de koopkracht. Naast de verwachte cao-loonstijging van 4,1% in 2026, zitten er in de belastingplannen allerlei plussen en minnen die meewegen. Die kunnen ervoor zorgen dat je meer of juist minder overhoudt:
Inkomen
+ Meerdere heffingskortingen hoger
De overheid past in 2026 verschillende heffingskortingen aan. Dit zijn kortingen op de inkomstenbelasting, waardoor mensen netto meer of minder overhouden. Hieronder de belangrijkste wijzigingen:
Algemene heffingskorting stijgt licht van €3.068 in 2025 naar €3.115 in 2026. De afbouwgrens stijgt mee, zelfs iets harder dan de inflatie. Arbeidskorting (voor werkenden) stijgt van maximaal €5.599 in 2025 naar €5.712 in 2026. Ook hier stijgt de afbouwgrens sterker dan de inflatie. Ouderenkorting gaat iets omhoog van €2.035 in 2025 naar €2.067 in 2026. Deze korting is bedoeld voor AOW-gerechtigden. De afbouwgrens stijgt minder hard dan de inflatie. Alleenstaande ouderenkorting stijgt van €531 in 2025 naar €540 in 2026. Inkomensafhankelijke combinatiekorting (voor werkende ouders met jonge kinderen) stijgt naar €2.986 in 2025 en €3.032 in 2026. Jonggehandicaptenkorting stijgt licht van €909 in 2025 naar €923 in 2026.
De inkomensgrenzen waarboven de kortingen worden afgebouwd stijgen mee. Daardoor profiteren niet alleen lagere inkomens, maar ook middeninkomens.
- Belastingschijven stijgen niet volledig mee met inflatie:
Het kabinet past de jaarlijkse aanpassing van belastingbedragen aan de inflatie in 2026 maar deels toe. Hierdoor groeien de belastingschijven en heffingskortingen minder dan normaal, wat kan leiden tot een hogere belastingdruk (zie ‘Tariefschijven inkomstenbelasting 2026’ voor de nieuwe tariefschijven).
Auto en motor
+ Geen verhoging accijns:
De accijnzen op benzine, diesel en LPG blijven gelijk. Ook de jaarlijkse inflatiecorrectie wordt in 2026 overgeslagen.
+ Geen bpm-verhoging elektrische voertuigen:
De lagere bpm voor emissievrije campers, rolstoelbusjes en motoren blijft tot eind 2030. Zo blijft de aanschafbelasting voor deze voertuigen gelijk aan die van een gewone elektrische auto.
Emissievrije auto’s: €667 bpm Emissievrije motoren: €200 bpm
± Wegenbelasting elektrisch auto’s gaat omhoog, maar minder dan eerder aangekondigd:
In 2025 krijgen eigenaren van emissievrije auto's 75% korting op de wegenbelasting. Die zou in 2026 dalen naar 25%, maar het kabinet stelt nu voor om de korting tijdelijk op 30% te houden tot en met 2028. Zo blijft elektrisch rijden aantrekkelijk, vooral omdat deze auto's vaak zwaarder zijn en zonder korting juist duurder zouden uitvallen in de wegenbelasting.
- Bijtelling elektrische auto’s in 2026 omhoog:
Vanaf 1 januari 2026 vervalt het fiscale voordeel voor elektrische leaseauto’s. In 2025 geldt nog 17% bijtelling over de eerste €30.000 van de cataloguswaarde, daarboven 22%. Vanaf 2026 betaal je 22% over het volledige bedrag. Zakelijke rijders betalen dan meer bijtelling per maand. Wie in 2025 nog een elektrische auto op kenteken zet, profiteert tot vijf jaar van het lagere tarief.
Energie
+ Belastingkorting op je energierekening:
Iedereen met een elektriciteitsaansluiting krijgt een vaste korting op de energierekening. In 2025 is dat €524,95, en het kabinet wil die korting iets verhogen: €529,10 in 2026 (exclusief btw). Je hoeft hier niets voor te doen, het bedrag wordt automatisch verrekend.
± Belasting op gas omhoog, op stroom omlaag:
In 2026 verandert de energiebelasting: je gaat meer betalen voor gas en minder voor elektriciteit. De belasting op gas stijgt met 3,9% naar 72,67 cent per m³ (incl. btw), terwijl de belasting op stroom daalt met 9,8% naar 11,08 cent per kWh (inclusief btw).
Overig
+ Kinderopvangtoeslag omhoog:
In 2026 krijgen ouders met een gezamenlijk inkomen tot €56.000 recht op 96% vergoeding van de maximale uurprijs. In 2025 lag deze grens nog op €47.000. De maximale uurprijzen waarvoor ouders een vergoeding kunnen krijgen, stijgen in 2026 met 4,84% naar €11,23 voor dagopvang, €9,98 voor buitenschoolse opvang en €8,49 voor gastouderopvang.
± Kindgebonden budget omhoog voor lage inkomens, omlaag voor hogere inkomens:
In 2026 wordt het kindgebonden budget iets verhoogd voor gezinnen met lage inkomens. De inkomensgrens waarboven het budget wordt afgebouwd, gaat iets omhoog. Tegelijkertijd worden de maximale bedragen per kind aangepast. In 2027 verandert er meer: voor inkomens boven €60.000 wordt het budget sneller afgebouwd, waardoor hogere inkomens minder of geen recht meer hebben op deze toeslag.
= Tabaksaccijns blijft gelijk in 2026:
In 2026 verandert er niets aan de accijns op tabak.
= Geen verandering verbruiksbelasting op frisdrank volgend jaar, maar wel vanaf 2027:
In 2026 blijft de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken zoals frisdrank en vruchtensap hetzelfde. Maar vanaf 2027 geldt de belasting ook voor dranken met een klein beetje zuivel, zoals chocolademelk of vruchtensap met melkvet.
- Lichte stijging vliegtickets, maar vooral in 2027 grote prijsstijging verwacht:
In 2026 gaat de vliegbelasting iets omhoog: van €29,40 naar €30,25 per passagier. Vanaf 2027 wordt het tarief afhankelijk van de afstand: verre vluchten worden duurder.
- Prijs hotelovernachtingen en vakantieparken omhoog door btw-stijging:
Zoals eerder aangekondigd blijft het lage btw-tarief van 9% gelden voor cultuur, media en sport. Logies, zoals hotelovernachtingen en verblijven in vakantieparken, worden duurder doordat het btw-tarief stijgt van 9% naar 21%.