Sparen
Geld apart zetten dat u niet direct nodig heeft
Geld apart zetten dat u niet direct nodig heeft
Een veelgehoorde uitspraak is dat sparen bij lage rente weinig zin heeft. Maar sparen is nog steeds een goed idee om met weinig risico een reservepotje op te bouwen. Dat is ook de essentie van sparen: geld apart zetten dat u niet direct nodig heeft. Het is alleen praktisch onmogelijk om uw spaargeld op basis van rendement te laten groeien, vanwege de lage rente, inflatie en belasting op spaargeld. Dit is afhankelijk van de hoeveelheid vermogen, het type spaarrekening en/of u ook beleggingen heeft.
Een buffer of reservepotje is geld dat u bewaart voor onverwachte uitgaven. Bijvoorbeeld voor het verplichte eigen risico van de zorgverzekering, een nieuwe wasmachine of bij baanverlies. Een buffer is ook handig in dure periodes. Door geld op een spaarrekening te zetten, voorkomt u dat u geld tekort komt of moet lenen. Voor leningen betaalt u in de regel meer rente dan wat u voor spaargeld ontvangt. Een richtlijn van het Nibud is daarom om maandelijks minstens 10 procent van het inkomen te sparen. Voor onverwachte uitgaven of onverwachte gebeurtenissen is het verstandig om minimaal € 5.000 opzij te zetten. Op de website van het Nibud berekent u de minimale financiële buffer die u in uw situatie het beste opzij kunt zetten.
Uw buffer berekenen op Nibud.nl
Hoeveel uw spaargeld waard is, hangt af van drie factoren: rente, inflatie en belasting.
Als u uw geld op een spaarrekening zet, krijgt u daar rente over. Deze spaarrente kunt u zien als de prijs die banken betalen om over spaargeld te kunnen beschikken. De prijs van geld wordt bepaald door vraag en aanbod. Als er veel vraag en weinig aanbod is, stijgt de prijs. Er is nu een ruim aanbod. De rente is daardoor laag. Als de rente laag is, groeit uw spaargeld nauwelijks.
De waarde van uw spaargeld is niet alleen afhankelijk van de rente. Ook de inflatie telt mee. Inflatie is stijging van het algemene prijspeil. Als de prijzen stijgen, kunt u minder kopen met uw geld.
Uw spaargeld wordt meer waard als de inflatie lager is dan de rente. Als de inflatie hoger is dan de spaarrente, wordt het ongemerkt minder waard. Dat kunt u zien in de grafiek hieronder. Bij de rode vlakken wordt uw spaargeld minder waard.
Los van rente en inflatie betaalt u mogelijk belasting over uw vermogen. Als u meer dan 30.000 euro per persoon aan vermogen heeft, betaalt u belasting over het bedrag boven de 30.000 euro. Deze vermogensrendementsheffing geldt alleen voor sparen en beleggen. In 2018 is de vermogensrendementsheffing afhankelijk van de hoogte van uw totale vermogen. Het belastingtarief in box 3 is 30%.
Hoe uw rente wordt berekend, is afhankelijk van uw spaarrekening. De Rabobank kent twee methoden om uw rentebedrag te berekenen: de methode juist/juist en de methode 30/360.
Bij methode juist/juist gebruiken we het werkelijke aantal dagen in een maand en in een jaar. Dit geldt ook voor schrikkeljaren. Wij gebruiken deze rekenmethode voor de volgende spaarrekeningen: Rabo InternetSparen, Rabo SpaarRekening, Rabo PeriodeSparen, Rabo RegenboogRekening, Rabo JongerenRekening, Rabo GroenSparen, Rabo GeneratieSparen(Plus), Rabo VermogenSparen, Rabo Deposito met rentebetaling jaarlijks of ineens achteraf, Rabo GroenDeposito.
Stel, u heeft een spaartegoed van € 10.000. U ontvangt 1,1% rente per jaar (geen schrikkeljaar). In onderstaande tabel ziet u hoe uw rentebedrag wordt berekend.
Periode dat het tegoed op uw rekening staat | Rentedagen | Rentebedrag |
1 januari (2016) tot 1 januari (2017) | 365 | (365/365) * 0,011 * 10.000 = € 110,00 |
1 februari tot 1 maart | 28 | (28/365) * 0,011 * 10.000 = € 8,44 |
15 juli tot 15 september | 62 | (62/365) * 0,011 * 10.000 = € 18,68 |
Bij methode 30/360 telt iedere maand 30 dagen en ieder heel jaar 360 dagen. Wij gebruiken deze methode voor de volgende spaarrekeningen: Rabo ToekomstSparen, Rabo ToekomstUitkering, Rabo GoudenHanddrukSparen, Rabo GoudenHanddrukUitkering, Rabo DoelSparen, Rabo LevensloopSparen, Rabo Deposito met rentebetaling per maand of per 3 maanden.
Stel, u heeft een spaartegoed van € 10.000. We vergelijken de rekenmethode "30/360" met methode "juist/juist". In het voorbeeld is geen sprake van een schrikkeljaar.
Methode | Periode | Rentedatum | Rentedagen | Rentebedrag |
Rente-uitkering per drie maanden "30/360" | 15 januari -
15 oktober |
15 april
15 juli 15 oktober |
270 (3*90) | (270/360) * 0,003 * 10.000 = € 22,50 |
Rente-uitkering ineens achteraf "juist/juist" | 15 januari -
15 oktober |
15 oktober | 273 | 273/365) * 0,003 * 10.000 = € 22,44 |
De vaste rente is 1,000% bij rente-uitkering ineens achteraf ("juist/juist") en 0,996% bij rente-uitkering per drie maanden ("30/360").
Methode | Periode | Rentedatum | Rentedagen | Rentebedrag |
Rente-uitkering per drie maanden "30/360" | 15 januari 2014 -
15 januari 2016 | 15 april 2014
15 juli 2014 15 oktober 2014 15 januari 2015 15 juli 2015 15 oktober 2015 15 januari 2016 | 720 (8*90) | (720/360) * 0,00996 * 10.000 = € 199,20 |
Rente-uitkering ineens achteraf "juist/juist" | 15 januari 2014 -
15 januari 2016 | 15 januari 2016 | 730 (2*365) | (730/365) * 0,01000 * 10.000 = € 200,00 |
Bij uitkering van de rente per drie maanden is het rentepercentage lager dan wanneer u kiest voor jaarlijkse rentebetaling. Dat komt omdat u het ontvangen bedrag eerder rentedragend op een spaarrekening kunt plaatsen . Over de hele looptijd van uw spaarrekening ontvangt u hetzelfde rentebedrag als bij jaarlijkse rentebetaling. Al blijven kleine afrondingsverschillen mogelijk.
Bij Rabo Deposito is de gebruikte rentemethode afhankelijk van hoe vaak u de rente laat uitkeren. Let hier op wanneer u een Rabo Deposito afsluit.
Schijf | Box 3 vermogen | Heffingsvrij vermogen | Rendement sparen 0,36% | Rendement beleggen 5,38% | Rendement per schijf (afgerond) |
1 | € 0 -
€ 100.800 |
€ 30.000 | 67% | 33% | 2,017% |
2 | € 100.800 -
€ 1.008.000 |
21% | 79% | 4,326% | |
3 | > € 1.008.000 | 0% | 100% | 5,38% |
Stel, u heeft nu € 120.000 op een spaar- en/of beleggingsrekening staan. De belasting over dit tegoed wordt als volgt berekend.
Het heffingvrij vermogen is € 30.000. U betaalt belasting over:
Schijf | Spaardeel | Beleggingsdeel |
1 | 67% x (€ 100.800 – € 30.000) = € 47.436 | 33% x (€ 100.800 – € 30.000) = € 23.364 |
2 | 21% x € 19.200 = € 4.032 | 79% x € 19.200 = € 15.168 |
3 | 0% x € 0 = € 0 | 100% x € 0 = € 0 |
€ 51.468 | € 38.532 |
Inloggen